18 aug: Cultuur-dag

We hadden het gisteren al op de weersvoorspelling gezien. Vandaag geen goed weer. De regent tikt al zachtjes op het dak als we wakker worden. Als we naar buiten kijken zien we welgeteld 2 bomen boven ons huisje, al de rest zijn wolken. Het zal de hele dag druilerig blijven. Ideaal weer voor een dagje cultuur.

Eerst bezoeken we het klooster in Müstair. Het Benediktinerinnenkloster St. Johann staat op de Unesco werelderfgoedlijst, en dat is niet voor niks. Karel de Grote zou de abdij gesticht hebben. Het oudste gedeelte is gebouwd in 780. In de kerk zijn er goed bewaarde fresco's uit de Karolingische tijd (800). Het zijn dus historisch belangrijke schilderwerken, vandaar Unesco. We volgen twee aparte gidsbeurten. De eerste gids vertelt ons (in het Duits) alles over de kerk van het klooster en het museum. We leren er alles over die bewuste oude fresco's alsook over het leven in het klooster (vooral van vroeger). Er is een kamertje (= cel) ingericht zoals de zusters tot in 1981 sliepen. Geen 5-sterren luxe, zoveel is duidelijk. De huidige verblijven van de zusters mogen we uiteraard niet bezoeken.

Na de kerk volgen we nog een tweede gids die ons alles verteld over de Heiligkreuzkapelle. Deze kapel hoort bij het klooster, maar werd pas later gebouwd. Het speciale aan deze kapel is dat er het oudste houten dragende gebinte van Europa te vinden is. De gids vertelt ons vanalles over het hout en ook over de fresco's die er zouden geweest zijn. Maar we kunnen het allemaal niet zo goed volgen. Haar uitleg is moeilijker te begrijpen (ook in het duits) dan de eerste gids. Het is een mooie kapel, en door de restauratie die ze gedaan hebben krijg je er een goed beeld van hoe de kapel er in 1600 zou hebben uitgezien. Toch duurt de gidsbeurt hier wel erg lang.

Het is ondertussen rond 16.30u als we de kapel verlaten. Er staat op onze planning nog een ander museum. In Santa Maria, het dorpje naast Müstair, is een (klein) oorlogsmuseum. Bij de planning gisterenavond gaf vooral Thijs aan dat hij daar wel graag naartoe wilde gaan. Dus... stappen we de auto in, rijden 10 minuutjes en vinden het "Museum Stelvio Umbrail 14/18". De eigenaar of vrijwilliger (denken we) staat buiten te wachten tot de eerste bezoekers toekomen, en dat zijn wij. Het museum bestaat uit slechts drie kamers. De eerste kamer geeft een grote 3D kaart (maquette) van de streek. Hij legt ons in duidelijk (goed verstaanbaar) Duits uit waar de front-lijnen en de verdedigingslinies van de Oostenrijkers, Italianen en Zwitsers juist lagen. De flanken van de Umbrail en Stelvio - waar we al gewandeld en gefietst hebben - speelden de hoofdrol in zijn verhaal. In een tweede kleine kamer heeft hij het logement van een officier helemaal nagebouwd aan de hand van tekeningen van soldaten die ze hebben teruggevonden. Heel mooi gedaan, met veel oog voor detail. In de derde kamer kijken we nog naar een video met authentieke beelden uit de eerste wereldoorlog, gefilmd hier ter plaatse bij de Italiaanse soldaten.

Heel indrukwekkend allemaal, maar na drie gidsbeurten in het Duits rijden we met een ietwat vermoeide geest terug naar ons huisje.