Marijke's blog

We maken ons ontbijt weer zelf. Daarna de grote opkuis van onze studio, want zelfs na 2 nachten heb je toch flink wat rommel terug in te pakken.
Rond half elf tanken we eventjes en zetten we koers naar Calamaccioli, hoger in de bergen.

We houden het rustig vandaag, want morgen staat er weer een pittige wandeling op het programma.

Rustig wil niet zeggen dat we helemaal niets gaan doen. We doen een gemakkelijk wandelingetje van 5km door de Spelunca kloof. De kloof verbindt eigenlijk twee dorpjes: Ota en Evisa. Maar door een zware storm in 2023 is de wandelpad halverwege afgesloten wegens te veel puin en brokstukken. We wandelen tot waar het is toegelaten, tot aan de Pont de Zaglia. Dat is een klein, maar mooi bruggetje uit 1797. We nemen rustig de tijd om foto’s te nemen. Een waterval en een oude brug zijn ideale onderwerp om te experimenteren met sluitertijd en andere instellingen van onze camera.

We lunchen op de stenen aan het riviertje. De overschot van de pizza’s van gisterenavond smaken ook koud nog altijd lekker.

Rond een uur of drie zijn we terug aan de auto en beginnen we aan een ritje van 1,5 uur richting Calamaccioli. Onderweg passeren we “Furesta d’Aitone”. Een bijzonder knap bos met extreem hoge, kaarsrechte dennen: Pin Lariciu. We stoppen even om wat rond te kijken, en jawel… wie horen we weer? De koekoek!
Ook zien we veel sporen van zwijnen. De grond ligt er op vele plaatsen helemaal omgewoeld.

Wanneer we het bos uit zijn naderen we de Col de Vergio met bovenaan de col een gigantisch beeld van Christus Koning.

Tijdens de afdaling van de col houden we ons bezig met de rijke dierenwereld. Langs de kant van de weg lopen er koeien, zwijnen en we spotten verschillende keren een Rode Wouw. Die is helaas moeilijk op foto vast te leggen.

Ons hotel voor vanavond is Casa Vanella. Een vriendelijke Corsicaanse man runt hier de zaak. Hij maakt voor ons een heerlijke, stevige maaltijd met lokale producten. We dineren met alle gasten samen aan een lange tafel. Het gesprek is voor ons vaak moeilijk te volgen. We zijn de enige niet-Franstaligen aan de tafel.

En nu… op tijd onder de wol, want morgen proberen we de wandeling naar Lac de Nino te volbrengen. Een tocht van 14km en 850 hoogtemeter. Of het gaat lukken zien we wel. Onze fysieke conditie en ook het weer zullen we moeten afwachten.

We kunnen maar niet genoeg krijgen van de Calanques. Daarom beslissen om vandaag een tweede wandeling te doen in dit bijzondere rode gebergte.

We maken vandaag ons eigen ontbijt in onze studio, maken onze wandelrugzakken klaar en … hop … we zijn weer vertrokken.

Half uurtje rijden tot aan de start van de wandeling naar de Capo Rosso, beetje ten westen van Piana. De wandeling gaat naar een oude toren “Tour de Turghiu”. Het wordt een wandeling van 4,5km van de auto tot aan de toren, en diezelfde 4,5km ook weer terug. In totaal dus 9km met toch een pittige 500 hoogtemeters. Op zich lukt het zonder problemen om de beklimming en afdaling te wandelen. Er lijkt een zekere gewenning te komen in onze benen.
Toch wordt het tegen het einde van de wandeling behoorlijk puffen, aangezien de zon vollenbak schijnt vandaag. Volgens onze weerapp was het 20 graden, voor mij voelde het als 48 graden. De ganse wandeling was in open gebied, geen greintje schaduw behalve hier en daar een enkel olijfboompje. Ook de beklimming langs de rotswand naar de toren was echt wel warm. Die stenen weerkaatsen de warmte prima.

Na de wandeling genieten we van een heerlijke ijskoude homemade ice tea op een terrasje aan de parking.

Op de terugweg kopen we alles om zelf heerlijke pizza’s te maken in ons huisje. Lekker rustig op ons terrasje, terwijl we nog wat nagenieten van de mooie dag, bewonderen we het mooie schouwspel van de vele zwaluwtjes. Ik denk dat ze insecten aan het vangen zijn.

Tegen half negen kuieren we nog even naar het dorpje om naar de zonsondergang te kijken. En dan zit ook deze dag er weeral op. Morgen verlaten we de westkust en trekken we naar het hoge Corsica.

De overnachting in Ajaccio was slechts een tussenstop richting Porto. We plannen dus ook geen bezoek aan de stad. Ook al omdat we niet echt geweldige bezienswaardigheden vinden in deze stad. Alles staat in het teken van Napoleon, aangezien Ajaccio de geboorteplaats van de Franse generaal. Maar de toeristische info geeft niet veel meer dan enkele standbeelden en een museum.

We beslissen dus om na het (ruime) ontbijt meteen koers te zetten naar Piana. We hebben weer een rit van 2u voor de boeg. En geloof het of niet… geen enkele meter rechte weg.

De “Calanques de Piana” wordt onze stop vandaag. De calanques zijn kreken en hoge kliffen met een intens oranje/rode kleur. Ze liggen in de Golf van Porto. Het is een geologische formatie van rode porfier, een magmatisch gesteente (de oorsprong van Corsica is vulkanisch). Het gebied wordt beschermd door Unesco en staat op de lijst van werelderfgoed.

Rond de middag zijn we op de parking waar onze wandeling begint. Onze spieren zijn nog niet volledig hersteld van de uitspatting van eergisteren. Dus we kozen voor een korte wandeling van 5km met 366 hoogtemeters. Deze wandeling in de Calanques is werkelijk a-dem-be-nemend. De rode rotsformaties in combinatie met de azuurblauwe zee zijn fantastisch mooi en geven ons prachtige panorama’s. We nemen dan ook rustig de tijd om uitgebreid te genieten en veel foto’s te trekken.

Na de wandeling is het nog een klein half uurtje rijden naar onze studio in Porto. De panoramische weg loopt midden door de rode rotsen. Mooi, maar niet gemakkelijk om in de smalle blinde bochten tegenliggers te passeren.

Vanavond aperitieven we eerst rustig op ons eigen ruime terras met zicht op de bergen. Straks gaan we nog iets eten in het dorpje.

Vandaag verlaten we Porto-Vecchio. De wekker staat redelijk op tijd, want we moeten onze valiezen nog pakken en we willen om 10u doorrijden. Maar oei oei oei… wat zijn we stijf van gisteren. Dat is geen verrassing zeker. Eens we in gang zijn gaat het wel, maar als we een tijdje gezeten hebben is het eventjes lastig om terug recht te staan en te wandelen.

Alles geraakt gemakkelijk ingepakt en we nemen nog rustig de tijd voor een uitgebreid ontbijt in de tuin van het hotel.

Wanneer we vertrekken begint het te regenen, en tijdens de rit naar Bonifacio krijgen we toch een serieuze regenbui. Maar eens we een parkeerplaats hebben gevonden stopt het wonderwel met regenen. Bomma Essen ging kaarsjes branden, en die hebben toch weer wonderen verricht.

We kuieren een uur of twee door Bonifacio. Eerst langs de witte krijtrotsen. We hebben dan een mooi uitzicht op het stadje dat boven op de kliffen gebouwd is. Mooi, maar niet zonder risico aangezien de kliffen in de loop der jaren beginnen afbrokkelen.
Wanneer we langs de poort van de burcht het stadje binnengaan, ontdekken we een levendig oud stadje met kleine straatjes, veel winkeltjes en een zeer bijzonder kerkhof. Die ene foto met kleine huisjes zijn eigenlijk grafhuisjes van families. In elk huisje liggen tot 8 mensen uit 1 familie begraven. Een bijzondere plaats.

Rond 14u zijn we terug aan de parking en zetten we koers richting stopplaats nummer twee: de Menhirs van Cauria. Dit is een archeologische site waar je een wandelingetje kan maken naar een aantal menhirs en een dolmen. Tijdens het gemakkelijke wandelingetje komen we ook enkele oude dikke kurk-eiken tegen. Wat zijn dat mooie bomen met een prachtige grillige vorm.

Na de stop in Cauria moeten we nog 100km rijden tot in Ajaccio. Hier is ons hotel voor vanavond. Voor die 100km hebben we wel meer dan 2 uur nodig. Het is niet normaal hoe veel bochten die Corsicanen in hun wegen hebben gemaakt. Het lijkt wel eindeloos te duren, die autoritten.

Onder het motto “soms moet je uw grenzen opzoeken” kiezen we vandaag voor een wandeling waarvan we weten dat ze zwaar zal zijn.

De Aiguilles de Bavella vormen een indrukwekkende rotsformatie met steile scherpe pieken. Ze worden ook de Dolomieten van Corsica genoemd.

We maken er een rondwandeling van 11km en 769 hoogtemeter die algemeen wordt omschreven als “zware wandeling”.

De wandeling begint met een klim van 2,5 km waarin we 650 meter zullen stijgen. Dat is 26% gemiddeld stijgingspercentage en dat is toch behoorlijk veel. De wandelpad gaat over een grote rotsflank. Dus het is klimmen en klauteren van de ene grote steen naar de andere. Zeker voor mijn kleine beentjes zijn de stenen soms te groot en is het regelmatig op handen en knieën te doen. We doen er uiteindelijk 3 uur over om boven te geraken. Dat is eigenlijk veel te traag, maar we hebben het toch maar gedaan.

Boven aan de top, aan een geweldig indrukwekkende rotswand lunchen we. Maar de inspanning heeft al mijn eetlust weggenomen. Dus van eten komt niet veel in huis. Het is ondertussen al 13.30u en we moeten nog 10km wandelen. Als dat maar goed komt.

De afdaling gaat even steil weer naar beneden. Dus ook over de afdaling doen we wel een tijdje. Eens beneden gaat de wandeling verder langs een glooiende bospad. Leuk stappen in een bos vol lage begroeiing met veel bloemen, maar voor de vergezichten moet je het hier niet zoeken.
De bospad gaat kilometers lang licht glooiend met af en toe wat geklauter. Wat ons opvalt is dat je hier in de bossen heel vaak een koekoek hoort. Het zijn er niet veel, maar als je er ene hoort dan hoor je hem kilometers ver.

Het einde van de wandeling (“het boeket” zoals onze Zwitserse wandelvrienden het zo mooi omschreven vandaag) is nog een pittige klim van een 150m terug naar de parking. Pfff… mijn energie is weg, helemaal leeg en uitgeput kom ik aan de auto. Voor Wim ging het allemaal gemakkelijker, hoewel ook Wim z’n spieren de inspanning voelen.

Om 18.30u zijn we pas terug aan de auto. Na een wandeling van maar liefst 8u staat er uiteindelijk 12,87km op mijn gps met 810 meter klimmen. Deze moeilijkheidsgraad van wandelingen is dus duidelijk een beetje te veel. Om je grenzen te leren kennen, moet je af en toe er ook eens over durven gaan, toch?

We rijden met de auto nog een dik uur terug naar het hotel over hele bochtige wegen. Er is letterlijk geen meter rechte weg.

Gelukkig hebben we voor vanavond een tafeltje in het restaurant van het hotel geboekt. Nu nog wandelen naar het oude stadje zou echt niet meer gaan. We genieten van een heerlijk diner, en dat maakt al weeral heel veel goed na de inspanning van vandaag.

Ik vrees alleen dat we morgen behoorlijk stijf zullen zijn. Gelukkig is het morgen een rustige auto-dag, want we verhuizen naar Ajaccio.

Rustige ochtend. Ons hotel ligt, zoals ik gisteren vertelde, aan de baai van Porto-Vecchio. Ontbijten doe je hier buiten op een zuiders terras in een prachtige tuin aan het water.

We nemen rustig de tijd, maar bereiden ons wel voor op onze eerste wandeling op Corsicaanse bodem. Rond 11u zijn de rugzakken ingeladen en vertrekken we.

De autorit van een half uurtje gaat over kronkelende wegen tot en met een bospad met de nodige putten en bulten. Soit, veilig en wel geraken we aan de startplaats van de wandeling.

We doen een wandeling naar Punta di a Vacca Morte en verder naar Cartalavonu voor enkele uitzichtpunten over Lac de l’Ospedale. Allemaal prachtige plekjes op een wandeling met stralend weer. Boven aan de Punta vinden we veel hagedisjes die proberen van de warmte van de zon te genieten op de rotsen. Later staan we met verwondering te kijken naar de rijke flora wanneer we door het bos terugwandelen. We vinden cyclamen, heel veel helleborus en nog veel andere interessante planten en bloemen.

Wat ons ook opvalt is dat er op veel plekken bosgrond is omgewoeld. We zijn er zeker van dat dit het werk is van wilde zwijnen. Zeker nadat je “Asterix op Corsica” gelezen hebt. Stiekem hopen we wel ergens een zwijn te zien, maar eigenlijk ook weer niet. Voor alle duidelijkheid, we hebben geen enkel zwijn gespot vandaag. Wel enkele koeien die stonden te grazen in het bos.

Wanneer we terug aan de auto zijn telt onze gps 8km en een hoogteverschil van 376m. Een perfecte instapwandeling!

Voor het diner keren we terug naar het oude stadje in Porto-Vecchio. Na een aperitief op het stadspleintje vinden we een plekje bij Furana a Prova, lekkere en zeer verfijnde gerechten.

Vanavond hebben we dan weer ons plekje gevonden aan het water in de tuin van het hotel. Met een vestje is het best goed te doen om nog even buiten genieten van de rust en het kabbelende water.

Toch zullen we vroeg ons bedje opzoeken, want morgen staat er een pittig (wandel)programma op onze planning.

We beginnen rustig op het gemakske aan onze vakantie. Het reizen naar Corsica loopt in de voormiddag. Al om 5u45 bollen we richting luchthaven van Charleroi. We vertrekken belachelijk vroeg, maar we willen de files op de Antwerpse en Brusselse ring voor zijn. Ruim op tijd komen de bij de luchthaven. Aan de check-in en bagagecontrole is letterlijk niemand. Zelfs het boarden in het vliegtuig gaat sneller dan gepland. Het vliegtuig kan daardoor 20 minuten vroeger vertrekken dan gepland. Dat is plezant, zijn we ook vroeger in Figari.

Ook de auto huren in Figari gaat bijzonder vlot. We huren bij Sixt een Peugeot 2008, een spiksplinternieuwe wagen met nog maar 2700km op de teller.

In de namiddag doen we het op ons gemak. We stoppen even in Palombaggia aan het mooie witte strand met tropisch blauw water. Mooi helder azuurblauw water wanneer de zon vollenbak schijnt. Als de zon achter de wolken kruipt, krijgt het water een iets grijzere kleur.

Na een korte bezoekje aan het strand (en de strand bar 😉) bollen we rustig verder tot in Porto-Vecchio. Portivechju in het Corsicaans. Het is aan de wegwijzers al snel duidelijk dat de Coriscanen op hun eigen taal en eigenheid gesteld staan. Op vele wegwijzers is de Italiaans/Franse naam met graffiti overspoten.

We checken goed op tijd in bij ons hotel. Beetje uitpakken, eventjes rusten en dan wandelen we naar het centrum van Porto-Vecchio.

In het kleine, oude centrum van Porto-Vecchio vinden we kleine gezellige winkelstraatjes vol met souvenier winkeltjes en winkeltjes met lokale specialiteiten, en heel veel restaurantjes.

We bezoeken ook nog even de Eglise Saint-Jean Baptiste, oftewel de kerk van Sint-Jan de Doper. Bij een prachtig mooi Mariabeeld branden we nog een kaarsje voor Bomma Essen.

Wim had via de reviews van Google een restaurantje gevonden “Casa di Carlita”. Een vriendelijke dame heeft haar living omgetoverd tot Italiaans restaurantje en kook in haar open keuken. We eten ons buikje (veel te) vol met de lekkerste pasta die we ooit gegeten hebben.

Op moment van schrijven zitten we nog in de tuin van ons hotel met een digestive en uitzicht op het biljartvlakke water van de baai van Porto-Vecchio.

Ons reisplan is helemaal klaar: Google Maps

De 13-daagse reis begint met een vlucht van Charleroi naar Figari, een luchthaven in het zuiden van het eiland. We verblijven eerst een paar dagen in Porto-Vecchio. Daarna zetten we, via Bonifacio, koers naar Ajaccio en verder door naar het centrale gedeelte van Corsica. Om niet te ver van de wandelingen te logeren, hebben we gekozen voor drie verschillende verblijven in het centrale gedeelte van Corsica (Porto-Ota, Calacuccia en Corte). Ons plan is om daar een aantal dagtochten te doen, waarvan we werden getipt via vrienden, collega’s en reisblogs op het internet. Als afsluiter rijden we door naar het noorden van het eiland om de landtong boven Bastia te verkennen. Op de dertiende dag geven we de huurwagen weer terug, en vliegen van Bastia terug naar Charleroi.

Wat een mooie dag om onze reis af te sluiten.

We laten de auto vandaag netjes in de parkeergarage staan. Die krijgt een dagje verlof vandaag.

We bezoeken in de voormiddag Edinburgh Castle. Eerst kuieren we wat rond binnen de muren van het kasteel. Je hebt hier een heel mooi zicht over de volledige stad. We worden zelfs getrakteerd op een regenboog.
In het kasteel bezoeken we eerst het War Museum waar ontzettend veel uniformen, zwaarden, geweren en andere attributen staan uitgestald. Indrukwekkend hoeveel materiaal hier wordt verzameld. Daarna lopen we tussen de menigte (ja… het is hier gigantisch druk) naar de herdenkingskapel en de Great Hall. De Great Hall is de ridderkamer. Hier staat een vriendelijke dame is middeleeuwse kledij om op vragen van de mensen te antwoorden. Ik wilde nog graag de schatkamer met de kroonjuwelen bezoeken, maar daar staat een gigantisch lange wachtrij, dus die slaan we dan maar over.

Wanneer we rond de middag het meeste van het kasteel gezien hebben, vervolgen we ons stadsbezoek via de “Royal Mile”. Dat is één straat waar alles van het historisch centrum zich situeert. Maar we onderschatten de drukte. Wat een massa volk. Hier voelen we ons niet echt op ons gemak. Er zijn ontelbaar veel straat-theater-artiesten, waardoor er continu groepen mensen de weg versperren. Gewoon rustig kuieren en gebouwen bewonderen zit er echt niet in.

Voor de namiddag had ik op voorhand al een activiteit gevonden en tickets gekocht. We bezoeken Mary King’s Close. Dit is een doolhof van middeleeuwse steegjes waar een gids (verkleed als personage) ons het verhaal vertelt over het leven in de 17de eeuw in deze steegjes. Een zeer aangename gids om naar te luisteren, ze vertelt in duidelijk Engels, met veel energie en heel begeesterd. Ook Lotte spreekt vol lof over deze activiteit. Zeker een aanrader! En een goede manier om de drukte even te ontvluchten.

Uiteraard kan je niet in dergelijke grote stad komen, zonder even tijd te spenderen aan shoppen. De rest van de namiddag gaan Lotte en ik wat winkeltjes afschuimen op zoek naar leuke souvenirs van Schotland.

Allemaal heel plezant tot nu toe, maar het beste van vandaag moet nog komen. Vanavond gaan we kijken naar de Royal Military Tattoo. Een wervelend muziekspektakel met maar liefst 12 piper bands en nog enkele dansgroepen en andere militaire muziekkorpsen. We hebben geprobeerd om ze te tellen, en we schatten het aantal muzikanten en dansers op meer dan 400! De show opent met de ontvangst van Prinses Anne. Zij zal samen met ons heel de show volgen. Nadien volgt het ene spektakel na het andere. De show ligt geen seconde stil. De muzikale acts vormen een mooi afwisselend geheel in een prachtig historisch kader. De lichtshow op de muren van het kasteel geven het geheel een zeer bijzondere sfeer. Wauw! We zitten met grote ogen te kijken en geniet van elke minuut van deze show.

Enkele filmpjes om jullie een idee te geven van de show:
Dansers
Majesticks drum band
grande finale
grande finale (pipers)

Ondanks de mindere weersvoorspelling voor vanavond, valt er uiteindelijk geen druppel regen. En met een avond-temperatuur van 18 graden zitten we zelfs een heel deel van de show in t-shirt te kijken. Een uur na de voorstelling begint het terug te regenen. Alsof de weergoden ons vanavond een cadeautje wilde geven, of hebben de kaarsjes van de Bomma dan toch hun werk gedaan?

Kortom, een mooie afsluiter van een prachtige reis!

Vanavond kruipen we redelijk laat, moe maar zeer voldaan in ons bedje. Morgen rijden we nog een rit van Edinburgh naar Newcastle, daar schepen we weer in en zetten we koers naar het Europese vasteland.

Stilaan komt het einde van de reis in zicht. Vandaag verlaten we de highlands en zetten we koers naar Edinburgh. Het zal een autorit worden van 300km. Dat doen we weer met enkele interessante tussenstops.

Voor de eerste stop plannen we een blitsbezoek aan King Charles in Balmoral. De King zelf is er niet natuurlijk, want dan is het domein niet toegankelijk. Ik had op voorhand al tickets gekocht. Dus heel vlot geraken we binnen op het domein. We krijgen een plannetje met een wandeling en een audio-gids. De wandeling begint in de Kitchen garden met allerlei groenten die hier biologisch geteelt worden. Daarna volgt een mooie bloementuin, allemaal keurig netjes onderhouden natuurlijk. Charles heeft duidelijk nog plannen om de tuin een stuk opnieuw aan te leggen. Op sommige plaatsen zijn stukken nieuw aangeplant of nog in opbouw.
Na de wandeling in de tuin stappen we door de balzaal, een mooie zaal prachtig gedecoreerd met zeker 10 rendier-koppen die ons nauwlettend in de gaten houden. In de zaal staat een tentoonstelling van schilderijen waarvan de meeste van de hand van HM King Charles himself. Hij heeft talent! Foto's trekken is hier ten strengste verboden.

Na dit korte bezoek zetten we onze rit verder naar Pitlochry. De rit op zich is zeer vermoeiend. We rijden 50 mijl (80km) langs een kronkelend baantje. Er is letterlijk geen meter rechte weg, scherpe bochtjes naar links, scherpe bochtjes naar rechts, heuveltje op, heuveltje af, en hellingen tot 20%. Pfioeuw... heel vermoeiend om te rijden. Maar het moet gezegd, wel een prachtige route. Dit deel van de highlands bestaat vooral uit hoge bergtoppen en zacht glooiende brede flanken die volledig begroeid zijn met heidestruiken. Deze heide staat momenteel allemaal in bloei, wat maakt dat we door een roze / purper berglandschap rijden. Wondermooi, en zeer speciaal.

Als chauffeur ben ik blij wanneer we in Pitlochry aankomen. We nemen een snelle ciabata lunch in het visitor centre van de Pitlochry Dam. Na het eten zoeken we de befaamde vis-ladder. Dit is een constructie in beton dat werd gemaakt om de zalmen stroomopwaarts langs de dam te laten passeren om verder op in de rivier te paren. We zien enkele grote zalmen in het water. Ze zwemmen via een buizensysteem onderwater stroomopwaarts. Dus je ziet er eigenlijk helemaal niks van. We hadden hier wat meer spektakel verwacht, maar alleszins goed voor die beestjes dat de bouwers van de dam hun biotoop niet om zeep hebben geholpen.

Volgende stop gaat naar Falkirk. Daar staat een roterende scheepslift, het "Falkirk Wheel". Het is de enige roterende scheepslift ter wereld. Als we toekomen is hij net aan het draaien. Het ziet er een supereenvoudig principe uit. Twee bakjes waar een schip in varen roteren aan de hand van een gigantische as en tandwielen over een halve cirkel in minder dan vijf minuten. Een indrukwekkend staaltje engineering.

Onze laatste stop vooraleer we Edinburgh binnenrijden is aan een uitkijkpunt bij de Forth bruggen. Dit zijn drie gigantische bruggen die het zeer brede estuarium van de Forth overbruggen. Zeker de oudste, rode treinbrug vinden we echt heel mooi en indrukwekkend.

Na deze korte stop helpt onze gps ons probleemloos de weg te vinden naar ons appartement midden in het centrum van Edinburgh. We laden snel de hoogstnoodzakelijke bagage uit, vooraleer ik de auto voor twee nachten ga stallen in een grote QPark. Die heeft, na de zware rit van vandaag, wel eventjes rust verdiend.
Hopelijk vinden wij vanavond ook de nodige rust, want ons appartement ligt aan een bijzonder drukke straat. Maar ja... wel gemakkelijk om morgen ons stadsbezoek aan Edinburgh te beginnen.

Edinburgh is voor ons wel een heel groot contrast met de voorbije 2,5 weken waar we zowaar vertoefden in niemandsland. Buiten enkele toeristen was er haast geen levende ziel te bespeuren. Hier kom je dan ineens in een drukke stad met veel verkeer, veel toeristen en op het moment van schrijven veel jongeren die 's avonds laat een stapje in de wereld willen zetten. Het contrast kan haast niet groter.
Het valt ons ook op dat er overal security agenten staan. In elk winkeltje, in elk café, in elk restaurant en op iedere hoek van de straat. We vermoeden dat dit te maken heeft met alle onrust en opstanden die er momenteel heersen in Engeland.

Deze ochtend worden we wakker met een staalblauwe hemel. Maar … op z’n Schots … een uurtje later komt er weer bewolking opzetten. We zijn het ondertussen al gewoon, het veranderlijke weer.

Deze voormiddag bezoeken we een rendierkudde, de “Cairngorms Reindeer Herd”. De herders nemen ons mee naar de bergflank waar de kudde verblijft. Het is te zeggen, een deel van de kudde. Hier zijn alle mannetjes samengebracht, jong en oud. De vrouwtjes en de kleintjes zitten verderop in de vrije natuur.

Wanneer we door het poortje van de wei stappen vormen we met alle mensen en de rendieren samen een kudde. We stappen gezamenlijk een eind verder de weide in. Netjes op een rijtje rendieren en mensen door elkaar.

Wanneer er toch een rendier ons voorbij wil steken in het rijtje, doet hij dat heel voorzichtig. Hij kantelt z’n hoofd een beetje zodat hij niet met z’n gewei tegen ons aan botst. Later horen we dat de geweien heel gevoelig zijn, dus ze willen er niet graag mee botsen.

Wanneer we aankomen op een grote weidevlakte houden we halt. We staan in één grote groep, dieren en mensen door elkaar.
De herders vertellen ons (in heel keurig en goed verstaanbaar Engels) over de rendieren: over hoe hun geweien in de winter afvallen en vanaf maart telkens weer helemaal opnieuw groeien, hoe de geweien bedekt zijn met een fragiele vacht om de geweien te laten groeien, hoe de dieren leven in een kudde waar de grootste het gezag draagt, hoe rustig en vredelievend deze dieren zijn, hoe hun poten een klikkend geluid maken om elkaar goed te kunnen horen. Soit… een hele uitleg.

Na de uitleg mogen we de dieren een handje eten geven. Lotte en ik krijgen een handvol eten en heel snel staat er een rendier te smullen uit onze handen. Wim trekt liever foto’s.

Wanneer ze merken dat er geen eten meer is, verspreiden de dieren zich een beetje in de wei. We hebben nu uitgebreid de kans om dicht bij de dieren te komen en (veel) foto’s te trekken. Je mag ze niet aanraken, maar de dieren hebben er helemaal geen probleem mee als je dicht bij hen komt staan.
Eentje (Winny) is wel heel aanhankelijk en komt een tijdje bij ons gezelschap staan.

Tijdens de tijd die we hebben voor de fotoshoot nemen de herders ook nog ruimschoots de tijd om op onze vragen te antwoorden. Zeer vriendelijke mensen.

Tegen de middag wandelen we terug naar beneden. Lotte haar gsm staat goed vol met foto’s van rendieren.

Na de middag waren we van plan om nog een wandeling te doen aan Cairn Gorm. De hoogste berg van het nationaal park. Maar eigenlijk hebben we niet heel veel fut. Wim en ik wandelen een stukje de berg op, maar we keren na een half uurtje terug naar de auto.

De rest van de middag wordt een chill-momentje. We kijken naar de Olympische wegrit, en gaan in de late namiddag nog even naar het dorpje voor een (korte) boswandeling tot aan de rivier Spey. Maar we hadden ons even miskeken op de afstand. Er stond op een bord dat de wandeling 3 mijlen is, maar we hadden dit geïnterpreteerd als kilometer. Stoem… terug aan de auto hebben we dus 4,5km gestapt.

Vanavond ruimen we de bungalow weer op, morgen vertrekken we naar onze laatste verblijfplaats. Er staat weer een rit van 300km op het programma. Op tijd gaan slapen dus.

Vandaag hadden we de weergoden om goed weer gevraagd, maar helaas. Een grijze dag en de bewolking hangt redelijk laag. Toch houden we ons aan onze planning en bereiden we ons voor op een wandeling in Glen Affric.

Na een stevig ontbijt van onze gastvrouw van de B&B “The Steading Highland Glen Lodge”, laden we onze auto weer in en rijden een half uurtje naar Glen Affric.

Het blijft bewolkt en een beetje miezerig. Maar koud is het niet echt. Met een jasje en een picknick vertrekken Wim en Lotte voor een tocht van 13km. Uiteindelijk zijn ze na 3,5 uur stappen terug beneden, maar beetje teleurgesteld over de wandeling. De uitzichten voldeden niet echt aan de verwachting en de wandelweg op zich was ook niet heel interessant. Tja kijk… het kan niet alle dagen feest zijn. Ze hebben zeker wel de nodige sport gehad voor vandaag.

Ik doe vandaag een andere wandeling, want die afstand en die hoogtemeters gaat voor mij niet lukken. Ik doe een tocht langs de oevers van Loch Affric en z’n bruine rivier. De bordjes op de parking leggen uit dat de bruine kleur van de rivier komt van de hoeveelheid “peat” (turf) in de grond. Tijdens de wandeling had ik wel het geluk om een reetje tegen te komen. Uiteindelijk telt mijn gps ook 8km, maar met weinig hoogteverschil. Deze wandeling was meer dan voldoende voor die verdomde achillespees.

Beetje teleurgesteld zetten we na onze wandelingen koers naar Inverness om de auto te laden. Tijdens het wachten nemen we rustig de tijd om even met Thijs te bellen.

Met een volle batterij rijden we naar onze volgende verblijfplaats: een chalet op de camping van Grantown-on-Spey. De chalet is behoorlijk ruim en nog spiksplinternieuw. Dat zit goed voor de volgende twee nachten.

Van hieruit ligt Cairngorms National Park op een steenworp. Prima locatie om morgen de laatste wandeldag aan te vangen.

De derde dag NC500, en wel de dag met het meeste aantal kilometers voor de boeg. Vandaag doen we maar liefst 300km, aan een gemiddelde snelheid van 54km/u. Dus we zijn wel eventjes aan het rijden. Gelukkig vandaag wel veel gewone weg en niet zoals gisteren en eergisteren waar we mijlenver over single-track roads moesten rijden.

We proberen onderweg nog enkele interessante stops te doen.

De eerste stop is bij John o’ Groats. Hier vinden we een snelle laadpaal. Tijdens de laadbeurt maken we een strandwandeling. Er zijn naar het schijnt zee-rotsen die echt de moeite zijn, maar zo ver gaat onze wandeling niet. We houden het bij schelpjes zoeken, de branding en de kustlijn bewonderen, foto’s trekken van vogels, en turen naar de oceaan op zoek naar een walvis of dolfijn. Gisteren zijn we ook op verschillende plekken gestopt en gezocht, maar van walvissen of dolfijnen voorlopig geen spoor.

We stellen onze gps zuidwaarts in en vervolgen de NC500 richting Wick. De landschappen in deze streek zijn minder indrukwekkend. We rijden door een zacht glooiend landschap met vooral landbouw als hoofdactiviteit.

Wim leest in ons reisboekje nog een tip over Badbea. Dit zou een ruïne van een oude nederzetting van vluchtelingen zijn. We wandelen tot aan een hoop stenen, maar om hier een nederzetting te herkennen moet je toch wel heel veel verbeelding hebben. Toch zetten we ons hier een tijdje neer. De glooiende kliffen zijn begroeid met paarse heide, een mooi landschap. En we hebben zicht op de zee waar geen rimpel te zien is. Opnieuw speuren we naar dolfijnen, maar niks… helemaal niks. We geven stilletjes aan de moed een beetje op.

Volgende stop ligt aan Dunrobin Castle. Een eerder sprookjesachtig kasteel. We doen hetzelfde als eerder deze week. We bekijken het prachtige gebouw langs de buitenkant, maar betalen liever geen fortuin aan inkomgeld. We houden het hier bij een korte stop. Het wordt al wat later in de namiddag en we hebben nog wel een ritje te gaan.

Er is nog één stop die ik zeker wilde doen, en dat is Chanonry Point. Een uitkijkpunt aan het estuarium van de rivier Ness. Van aan deze vuurtoren kan je Fort George zien liggen. Maar nog belangrijker, ongeveer 1 uur na de eb, is de kans op dolfijnen hier zeer groot. De dieren komen dan smullen van de zalmen die proberen tegen de stroming van het opkomende water in te zwemmen. Lotte had opgezocht dat eb hier rond 17.00u zou zijn, en wij komen hier aan rond 17.45u. Perfecte timing! We zijn benieuwd.

Wanneer we over het keienstrand naar het uitkijkpunt wandelen, zien we al snel de dolfijnen-show. Halleluja! Na zeer veel pogingen is het ons eindelijk gelukt om dolfijnen te vinden.

Vlak voor onze neus doen de beestjes allerlei capriolen om aan voedsel te geraken. We kunnen niet goed inschatten met hoeveel ze zijn, maar ze zijn met een hele bende. Er zijn er grote bij, maar ook nog kleintjes die dicht bij hun mama blijven. We blijven hier ruim één uur hangen en kijken vol bewondering naar het spektakel. We nemen dan ook ontelbaar veel foto’s van de ijverige dolfijnen.

We hadden hier gerust nog langer kunnen blijven, maar we moeten voor 20u ingecheckt zijn bij de volgende verblijfplaats. Dus moeten we - met veel spijt - de dolfijnen vaarwel zeggen.

Net binnen tijd komen we aan bij de B&B, een prachtig ruim logement, midden in de bossen ten noorden van Loch Ness.

Vanavond vinden we gemakkelijk een plaatsje in Fiddler’s Highland Restaurant. Een restaurant waar de muren helemaal vol staan met flessen whisky. Hier kan je quasi alle whisky’s van Schotland proeven, vermoeden we. We genieten er van een heerlijke Spayburn Whisky Smoked Salmon. Delicious!

Wat oorspronkelijk een saaie autorit-dag zou worden, is vandaag toch uitgedraaid in een behoorlijk lange dag met de dolfijntjes als hoogtepunt.

In Ullapool blijven we maar 1 nacht. Het hotel is zeer basic, maar meer heb je niet nodig voor 1 nacht. We hadden onze valiezen in de auto laten zitten en enkel een rugzak met de noodzakelijke dingen in het hotel. De auto opnieuw laden kost dus absoluut geen moeite. Nog even naar de winkel voor lunch en avondeten. Zo moeten we niet op zoek naar een eetgelegenheid en hebben we de planning volledig zelf in de hand.

We volgen de NC500. Een bekende panoramische route die heel het noorden van Schotland rondgaat. Panoramisch is het zeker wel. We rijden door een prachtig landschap dat ons weer opnieuw aan IJsland doet denken.

In een reisboekje ziet Wim een tip om even te stoppen aan een kloof met stenen wandelpad tot aan een waterval met de lyrische naam “Wailing Widow Falls”. Het plekje staat helemaal niet aangeduid met een wegwijzer, dus je moet het weten. Maar het is zeker de moeite voor een korte stop.

We cruisen verder door het fenomenaal mooie landschap tot aan Smoo Cave. Een zeegrot. Dus eigenlijk een grote holte uitgesleten door het zeewater. Ook hier houden we een korte stop.

Er staat vandaag opnieuw een rit van 266km op het programma. Dus heel veel tijd voor uitgebreide stops hebben we niet. Maar dat is niet zo erg. De hoofdattractie van de dag zijn de uitzichten tijdens de autorit.

We picknicken aan een laadpaal, want hier in de middle of nowhere wil ik echt niet met een platte batterij staan.

Na de picknick rijden we tot aan een kleine parking vlakbij Strathy Point Lighthouse. Eén van de noordelijke vuurtorens langs de ruige kliffen aan de noordkust. We wandelen een kort stukje van de parking tot aan de vuurtoren. Hier heb je een mooi uitzicht op de zee en de Orkney eilanden in de verte. We nemen hier uitgebreid de tijd om in het water te zoeken naar wild life. Walvissen en dolfijnen zien we niet. Wel een groepje zeehonden in de wilde branding tussen de kliffen.

Na de vuurtoren is het nog een dik uur rijden naar ons verblijf. Een B&B/camping waar de eigenaars ook enkele zeehondjes verzorgen om later terug in de natuur vrij te kunnen laten.
We worden ontvangen door een vriendelijke gastheer en krijgen een dubbelkamer met twee slaapkamers en een salon. Ruime plek voor ons drie.

Na de check-in rijden we nog even door Dunnet Head. Een vuurtoren op 5 minuutjes rijden, waar je - volgens de boekjes - papegaaiduikers zou kunnen spotten. Maar helaas, wanneer we er aankomen is er geen enkele papegaaiduiker thuis. We zoeken nog even in de spiegelvlakke zee naar een teken van andere dieren. Maar eigenlijk hebben we kou en honger. Dus gaan we snel terug naar onze B&B en eten onze avondmenu die we deze ochtend in de supermarkt hadden gekocht.

Vandaag was een dag met veel kilometers autorijden, maar met veel mooie vergezichten. Het is wel opmerkelijk hoe het landschap veranderde in de loop van de dag. We zijn gestart in de highlands met hoge, rotsachtige bergen, fjorden, haast geen begroeiing en geen enkel teken van menselijke activiteit. Naarmate we meer naar het oosten kwamen werd het landschap groener en veel vlakker met weilanden en dorpjes.

Back to the mainland. Vandaag verlaten we eiland Skye. Maar eerst nemen we nog afscheid van Hamish en z’n vrouw. Onze supervriendelijke gastheer van huis Medowmore in Edinbane. Er stonden zelfs koekjes en een fles wijn om ons te verwelkomen.

Na de grote opruim van het grote huis zetten we eerst koers naar Portree om nog even de auto bij te laden. Daarna in “rechte” lijn naar Eilan Donan Castle. Rechte lijn is zeer relatief in Schotland. Er is letterlijk geen enkele meter rechte weg, alleen maar een continue resem aan bochtjes en bergjes.

Bij Eilan Donan Castle doen we niet de moeite om binnen te gaan en een inkomticket te betalen. We wandelen tot aan de ingang van het kasteel en bewonderen het 13de eeuwse bouwsel langs de buitenkant.

We eten wel in de Eilan Donan coffee shop een snelle lunch: een toastie of panini met … chips. Jawel, die Engelsen eten liefst bij elke lunch chips. Geen frietjes hé, maar wel gewone zoute chips.

Na de lunch stellen we onze gps in op Ullapool, maar wel via de panoramische route langs Poolewe en Gairloch. De zichten zijn prachtig. We wanen ons opnieuw in de Lofoten.

Onderweg naar Ullapool stoppen we nog aan Gruinard Beach, een strand met “pink sand”. Ik had in een boekje gelezen dat dit strand een paradijs is voor geologen aangezien je hier een opmerkelijke combinatie van kleurrijke stenen kan vinden. Rara… wie zijn we kwijt op dit strand?

Wanneer we - na een rit van 281km - aankomen in Ullapool, zijn we aangenaam verrast door de sfeer in het vissersdorpje. We zien allemaal kleine witte huisjes, en de menukaarten van de restaurants en eetgelegenheden bestaan uit 80% vis. In het haventje worden de visvangsten vers geleverd.

Wel één probleem. We hebben honger. Het is al half acht en er is geen enkele tafel vrij in de restaurants. Gelukkig zijn er ook verschillende take-aways. We bestellen fish&chips in een meeneembakje en nestelen ons op het keienstrand tegenover ons hotel. Tijdens het eten zien Wim en Lotte een zeehondje passeren.

Wanneer ons eten op is, zetten we ons - verkleumd van de kou - binnen in de bar van het hotel waar een beetje later een accordeonist live muziek komt spelen. Met z’n digitale accordeon zorgt hij voor de klanken van een volledig orkest. We zijn zeer onder de indruk.

We zagen gisteren al op onze weerapp dat het vandaag een uitgeregende dag zou zijn. En dat klopt ook. Het ganse eiland Skye ligt een hele dag in een regenzone met daarbij nog eens heel veel wind (tot 6 Beaufort). In de rest van Schotland lijkt het wel goed weer te zijn, maar ja… dat hoort er nu eenmaal bij als je naar Schotland op reis gaat. Gelukkig hebben we gisteren al de wandeling naar de Storr gedaan.

We houden ons aan het geplande programma voor vandaag. Dat begint met een bezoek aan Dunvegan Castle. Het is er behoorlijk druk, we zijn niet de enige toeristen die een binnen activiteit zoeken. Het kasteel (nog steeds bewoond door het hoofd van de MacLeod clan) toont aan de hand van veel schilderijen en interieur de geschiedenis van deze clan en het leven op het kasteel. Wel interessant, maar eigenlijk is het er te druk om rustig rond te kunnen kijken.
Aan het kasteel is ook een grote mooie kasteeltuin, daar kuieren we nog een tijdje in rond. We zijn onder de indruk van de pracht van deze Engelse tuin. Het doet ons wat denken aan ons arboretum in Kalmthout.

Rond de middag zoeken we een restaurantje in Dunvegan dorp voor een snelle lunch.

Het blijft echt grijs weer met veel regen en wind. Toch doen we in de namiddag een poging om naar Neist Point Lighthouse te rijden. Een vuurtoren op een soort van schiereiland. Rond dit schiereiland zou je gemakkelijk dolfijnen en walvissen kunnen spotten. We hadden alles voorbereid (verrekijkers, Wim z’n telelens, …). Maar na een lange rit langs een single-track baantje, waar we ontelbare keren aan de kant moesten voor tegenliggers, komen we aan op de parking van de vuurtoren en is het echt slecht weer.

We laten ons gerief allemaal maar in de auto zitten, want veel zullen we niet zien. Maar toch zijn we nieuwsgierig naar de vuurtoren en beginnen we aan de wandelpad van 1,5km in de mist, regen en met heel veel wind. Het gebouw van de vuurtoren en de wilde zee rond het schiereiland zijn wel mooi, maar dieren zullen we in deze woeste zee niet zien. Wanneer we terug aan de auto komen, zijn we echt helemaal doorweekt. We leggen handdoeken op de autozetels en rijden kortste weg naar ons vakantiehuis om droge kleren aan te trekken.

De derde activiteit voor vandaag zou Coral Beach geweest zijn, maar het weer is ondertussen nog slechter geworden. Dus we blijven gewoon rustig in ons huis. Beetje chillen, kleren proberen te drogen en onze valiezen op orde maken voor het vervolg van onze roadtrip.

De weerman op tv voorspelde gisteren dat het vandaag mooi weer zou zijn. Maar als we onze gordijnen opentrekken zien we vooral grijze lucht en is het best wel fris. Maar het regent niet, dus we laten onze geplande wandeling doorgaan.

In alle reisboekjes lees je over dé grote wandel-attractie van Skye, nl. The Old Man of Storr. Dankzij een vulkanische plug, lang lang geleden, ontstond hier een opmerkelijke rotsformatie. De legende zegt dat The Old Man een reus is die hier in slaap is gevallen met z’n duim omhoog. Omdat het zo populair is, wordt er aangeraden om op tijd naar de parking te rijden als je nog een plaatsje wil hebben. Wanneer we rond 10.45u aan de parking komen is het inderdaad heel druk, maar we vinden gelukkig snel een plaatsje.

We wandelen de eerste 2km samen met een hele hoop andere toeristen tot aan de fameuze rotsen. Voor mij was deze klim meer dan voldoende. Maar voor Wim en Lotte staat een langere wandeling gepland. Zij zullen een rondwandeling doen van 9km waarbij ze nog verder wandelen naar een uitzichtpunt op de top van de Trotternish Ridge.

Vooraleer Wim en Lotte vertrekken nemen we nog heel wat foto’s bij de rotsformatie, want het is hier wel echt heel mooi.

Er staat hier boven ontzettend veel wind. Dat zie je goed op de foto’s. We hebben de kap van onze jas en trui goed dichtgemaakt, niet voor de regen maar wel voor de wind. Zeker voor Wim en Lotte wordt dat lastig koud als ze hoger op wandelen. Lotte verstopt zich graag achter een steenmannetje op zoek naar een beetje beschutting voor de wind. Maar die wind zorgt er wel voor dat de wolken worden weggeblazen. Hoe meer de dag vordert, hoe mooier het weer.

Na onze fotoshoot installeer ik me ergens tussen de rotsen en uit de wind om m’n lunchpakketje op te eten. Daarna wandel ik op het gemakske terug naar beneden.

Wim en Lotte zoeken via hun gps track de weg naar boven. Die gps heb je echt wel nodig, want de wegwijzers kennen de Schotten niet. In het beste geval staat er een steenmannetje dat de weg wijst. Onderweg nemen ze de tijd om stenen te zoeken (in de ijskoude wind) en zien ze op grote hoogte een zeearend.

Halverwege de namiddag vinden we elkaar terug aan de auto. De rest van de namiddag rijden we met de auto het noordoosten van eiland Skye rond. Een mooie panoramische autorit langs de kustlijn van Skye.

Nog even stoppen we aan The Fairy Glen. Dit plekje staat ook vaak genoteerd in de reisboekjes. Het is een bijzonder landschap met ongewone heuvels ooit veroorzaakt door een aardverschuiving. We kuieren een half uurtje door het landschap, maar echt zwaar onder de indruk zijn we niet na de prachtige uitzichten van eerder vandaag.

Wat een prachtige dag vandaag! Hou u vast, het wordt een lang verslag…

We hebben een redelijk uurschema te volgen vandaag. Twee timings die we willen halen: 1. de Harry Potter stoomtrein en 2. onze overzet naar Isle of Skye.

Volgens de website van de Jacobite Steam Train passeert deze trein om 10.45u aan de iconische Glennfinnan viaduct. En dat plaatje wil ik absoluut gezien hebben. We vertellen dit tijdens ons ontbijt aan onze supervriendelijke gastvrouw van de B&B. Zij waarschuwt ons dat het daar superdruk is, en dat je ten laatste om 9.30u aan de parking moet zijn of je hebt geen plaats meer. Oh jee, we schakelen een versnelling hoger, snel tanden poetsen, rugzak inladen, afrekenen en proberen op tijd bij Glenfinnan te zijn. We arriveren er om 9.38u en we hebben nog plaats op de parking. Oef!

We wandelen samen met een hele hoop mensen richting de Glennfinnan viaduct. Het is hier echt belachelijk druk. Iedereen wil hetzelfde “unieke” plaatje met de stoomtrein. Je zal zien op de collage hieronder dat er nog mensen waren. Maar we trekken ons er niks van aan, en installeren ons braaf op de bergflank waar je het beste zicht hebt op de trein. We moeten hier nog ruim 40 minuten wachten in volle zon, maar dat hebben we er graag voor over. Om 10.45u begint het publiek zenuwachtig te worden, en jawel… daar verschijnt de stoompluim van achter de groene heuvel. De trein neemt heel rustig de tijd om over de brug te tsjoeken. We nemen ontelbaar veel foto’s. Het publiek sluit deze voorstelling zelfs af met een spontaan applaus.
Daarna vertrekt heel de massa weer te voet terug naar de parking en zetten wij ons in pole position om de “Road to the Isles” op te rijden.

We kregen van onze supervriendelijke gastvrouw ook de tip om niet de hoofdweg te volgen, maar wel het kleine (single-track) baantje langs de stranden. Dankzij de open lucht (beetje bewolking, maar vooral veel zon) heeft het water hier echt een azuurblauwe kleur. Het geeft de stranden een Caribisch uitzicht. Zijn we nog in Schotland? Vol bewondering en met heel veel kreten als “oooh” en “wauw” genieten we van dit landschap. Aan één van de laatste strandjes zetten we de auto aan de kant en gaan we het strand op voor nog meer foto’s. Ik maak hier ook vriendjes met een vriendelijke meeuw die probeert om kleine krabbetjes te vangen in het water. Hij laat zich rustig fotografen terwijl Wim en Lotte schelpjes zoeken.

Ruim op tijd rijden we naar de Ferry Terminal in Mallaig. Wanneer we aankomen zegt een steward ons dat de boot een half uur vroeger zal vertrekken. Al een geluk dat we hier op tijd aankomen. Slechts 5 minuutjes moeten we wachten en dan mogen we al op de boot rijden.

Tijdens de overtocht wacht de volgende verrassing: enkele dolfijntjes komen langs onze boot gezwommen en maken een paar sprongetjes vlakbij bij de boeg van de boot.
Wim kan er nog net een foto van trekken wanneer de dolfijn net weer onder water is.

Na de ferry zetten we koers op het eiland Skye. Ook hier weer heel veel “oooh” en “wauw”. Het landschap doet ons denken aan een mix tussen IJsland en de Lofoten Noorwegen. We volgen deze hoofdweg tot in Portree, het grootste (haven)stadje van het eiland. Hier laden we de auto, drinken een koffie en doen boodschappen voor de komende dagen.

Vanaf de winkel is het nog 20 minuten rijden tot aan ons huisje, of zeg maar huis. We komen aan bij “Medowmore” in Edinbane. Een groot huis waar de eigenaars wonen, maar waarvan wij een heel groot deel ter beschikking hebben. Een ruime keuken, living met prachtig uitzicht en ruime slaapkamers. Prima verblijf voor de komende dagen.

Vanavond kookt Lotte. Ze maakt haar favoriete gerechtje voor ons: wraps met salsa, gehakt en kaas. Dank je, Lotte! Het was heerlijk.

We verlaten vandaag ons appartementje in Kinlochleven en reizen door naar Fort William. Slechts een ritje van 40km, maar vanuit Fort William zitten we morgen op de ideale vertrekplaats richting Skye.

In de buurt van Fort William is er ook wel heel wat te zien.

We starten met een ritje op de kabelbaan naar Aonach Mòr, dat is een bergtop naast de Ben Nevis. Ben Nevis is met z’n 1345m de hoogste berg van Groot-Brittanië. Ik had ergens gelezen dat Ben Nevis 355 dagen op een jaar in de wolken ligt. En ja hoor… we kunnen deze statistiek in ieder geval bevestigen. We nemen de kabelbaan naar boven en stappen een klein eindje naar een uitkijkpunt, maar eigenlijk is er niet zo heel veel te zien omwille van de lage bewolking. We lunchen nog boven in The Snowgoose Restaurant aan het bergstation van de kabelbaan. Nadien pendelen we weer naar beneden. In de afdaling zien we enkele mountainbikers bezig met een indrukwekkende downhill.

Voor de namiddag hadden we een wandeling naar de Steal Falls gepland. Het weer is een beetje kwakkel, maar al bij al best nog ok. Af en toe een kleine regenbui, maar niks wat een regenjas niet kan oplossen. Een half uurtje moeten we met de auto langs ontelbare bochtjes en steile heuveltjes over een “single-track road”. Dat is een smal weggetje van de breedte van slechts 1 auto. Regelmatig zijn er uitwijkstrookjes. Helemaal naar de zin van onze chauffeur 😉
Aan het einde van de weg beginnen we aan de wandeling naar de Steal Falls. Zoals de vorige wandelingen is het een stenen pad met afwisselend gemakkelijke en iets lastigere stukken. Op een tochtje van 2km stijgen we zo’n 150 meter. Best te doen. Aan het einde van de wandeling worden we getrakteerd op een prachtig zicht met de waterval in een soort van bergkom. Na de nodige tijd voor foto’s keren we langs dezelfde pad terug naar de auto.

Via dezelfde single-track road rijden we terug naar Fort William en melden we ons bij de B&B. Een supervriendelijke dame ontvangt ons en wijst ons de superpropere kamer. Prima keuze, Braeburn Guest House.

Na een kleine rustpauze bezoeken we nog kort Neptune’s Staircase. Een trap van 8 sluizen over een afstand van 450 meter. De boten overbruggen hiermee een hoogte van 20 meter.

Daarna zoeken we in Fort William centrum nog iets om te eten. In het vijfde restaurant is er eindelijk een tafeltje vrij. Fort William blijkt een bijzonder drukke plaats. Ik waag me voor de eerste keer aan een bordje Haggis, en eerlijk… dat valt best mee van smaak.

Nu nog even de auto laden, want morgen staat er weer een stevige rit op ons programma.

Oei… we zagen het gisteren al op onze weerapp. Maar de ochtend bevestigt de voorspellingen. Lage wolken en miezerig weer, op onze enige wandeldag in Glencoe. Glencoe is een absolute aanrader om wandelingen te doen. Het is een prachtig gebergte aan de West Highlands.

Tja, beetje regen schrikt ons niet af. Na het ontbijt doen we onze wandelschoenen aan, de auto in en hop naar de parking “Three Sisters view point” waar onze wandeling begint.

Aanvankelijk was het de bedoeling om hier een stevige wandeldag van te maken met een tocht van 12km en veel hoogtemeters. Maar helaas hebben de omstandigheden ons een beetje beperkt in onze planning. We besluiten om het eerste deel van de lange wandeling te doen tot aan de “Hidden Valley”. Heen en terug een tripje van rond de 4km met ong. 300 hoogtemeters.

Het regent bij momenten goed door. Onze regenjassen, schoenen en rugzakken worden behoorlijk getest op de waterdichtheid.
Maar het moet gezegd, ook met die lage wolken heeft het Schotse landschap wel iets. Het wordt allemaal wat mysterieus op deze manier.

Wanneer we na een (voor mij) pittige klim bij de Hidden Valley aankomen vinden we een mooie ruime bergkom met links en rechts een hoop riviertjes en watervallen. Het uitzicht hier is echt de moeite. De wolken trekken almaar hoger, dus hoe langer we hier zijn, hoe meer we van het landschap kunnen zien.

Lotte en Wim twijfelen erg hard om toch verder te stappen en de tocht van 12km te doen. Van mij mogen ze. Ik zou dan zelf wel terugkeren langs waar we gekomen zijn. Maar na lang aarzelen en veel overleg beslissen ze om toch maar niet te gaan. Het risico op opnieuw slecht weer en gladde steile wandelwegen nemen ze liever niet.

Wanneer we rechtsomkeer maken en aan de afdaling beginnen, klaart het hoe langer hoe meer op. Zo kunnen we toch nog genieten van enkele mooie uitzichten en watervallen. Hoewel we het redelijk koud hebben dankzij onze natte kleren.

Al ver op het einde van de wandeling maak ik nog een schuivertje. Ik voel heel goed dat m’n enkels meer dan voldoende werden belast vandaag. Gelukkig kom ik in een stukje zacht mos terecht en is er voor de rest niks aan de hand.

We rijden na de wandeling terug naar ons huisje in Kinlochleven. Aangezien we hier goed op tijd zijn, en ik er voor kies om m’n gemak te houden voor de rest van de dag, hebben Wim en Lotte de kans om hun eigen goesting te doen: Wim wandelt vooral in en rond het dorpje (naar de waterval, energiecentrale en de oever van Loch Leven). Lotte profiteert ervan om op haar tempo nog een extra wandeling/looptocht af te werken. Ze volgt de gpx voor de rondwandeling naar Loch Eilde Mor voor een extra 11km. Deels doet ze die lopend en deels wandelend. Op 1 uur en 58 minuten heeft ze deze tocht afgewerkt. Respect voor die jonge sportieve beentjes.

Na enkele dagen genieten van de luxe in Trossachs maken we vandaag de transfer naar de Westelijke Highlands. De transfer wordt een rit van 205km. Maar dat doen we niet zomaar in één keer. Onderweg hebben we verschillende stops gepland om toch enkele dingen van de streek te zien. Om alles te kunnen doen, vertrekken we goed op tijd. Om 9.20u is heel ons verblijf opgeruimd, staat de wagen gepakt en kunnen we vertrekken. Prima timing!

De eerste stop doen we aan de St Conan’s Kirk. Een bijzonder kerkgebouw met een bijzondere architectuur. We kuieren hier eventjes rond, en zetten dan koers naar de Cruachan Dam.

Hier had ik een ticket gekocht voor een gegidste rondleiding. Het water uit de dam stuurt een elektriciteitscentrale aan die in de jaren 60 werd gebouwd ondergronds in de berg. De gids geeft ons een half uurtje lang een zeer duidelijke uitleg. Nadien lunchen we in The Hollow Mountain Café en zetten we onze koers verder naar het westen.

Rond 14.30u bereiken we Oban, een stadje aan de westkust. We kuieren langs de zeedijk, nemen wat foto’s en dolen eventjes rond in de souvenir-winkeltjes. Na een dik uur is onze auto weer helemaal volgeladen en zetten we onze reis verder.

We passeren Connel Bridge onderweg naar onze laatste stop. Connel Bridge is een speciale constructie. Door de ongebruikelijke hoeken en hellingen heeft deze brug een zeer kenmerkend uiterlijk.

De laatste stop voor vandaag is bij Cuil Bay, een kiezelstrandje met een mooi uitzicht op de eilanden Balnagowan, Shuna en Lismore. Wim neemt er even rustig de tijd om wat stenen te verzamelen. Tegen 17.30u doen we de laatste etappe voor vandaag naar onze vakantiewoning in Kinlochleven.

Het appartementje is een pak kleiner dan ons vorige verblijf, maar alles is er netjes en proper. Meer dan voldoende dus.
Eten doen we vanavond in een restaurant The Tailrace Inn. Na nog een afsluitend IPA biertje sluiten we de dag weeral af.

Geen natuurwandeling vandaag, maar dankzij onze (op voorhand) geplande tussenstops hebben we toch een aantal interessante dingen gezien.

De weergoden zijn ons toch wel goed gezind. We staan op vandaag met een beetje lage mist en alvast de eerste zonnestralen. Het wordt een zonovergoten dag: af en toe beetje bewolking, maar veel zon en een dikke 20 graden. Ideaal wandelweer.

Zo gezegd, zo gedaan. We rijden naar het vertrekpunt van de wandeling naar Ben A’an. Een top midden in de Trossachs, een bergstreek met een prachtig zicht op Loch Katrine. De wandeling stond normaal gepland voor 6,5km in een rondje. Maar ik lees bij de reviews dat mensen vorige week problemen hadden bij de afdaling omwille van teveel drassigheid en modder. We kiezen dus de veilige optie en wandelen naar de top en terug over dezelfde weg. Wij zijn hier niet alleen, hier is behoorlijk wat volk aan het wandelen, maar het stoort niet. Vriendelijke mensen allemaal.

Na een kleine 2km zijn we 370 meter geklommen en hebben we een prachtig uitzicht over het meer. De wandelpad is best steil met grote rotsblokken. Vooral bij de afdaling moet ik wel goed opletten hoe ik die grote treden neem, maar al bij al ging de afdaling redelijk goed.

In de namiddag doen we de Three Lochs Forest Drive. Dat is een offroad parcours dat je met de auto kan doen en waar je ook kan genieten van de typische Trossachs uitzichten met bergen en meren. De offroad klinkt spectaculairder dan het is. De grindweg is goed te berijden, af en toe wat hellingen op en af, maar in het algemeen een gemakkelijke weg.

Op de terugweg stoppen we nog even in het dorpje Aberfoyle. Aan het Scottish Wool Centre luisteren we naar de uitleg van een schapenboer en demonstreert hij de techniek van het schapen drijven met z’n hond en een groepje eenden als stand-in.

Na de demonstratie genieten we nog van drankje en een ijsje op een terrasje in de zon. We kunnen het haast niet geloven dat we hier in Schotland dankbaar zijn voor een beetje schaduw vandaag.

Ruim op tijd rijden we terug naar ons huisje voor een rustige avond. We chillen nog een beetje in de “lounge” op het erf naast ons vakantiehuis. Straks alles opruimen en inpakken, want morgen reizen we door naar de volgende halte.

De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn niet schitterend, dus we genieten van elk straaltje zon, want het zouden wel eens de laatste kunnen zijn ☀️

We staan vandaag op met grijs, miezerig weer. Niet echt ideaal om een natuurwandeling te doen, maar voor een stadsbezoek is wat bewolking en regen niet zo erg. De keuze is dus snel gemaakt, we maken er een dagje Glasgow van vandaag.

Om 9u zitten we in de auto, om 10u staan we geparkeerd in Duke Street Car Park. Het links rijden in de stad ging vandaag al stukken beter dan gisteren. Chauffeur en co-piloot geraken steeds beter op elkaar ingespeeld 😉

Ik had gehoopt om in Duke Street parking de auto te kunnen laden vandaag, maar helaas krijgen we de laadpaal niet geactiveerd. Spijtig, maar geen probleem. We vinden wel een andere oplossing.

We wandelen de stadswandeling zoals ik ze thuis had voorbereid:
Eerst Glasgow Necropolis, een Victoriaans kerkhof met oude grafstenen en mausoleums.
Daarna een korte wandeling door Glasgow Cathedral, een kathedraal gebouwd in 13de eeuw: vrij donker, zeer robust, weinig versieringen maar met heel veel bogen.
We vervolgen langs enkele Street-Art kunstwerken over Saint Mungo, de stichter van de stad.
We kuieren over George Square met de prachtige gevel van het stadhuis, en standbeeld die een grote verkeerskegel op hun hoofd hebben tegen de vogels en hun gevoeg.

Rond de middag zijn we in de Buchanan Street winkelstraat en zoeken we een plaatsje in een pizzeria voor een welverdiende lunch.

Na de lunch nemen we de metro naar de andere kant van de stad, meer bepaald naar het Kelvingrove park waar we het standbeeld van Lord Kelvin himself tegenkomen.
We slenteren verder door naar Glasgow University, een prachtig gebouw waar het overduidelijk is dat de makers van de films van Harry Potter hier de inspiratie haalden voor Zweinstein.
Nadien wandelen we door naar Ashton Lane, een heel klein maar gezellig straatje met enkele pubs en restaurantjes. We drinken er een typische Innis & Gunn, een lekker biertje dat 51 dagen heeft gerijpt in whisky vaten.

We hebben ondertussen bijna 9km gestapt en dat voelen we. Tijd om de metro terug te nemen en de kortste route naar de parking te zoeken.
We rijden nog even naar de parking van het Riverside museum om de auto daar op te laden (wel met succes). En na een laatste rondje sightseeing langs de grote gebouwen aan de oevers van de Clyde rijden we terug naar ons vakantiehuis voor een rustige avond.

Gisterenavond hebben we onze valiezen al voor het grootste deel ingepakt. Zo kunnen we deze ochtend na weeral een voortreffelijk ontbijt snel vertrekken (crispy croissant met avocado en een gepocheerd ei).

We rijden vandaag van Lake District naar Loch Lomond, een rit van 260km. Alles verloopt geweldig vlot tot we in Glasgow komen. Daar blijkt het links rijden in combinatie met het volgen van de gps een hele uitdaging. Na wat gesukkel en een alternatieve route geraken we uit de stad en bereiken we rond 14.30u Balmaha aan Loch Lomond.

We eten nog snel onze picknick en beginnen dan aan een kleine wandeling. Ik had een wandeling van 5km gevonden naar “Conic Hill”, een uitzichtpunt waar je een prachtig zicht hebt op Loch Lomond. Het weer is vandaag bewolkt, maar wel droog. Ideaal weer voor een wandeling. De bewolking hangt gelukkig hoog genoeg, waardoor we toch kunnen genieten van de mooie vergezichten.

Na 2km stijgen laat ik Wim en Lotte doorgaan naar de top, ik neem eventjes rust en vertrek al op het gemakske voor een stukje van de afdaling. Wat verder naar beneden halen Wim en Lotte me wel in.

De wandeling doet wat ze belooft. De uitzichten over de “Bonnie Bonnie Banks of Loch Lomond” zijn werkelijk prachtig.

Rond 17.30u zijn we terug aan de auto en zetten we koers naar ons verblijf voor de komende dagen, The Trossachs Collection. Wat bij booking stond beschreven als een chalet, blijkt een volledig huis te zijn met een grote living, ruime keuken, en een bovenverdieping waar je verstoppertje kan spelen. Hier gaan we de komende dagen onze draai wel kunnen vinden.

Vanavond koken we een lichte maaltijd. Na 4 dagen op restaurant, kunnen we gerust even met wat minder calorieën verder.

In het zuiden van Lake District ligt een middeleeuws dorpje Cartmel. Cartmel staat bekend voor de middeleeuwse priorij, voor de sticky toffee pudding, maar vooral ook voor de paardenrace. We hadden in een reisboekje over deze paardenrace gelezen en we wisten dat er vandaag een race zou zijn. Lang op voorhand had ik al tickets gekocht voor dit evenement.

De weersvoorspellingen geven nogal wat regen in de namiddag, maar de tickets zijn gekocht. Dus zetten we, voorzien van regenjas en paraplu, koers naar Cartmel.

De piste is een ovaal van 1,8km lang. Binnen in de cirkel staat een hele kermis en een massa foodtrucks en drankstandjes opgesteld. Honger en dorst hoef je hier niet te lijden. Tenminste, als je niet te erg gehecht bent aan je portemonnee. Goedkoop is het zeker niet.

De meeste Britten die hier toekomen zijn gepakt en gezakt met tentjes, klapstoeltjes en een grote frigobox met picknick en eigen drank. Het wordt een soort van volksfeest waar grote gezelschappen en families rijkelijk en met een zekere overvloed aan spijs en drank komen picknicken.

Maar het meest interessante zijn de gok-standjes. Ontelbaar veel kleine mini-kraampjes waar mensen per race kunnen gokken op welk paard zal winnen. Deze standjes worden druk bezocht. Hier wordt veel geld, héél veel geld ingezet op de paarden.

We komen hier aan in de late voormiddag, tijd om alles rustig te verkennen. Om 13.45u start de eerste race. Je vindt gemakkelijk een plaatsje aan de rand van het parcours. We kunnen de race vanop de eerste rij zien.

Er zullen in totaal 7 races worden gereden. We proberen telkens een ander plekje uit te zoeken langs het parcours.

Wim probeert ook zelf een gokje te wagen, na enig overleg beslissen we om ons vertrouwen te geven aan paard nr 4 met als naam “Planned Paradise”. Helaas, paardje eindigt op een verdienstelijke derde plaats in een race van 2 miles, 5 furlongs en 34 yards lang. Aan jullie om uit te rekenen hoe ver de paardjes gelopen hebben. Die Britten kunnen er wat van met hun lengtematen.

Van regen hebben we de ganse dag helemaal niks gemerkt. Rond half zes begint het dan toch wat te regenen en hebben we eigenlijk het meeste wel gezien. We rijden terug naar ons hotel. Voor vanavond hebben we een tafeltje gereserveerd in The Jumble Room, ons aangeraden door Tripadvisor en enkele reisblogs die ik had gelezen. Nog een keer lekker op restaurant, vanaf morgen logeren we in een huisje en moeten we zelf weer koken.

[update om 23.45u] Net terug van het restaurant. The Jumble Room is echt het einde. Overheerlijk gegeten in een zeer klein maar uiterst gezellig plekje. Alle complimenten aan de chef kok. Alle prijzen en reviews zijn dubbel en dik verdiend.

Victorian House, een heerlijk hotel, zalige bedden, stille nacht, goed ontbijt en supervriendelijke bediening. We kunnen er tegen voor een actieve dag vandaag.

Op de planning staat een wandeling aan Ullswater. Het tweede grootste meer van Engeland. De volledige rondwandeling staat in de gps als 7km. Maar er zijn onderweg enkele mogelijkheden om de wandeling in te korten. Zo kunnen we zien hoe lang ik het kan volhouden. Met die verdomde achillespees en de nasleep van een flinke verkoudheid (of covid?) is het een groot raadsel hoe ver we kunnen geraken.

Maar met goede (zeer) hoge wandelschoenen, compressiekousen en wandelstokken merk ik dat het wandelen redelijk goed gaat. In het klimgedeelte heb ik vooral last van te weinig zuurstof en energie en niet zozeer van m’n enkel.

Dus, je voelt het al wel aankomen. Wanneer we moeten kiezen om de verkorting te doen, ging het nog heel goed. Dus we beslissen om toch de volledige wandeling te doen. Al bij al een goede beslissing. Na de top gaat het via een relatief gemakkelijke en niet al te steile helling terug naar de auto.

We hebben vandaag - onder een stralende zon - kunnen genieten van een zeer afwisselende wandeling met mooie vergezichten.

Onze trip naar Engeland doen we met de overzetboot van IJmuiden naar Newcastle. Dit rit van thuis naar IJmuiden gaat bijzonder vlot. We hebben nog tijd om de auto op te laden aan een snellader vlak voor we naar de check-in rijden.
Een klein half uurtje moeten we aanschuiven voor de paspoortcontrole en dan parkeren we onze auto in het ruim van het schip. We installeren onze minimale bagage voor 1 nacht in de kajuit en verkennen dan de boot. Het is goed weer dus profiteren we nog even van een terrasje boven in de “Sky Bar”. Nog wat rondneuzen in de tax-free shop en daarna diner buffet. Het moet gezegd, DFDS maakt werk van hun catering. Het buffet was echt goed, veel keuze en van zeer goede kwaliteit.

Redelijk op tijd kruipen we onder de wol en al bij al heeft iedereen redelijk goed geslapen.

Ook ontbijt nemen we nog op de boot. Rond 9u worden we verzocht om naar de auto te gaan. Ogenblikken later rijden we uit de buik van het schip op Engelse bodem.

Opgelet, nu eventjes concentreren om links te rijden. In het begin valt dat goed mee, je volgt gewoon de stroom van alle andere auto’s. Onze gps geeft gelukkig heel goed aan welke rijstroken te volgen, want die Engelsen kunnen wel hele ingewikkelde ronde punten maken.

Onze eerste vakantiedag is begonnen. We rijden een korte rit van Newcastle naar Beamish, een openluchtmuseum in het thema van Engeland in de 19de eeuw. Er is een oud mijn-dorp waar je het leven van de mijnwerkers in hun kleine huisjes kan zien (allemaal uitgebeeld met figuranten in klederdracht). Er is ook een dorp uit de jaren 1900 met winkels en het echte dorpsleven van toen uitgebeeld. Alles is met elkaar verbonden via oude authentieke Engelse bussen en trams. Leuk om een keertje te zien.

Na het bezoek aan dit museum zetten we koers naar het westen van Engeland, meer bepaald naar Grasmere in Lake District. Hier is ons hotel voor de komende dagen.

De rit van basecamp naar huis zou te vermoeiend zijn in één keer. We merken heel goed dat we 8 nachten in een tent geslapen hebben. Op zich ging dit nog redelijk goed, maar je voelt wel dat de nachtrust niet is wat het hoort te zijn. Daarom zijn we heel blij dat we op voorhand hadden ingeschat dat onmiddellijk na de kano-tocht de rit naar huis doen wat te gek zou zijn. Dus een nachtje in een hotel in Göteborg is zeker niet verkeerd.

Na het ontbijt in basecamp nemen we afscheid van de begeleiders Bas, Yvon en Evert, Marieke en Jinske. Daarna bollen we bijna 4 uur naar Göteborg. 

Ons hotel ligt midden in de stad. Ondanks de vermoeidheid vinden Wim en ik het toch de moeite om een stadswandeling te doen. De kinderen houden het bij een bezoek aan de dichtstbijzijnde Espresso House voor een echte barista koffie en zoeken daarna de rust van de hotel kamer op. 

Wij komen uiteindelijk op een stadswandeling van een kleine 9 kilometer vooraleer we de mooiste plekjes van Göteborg denken gezien te hebben. Nu ja… qua uitzichten en oude stad hebben we zeker al mooiere steden gezien. Maar toch de moeite om even in de stad rond te kuieren. Vooral in de Haga wijk zien we de echte Zweedse “fika”. Overal vind je kleine, gezellige koffiebars waar mensen koffie met een kanelbullar zitten te eten. Dat zijn grote Zweedse kaneel broodjes in de vorm van een opgerolde koffiekoek. We willen wel graag proeven, maar de porties van zo één kanelbullar zijn zo groot en eigenlijk hebben we echt geen honger. Misschien een andere keer.

Na de wandeling spreken we met de kinderen af in een pub/bistro voor het avondeten, en dan vroeg onder de wol. Het was een vermoeiende reis, en morgen staat er een lange rit naar huis op de planning.

Hier in Göteborg sluiten we dan ook onze reis naar Zweden af. We hebben enorm genoten van deze drie weken. In het eerste deel van de reis hebben we vooral Zweden als land, cultuur en geschiedenis leren kennen. De laatste week was een gezinsactiviteit zoals we nog nooit hebben meegemaakt. Zowel Wim, ikzelf als de kinderen hebben ontzettend genoten van deze quality time met ons vieren. 

Met deze laatste blog sluit ik dan ook moe, maar zeer tevreden dit reisverslag.

De finish van het kano avontuur ligt om 11.30u in Lennartsfors. Daar komt k-jak ons ophalen. Onze slaapplek ligt echter aan de overkant van het water, dus we moeten effectief nog 1 kilometer peddelen naar de aankomst. Makkie!

We komen dan ook ruim op tijd aan en wachten samen met alle andere deelnemers op de twee busjes die ons en al onze rommel naar basecamp zal brengen.

Eenmaal op het basecamp leveren we al het materiaal terug in en eten we onze laatste voorraad lunch op. Het laatste pak knäckebröd gaat er aan, met smeerkaas, choco en worsten als beleg. We lunchen samen met de andere deelnemers van de Blöm-fox tocht en natuurlijk worden alle belevenissen en ervaringen gedeeld met elkaar. 

De rest van de middag hebben we vrije tijd in basecamp. Lotte neemt een uitgebreide douche en doet het rustig aan. Thijs deelt de hot tub met andere kampeer gasten. Wim en ik hebben na de lunch onze energie terug gevonden en gaan nog voor een wandeling van een kleine 7 kilometer naar een uitkijkpunt. De hike gaat door een heel mooi bos en loopt over een stenen pad best wel wat stijgen en dalen. We lopen langs twee mooie meertjes, maar geraken niet helemaal tot aan het uitkijkpunt, want dan zouden we te laat terug zijn voor de BBQ.

Om 18u worden we verwacht voor een gezellige BBQ en kampvuur om met deelnemers en begeleiders na te kaarten over de afgelopen week. Moe maar voldaan kruipen we voor een laatste keer vanavond in onze slaapzak. Morgen verlaten we basecamp en het kano- en kampeer avontuur. 

We hebben echt genoten van deze week. De supervriendelijke begeleiding en het materiaal dat we van k-jak.nl hebben gekregen was allemaal prima in orde. Wie ooit een kano-tocht wil doen, ik zou deze organisatie zeker aanraden. 

Vandaag wordt de laatste echte kano dag. Morgen moeten we al voor de middag op het pick-up point zijn, dus wat we ook doen vandaag… we moeten een kampplek zoeken dichtbij de eindbestemming.

De ochtend verloopt al behoorlijk geroutineerd. We staan iets voor 8u op, ik zorg voor ontbijt terwijl de rest het kamp begint op te ruimen en in te pakken. De ontbijtgraantjes, havermout en knäckebröd met een goei tas sterke koffie smaken. 

We bespreken de planning van vandaag zodat iedere boot een idee heeft van de route. Aangezien we nog een hele dag tijd hebben en nu al dichtbij de eindbestemming zijn, beslissen we om nog een ommetje te maken. Voor wie de kaart op het reisplan kent, we kampeerden vannacht op een eiland iets ten noordoosten van Funka. We besluiten om dit water eerst nog verder naar het zuiden te volgen en proberen tot aan de Noorse grens te peddelen. Helaas zit de wind pal op kop en is het peddelen in deze richting een zware klus met nogal woelig water. Het is voor ons te zwaar, maar op slechts een zucht van de Noorse grens keren we onze boten en varen we terug naar het noorden, richting Båstnäs.

Dit doen we door een zeer smalle waterstrook tussen de linkeroever en een eilandje. Deze smalle strook heeft een nogal rotsachtige wand. Daar zien we een jonge visarend op de stenen net op de hoogte van het water. Het dier blijft rustig zitten en laat zich van z’n beste kant zien voor de foto. 

We peddelen daarna helemaal tot in Båstnäs naar het befaamde autokerkhof. Hier vind je een hele collectie aan oude auto’s (werkelijk old timers) zomaar op elkaar gestapeld in het midden van het bos. Een zeer bijzonder schouwspel. Er staan zelfs auto’s die al helemaal vergroeid zijn met het bos. We vragen ons af wat de oorsprong en het nut is van deze plaats. 

Na het bezoekje aan de verroeste autowrakken en een korte lunch peddelen we weer verder. We merken dat we allemaal wel heel moe zijn. De wind heeft het kanoën de laatste twee dagen toch behoorlijk zwaar gemaakt. We besluiten om al vroeg in de namiddag een kampeerplek te zoeken, liefst zo dicht mogelijk bij de plaats waar de organisatie ons morgen komt ophalen. We vinden een leuk plekje groot genoeg voor onze twee tenten op ongeveer 1 kilometer van Lennartsfors. Perfect!

De etappe van vandaag telt toch weer een dikke 14 kilometer peddelen. Als we alle etappes bij elkaar leggen komen we voor de ganse week aan een tocht van maar liefst 92,5 kilometer.

We stellen met ons laatste beetje energie nog snel de tenten op en koken nog een avondmaaltijd op ons gasbrandertje. Een kampvuur maken we niet vanavond. Er staat te veel wind en omdat we zo moe zijn is het ook niet de moeite om nog laat op te blijven. Nog eventjes een spelletje kaarten en dan vroeg in onze slaapzakken. Een goede nachtrust zal deugd doen. 

Ons mini privé eilandje dat we gisteren vonden is wel een topper. Na een rustige nacht (geen regen en weinig wind) genieten we van het prachtige uitzicht bij het openen van onze tent. We willen vandaag goed op tijd vertrekken want er staat een flinke tocht met twee landtransporten op het programma. Opstaan ging wat moeizaam maar vanaf dat iedereen goed en wel in de weer is, gaat het behoorlijk vlot. We ontbijten en pakken heel onze boel weer in voor de volgende etappe.

De wind is helemaal gaan liggen en we glijden met onze kano’s door een biljart-vlak water tot het einde van het meer. Daar moeten onze kano’s uit het water en op hun karretje. We stappen 2,5 kilometer tot we de kano in het volgende meer weer te water laten. Het is wel een heel gedoe om telkens de bagage in en uit te laden. Maar het loont de moeite. Het meer, Skårdalsvattnet, waar we nu in terecht komen lijkt wel een droom. Er is helemaal niemand, het is er muisstil en geen enkel golfje of rimpeltje op het water. We nemen hier uitgebreid de tijd om te genieten van de rust en de stilte. We dobberen een tijd lang zonder dat er ook maar iemand een woord zegt. 

Deze droom van stilte en rust duur maar 1,5 kilometer. Op het einde van dit meer moeten we er weer uit voor het laatste maar ook lastigste landtransport van de drie. Wanneer beide kano’s uit het water zijn vinden we een grindweg die eerst een flink eindje bergop gaat. Niet gemakkelijk om die zware kano met bagage hier naar boven te sleuren. Maar het lukt. 

Na een dik half uur stappen en sleuren bereiken we het punt waar we terecht komen in het laatste  meer. Foxen is de naam, hier ligt ook onze eindbestemming. Maar dit is nog wel even varen. Foxen is een heel groot meer, ongeveer 14 kilometer lang en 4 kilometer breed. Onze tocht gaat naar de overkant van het meer, maar daarvoor moeten we het dus volledig oversteken. We peddelen eerst tot een stuk waar het meer “slechts” 1,5 kilometer breed is en daar wagen we de oversteek. Er is best veel wind dus het is een behoorlijk sportieve overtocht met veel golven. Maar we hebben nog wel wat energie over en geraken op een veilige manier aan de overkant. 

We zoeken ons een kampeerplek, maar het is al vrij laat. Rond 17u is het moeilijk om nog een goede plek te vinden. De meeste kampeerplekjes zijn dan al bezet. We zijn ook wel erg moe, want die twee landtransporten en de winderige oversteek hebben toch wel al onze energie gevraagd. Uiteindelijk zien we een ander stel (Nederlandse) deelnemers van dezelfde tocht, zij hebben nog veel plaats over en nodigen ons uit om hun plek met ons te delen. Er komen wat later ook nog twee Duitse dames aan en die vinden ook nog een plekje. Thijs maakt een kampvuur en met z’n allen maken we er nog een gezellige avond van.

Gisteren was de regen het onderwerp van de ochtend, vandaag is dat wind. We worden wakker met ontzettend veel wind. Onze weerapp Yr geeft 4m/sec. Dat is eigenlijk te veel om veilig te kanoën. We zien ook witte kopjes op de golven en dan zeiden onze begeleiders bij de briefing dat kanoën echt een no-go is. Probleem dus… want hoe graag we ook in onze slaapzak willen blijven, we moeten wel voortgang maken met onze tocht.

Als we op de kaart kijken zien we wel dat het eerste landtransport niet ver weg is. Wim en ik gaan op verkenning in het bos achter onze kampeerplaats. We ontdekken dat we ongeveer 500m door het bos moeten ploeteren over dieren-paadjes en over een traktorspoor. Dan komen we bij een boerderij en kunnen we via de tuin van deze boerderij de gewone weg volgen tot aan het geplande landtransport.

Na veel getwijfel besluiten we om heel onze bazaar op deze manier verder te vervoeren, want over water gaan lijkt ons echt veel te gevaarlijk. 

Wim en Thijs beginnen met de kano’s te dragen door het bos tot aan de boerderij. Daarna gaan we diezelfde 500m door het bos nog twee keer op en af om alle materiaal tot aan de boerderij te krijgen. Gelukkig hebben we handige trekkersrugzakken bij, maar ook de koffers en tonnen met eten, de tenten en al het andere gerief moet door het bos gedragen worden. Een hele klus, maar met een sublieme samenwerking tussen ons vier loopt het behoorlijk vlot. Als team building activiteit schakelen we vandaag wel een niveau hoger. Thijs en Wim zullen vanavond wel een massage kunnen gebruiken voor hun schouders, rug en nek want die kano’s dragen was geen sinecure.

Vanaf de boerderij kunnen we het karretje onder de kano’s binden. Onze rugzakken blijven op de rug, al de rest van het materiaal kan dan in de kano’s. Op deze manier wandelen we nog ongeveer 4 kilometer tot we de kano’s in het andere meer weer te water kunnen laten. Hier is er veel minder wind en kunnen we weer rustig peddelen. 

Het begin van de tocht op dit meer gaat door een soort van moeras met riet. Net diep genoeg om met de kano’s te varen. Heel mooi allemaal.

Op het einde van dit meer moeten we weer twee landtransporten doen, maar we hebben vandaag al genoeg energie gestoken in het sleuren met materialen. We zoeken dus een leuke kampplek niet zover voor de tweede landkruising, zodat we morgen vrij snel aan die oversteek kunnen beginnen.

Als kampeer plek vinden we een mini eiland met een stukje bos waar we genoeg plaats hebben voor een waslijn, twee tenten en een vuur hoekje.

We maken een kringetje rond ons gasvuurtje en koken gezellig samen: soep, spirelli met gedroogde bami groenten en rookworst. Een stevige maaltijd die wel smaakt na deze intensieve dag. 

Het meer rondom ons eilandje is vanavond heel rustig en eigenlijk hebben we allemaal zin in een frisse duik. Weer een ultiem gezinsmomentje. We doen snel onze zwemkleren aan. Je raadt het nooit maar de twee ouwe lui van ons gezelschap zijn er als eerste in geslaagd om in het koude water te zwemmen. Niet veel later zitten ook Thijs en Lotte er bij in. 

De rest van de avond nemen we rustig de tijd bij ons kampvuurtje om wat verslagjes te schrijven en foto’s te delen. Het kampvuurtje wordt weer vakkundig aangemaakt door Thijs. De kinderen gebruiken het kampvuur vooral ook om te smullen: marshmallows en grillworstjes worden met stokjes boven het vuur klaargemaakt. Ze hebben duidelijk heel wat calorieën aan te vullen na vandaag. 

Amai, vannacht was het heel slecht weer. De weersvoorspelling beloofde heel veel regen, en die belofte kwam uit. Gelukkig hadden we al onze spullen onder het houten afdak kunnen opbergen. Dat was echt nodig, want de regen heeft erg hard gekletterd op het zeil van de tenten. De nacht bracht dus weinig goede nachtrust. Onze tenten blijken behoorlijk goed bestand tegen de regen. We hebben van k-jak hele lichte maar wel kwaliteit tentjes gekregen. De stof van buiten- en binnentent is heel dun, maar blijkt echt geen regen door te laten en droogt behoorlijk snel weer op. Alleen heeft de regen wel heel veel zand omhoog gespat tegen onze tenten. Ze zien er echt smerig uit.

Omdat het in de ochtend blijft regen, blijven we wat langer in onze slaapzakken. Iets over 9u is het weer helemaal droog. We doen onze zwembroek aan en besluiten een frisse duik/douche te nemen in het meer. Het water is echt heel koud, maar we slagen er toch in om onszelf en ons haar te wassen en zelfs een klein stukje te zwemmen.

De rest van de voormiddag lummelen we wat rond in ons kamp. We hebben nood aan een rustige dag. We ontbijten, ruimen wat op, Thijs kapt nog een paar blokken berkenhout. Als lunch maken we roerei gemaakt van eipoeder gemengd met water en wat kruiden. Best wel te eten.

Na de middag klaart het weer helemaal op. De zon komt er door en de wind is helemaal weg. We pakken snel onze kano’s in en zetten onze tocht verder. Het is nu werkelijk ideaal kano-weer. Vlak water zonder golfjes en een warme zon. Ook de route die we vandaag volgen is echt mooi. We passeren langs de oevers van vele eilandjes en rotsen. Uiteindelijk staat er toch weer een dikke 14km op onze gps-teller.

Omdat we zo laat vertrokken peddelen we ook wat langer door vooraleer we een kampeerplek zoeken. Dat slaagt wat tegen. De plekken die we tegenkomen zijn al bezet. We moeten nog tot 19.30u peddelen voor we een geschikte plek vinden. Die plek vinden we ongeveer een kilometer ten noorden van Bustelund (voor diegene die het kaartje van ons reisplan hebben). Tijdens het klaarmaken van het avondeten hebben we prachtig zicht op de zonsondergang. Open vuur mogen we op deze plek niet maken, dus we trekken een extra jasje aan en zitten nu nog in onze kampeerstoeltjes te luisteren naar het geklots van het water en te wachten op de donkere nacht voor een zicht op de sterrenhemel. 

Vannacht is er vanalles gebeurd. Het is te zeggen… in onze dromen. Lotte droomde dat hun tent op het water stond, en ik werd wakker met het idee dat ik een eland hoorde grazen naast onze tent.

Nog een beetje dromerig en met een slaapkop kruipen we iets voor 8u uit onze tent. Het is wat zoeken om ons eerste ontbijt te maken, maar het lukt wel: ontbijtgraantjes, havermout en knäckebröd met een goede kop koffie. Dat gaat er wel in. Nog even afwassen, tandjes poetsen en dan beginnen we weer aan de grote opruim: tenten afbreken, shelter opruimen, alles inpakken.

Tegen 10u laten we onze kano’s gepakt en geladen weer te water. Deze timing valt ons reuze mee. Dankzij de vlotte ochtend hebben we vandaag tijd genoeg om de tocht af te leggen. De richt-planning is om per dag een trip van ongeveer 13 kilometer af te leggen. Gisteren lukte dat aardig. Vandaag zal blijken dat we zelfs 17 kilometer hebben afgelegd.

De tocht was mooi. Rustig peddelen over rustige meren. Het water was kalm, de zichten weids. Enkel op het einde passeren we enkele keren een motorboot en dan is het met de kano niet gemakkelijk peddelen omwille van de golven.

We passeren vandaag ook twee keer een sluis. Dat is wel bijzonder om te doen met een kano. Je houdt je vast aan een touw zodat de kano rustig blijft liggen terwijl het waterniveau zakt.

De weersvoorspelling voor vanavond en vannacht zijn niet zo goed. Ze geven regen en veel wind. Dus we peddelen door tot we een houten shelter vinden die vrij is. Zo hebben we alleszins een houten hokje waar we onze spullen droog kunnen bewaren. De taken zijn opnieuw snel verdeeld. Thijs hakt het hout en maakt het kampvuur, Wim en Lotte zoeken een geschikte plaats voor de tenten en stellen ze op. Ik hou me bezig met de voorbereidingen voor het koken. Daarna koken we samen ons potje. Een echte maaltijd deze keer, geen kampeer-gedroogd voedselpakket.

Na de afwas stoken we het kampvuur verder op. Dat is nodig want de wind maakt de avond behoorlijk fris. We kunnen een muts en een dik frakske of een extra trui goed gebruiken vanavond.

Vannacht de eerste nacht in de tent geslapen. Echt heel goed hebben we toch niet geslapen. Eerst draaien, keren en woelen om gewoon te worden aan het matje en de slaapzakken. Het was al dik over 3 uur tegen dat ik kon slapen. En helaas om 5.30u al weer wakker door het licht.

Ondanks de korte nacht hebben we toch energie genoeg om vlotjes op te staan, te ontbijten en al onze materialen in te pakken. Waarschijnlijk speelt een gezonde spanning en de bijkomende adrenaline wel mee.

Om 10u vertrekt ons busje naar Sillebotten. De startplaats van de kanotocht. Het inladen van ons materiaal in de kano gaat heel vlotjes. We hadden schrik dat alles er niet in zou passen, maar de Canadese kano’s zijn groter dan ze lijken.

Na een dik uur peddelen leggen we even aan om te lunchen. Heel eenvoudig knäckebröd met worstjes. Dat zal de komende dagen niet veel anders zijn. 

Na de middag peddelen we nog enkele uurtjes verder totdat we iets over 17u een ideale kampeerplaats vinden. 

We zetten onze bivak op, de taakjes zijn meteen goed verdeeld. Thijs begint aan het hout voor het kampvuur. Wim en Lotte maken een wasdraad en zetten de tenten op. En ik hou me eerst bezig met onze proviand kisten wat te organiseren en nadien maken we een eenvoudige avondmaaltijd met Real Turmat gedroogde kampeermaaltijden. Ik had er wat schrik van, maar het oordeel is unaniem… de maaltijdjes zijn best lekker en meer dan voldoende. 

Na het eten wassen we samen af, sorteren en ruimen ons materiaal wat op. Nu zitten we gezellig met z’n vieren rond ons kampvuur. Het is rond het vuur heerlijk warm, het regent niet en de stilte is ongelooflijk mooi om te horen.

Eindelijk is het dan zo ver. Vandaag rijden we van Örebro naar basecamp in Gängene. De auto inladen blijkt een uitdaging. Onze valiezen zijn half leeg maar de trekrugzakken zitten stampesvol. Na wat puzzelen geraakt alles wel weer ingeladen. 

Voor we effectief vertrekken gaan we nog even langs de kerk in Örebro voor een kaarsje te branden voor Anita. Onze manier om vanuit Zweden toch ook in een moment van stilte afscheid te nemen.

Dan nog langs de supermarkt voor de allerlaatste inkopen. Weer een gigantisch grote supermarkt, maar met het nodige teamwerk vinden we vlotjes onze proviand voor de komende week.

Na een rit van 180km komen we aan in basecamp. Een zeer vriendelijke Nederlander verwelkomt ons en geeft een korte rondleiding van het terrein. De tenten staan al opgesteld, we kiezen er twee willekeurig tenten uit en inspecteren al het materiaal. Alles prima in orde.

Om 17u krijgen we briefing over de tocht. Alles wordt duidelijk uitgelegd door Yvon, één van de begeleiders. We krijgen de route, een gedetailleerde topologische kaart en instructies over wat je wel en niet mag doen tijdens wildkamperen in Zweden.

Na de briefing krijgen de de rest van het materiaal (waterdichte ton, peddels, zwemvesten, kookgerief). Nog even hebben we tijd om alles wat te organiseren en daarna is het BBQ en kampvuur met de andere deelnemers. Oprecht heel gezellige toestand, en ja hoor … ze bestaan … aangename en supervriendelijke Nederlanders hier op deze vakantie.

Rond 22.30u laten we het kampvuur voor wat het is, want we zijn er redelijk zeker van dat we morgen vroeg wakker zullen zijn.

We verlaten vandaag Stockholm en zetten koers richting het westen van Zweden. Echter… er is nog één plekje in Stockholm dat we nog willen zien, namelijk het Vasamuseum

Dit museum herbergt het zeilschip De Vasa, gezonken in 1628 in de archipel van Stockholm. Na 333 jaar op de bodem van de zee hebben ze in 1961 het schip kunnen bergen. Het staat te schitteren in het Vasamuseum. We staan met bewondering te kijken naar het gigantische schip. Het is moeilijk om de impressie van het schip op foto vast te leggen. 

Niet alleen de grootte, de hoogte en het aantal kanonsluiken, maar ook de prachtige afwerking aan de achterzijde vinden wij enorm indrukwekkend. Wie ooit in Stockholm komt, dit is een museum dat je moet gezien hebben. 

Lotte is helemaal niet zo onder de indruk. Voor haar is dit één museum bezoek te veel. Ons getreuzel om alles in het museum te zien duurt voor Lotte duidelijk veel te lang. Sorry Lotte!

Na het museum laden we de auto in en stellen de gps in op Örebro. Een stad ergens halverwege tussen Stockholm en het basecamp van de kano-tocht. Hier hebben we de hele avond nodig om onze trekrugzakken klaar te maken voor ons kano-avontuur. Vol verwachting naar ons kano-avontuur kruipen we vanavond voor de laatste keer in een fatsoenlijk hotelbed. 

Oeps, we hebben een foutje gemaakt in de voorbereiding van de reis. Eerst hadden we in Stockholm een appartement willen boeken, maar nadien van mening veranderd omwille van parkeer-mogelijkheden. Dus uiteindelijk boekten we een hotel. Maar in mijn praktische planning ging ik er nog steeds vanuit dat we in een appartement zaten. Dus… geen wasmachine om onze kleren proper te krijgen. Maar we hebben niet genoeg kleren bij om drie weken lang door te komen.

Gelukkig is er ergens in de stad nog een wassalon. Het enige in de hele stad. Daar proberen we deze voormiddag onze kleren te wassen. De uitbaatster van het wassalon blijkt een supervriendelijke dame. We vullen onze mandjes, zij doet de was en we halen alles deze namiddag netjes gedroogd weer op. Ondertussen wenst ze ons een fijne vakantiedag. Top oplossing voor ons wasprobleem!

De kinderen hebben vandaag een voormiddag vrijaf gekregen. Terwijl wij met de was bezig zijn kunnen zij gaan shoppen in de winkelstraten van Stockholm. En geloof me… keus genoeg wat winkels betreft. 

Rond de middag spreken we terug samen af en verkennen het “Gamla Stan”. Dat is het oude stadsgedeelte. We hoopten er nog enkele oude gebouwen te spotten, maar het was er vooral te doen om de kleine gezellige steegjes met heeeel veel souvenir winkeltjes.

We hadden ook in allerlei must-see websites gelezen dat je de kunst in de metro zeker moet gezien hebben. Er zijn in Stockholm 14 metro stations waar kunstenaars hun ding hebben gedaan. We hebben geprobeerd om te metro-cruisen en hebben uiteindelijk 4 kunst-stations bezocht. Nu… in alle eerlijkheid… echt spectaculair vonden we het niet. Niet de moeite om hier speciaal een metro-ticket voor te kopen.

Morgen nog enkele uurtjes in deze grootstad, want ja… veel meer dan Kopenhagen is Stockholm echt een grote multi-culturele wereldstad. Daarna zetten we koers naar het westen. Stilaan komt de kano-tocht dichterbij. Nog enkele voorbereidingen morgen en donderdag is het dan zo ver.

De weersvoorspelling voor vandaag is veelbelovend. Dit maakt de keuze voor de activiteit van vandaag heel gemakkelijk. We verkennen vandaag de Stockholm archipel met de boot. Zoals je in elke stad een systeem met metro lijnen hebt, bestaat hier hetzelfde met boot lijnen.

We varen iets meer dan twee uur naar het eiland Svartsö in de archipel. We hadden dit eiland lukraak gekozen, geen idee wat we er zouden vinden. Blijkt dat er aan de kade een fietsverhuur is en een vriendelijke winkeldame raadt ons aan om naar een mini strandje te rijden.

Eerst gaan we lunchen in Bistro Sågen. Het blijkt een oude boerderij/houtzagerij te zijn, waar de eigenaar een terras heeft gemaakt en eten serveert. Alles is er ingericht volgens boerderij-aanpak, eenvoud en hergebruik van allerlei materialen. Speciaal maar wel gezellig. Alleen spijtig dat we tijdens het eten geplaagd worden door veel wespen. 

Na de middag zoeken we het strandje op. We waren hier niet op voorzien, dus de kinderen zwemmen in hun ondergoed en een extra t-shirt die we toevallig bij hadden. Zo kan het ook… alles voor een verfrissende duik in het meertje.

Om 15.20u vertrekt de boot terug naar Stockholm, we varen met deze boot een kleine 3 uur terug naar de stad. Uiteindelijk hebben we dus zeker 5 uur op de boot gezeten. Achteraf kijkt Wim op de kaart en merkt op dat het eiland waar we waren 50km van Stockholm vandaan ligt. Normaal dus dat je een tijdje moet varen om hier te geraken.

We mogen terug kijken op een mooie dag en hebben genoten van zon, zee en strand.

Voor we vanavond naar Stockholm rijden hebben we nog het een en ander te bezoeken in Linköpping. We beginnen met een kort bezoek aan de kathedraal. Een pianist en zangeres oefenen voor de hoogmis die binnen een half uur gaat beginnen. We zetten ons even op een bankje om te luisteren. 

Wat zeker ook de moeite is om te zien is “Gamla Linköpping”. Het is een openluchtmuseum waar de oude huizen, oude winkeltjes en mensen in authentieke klederdracht illustreren hoe de stad er 100 jaar geleden uit zag. Bijzonder knap en boeiend om te zien. Alleen het schouwspel/toneel dat zich voordeed op straat, daar verstonden we geen lap van.

Na wat rond te kuieren, nemen de auto voor enkele kilometers naar de buitenrand van de stad voor een bezoek aan het Flygvapenmuseum, het Museum van de Zweedse Luchtmacht. Hier vinden we een gigantische collectie aan vliegtuigen. Het gaat van het oudste model uit 1910 tot de meest recente gevechtsvliegtuigen. In de kelder ligt er een vliegtuigwrak van de DC-3 van de Zweedse spionage dienst. Als je het hele verhaal wil horen, moet je het aan Lotte vragen.

Onder de indruk van alle vliegtuigen, nemen wij toch maar braaf onze trouwe vierwieler en zetten koers naar Stockholm. Het is nog een rit van een dikke 2 uur rijden. Maar 30km voor Stockholm sukkelen we in een file. Uiteindelijk zullen we bijna 3 uur onderweg zijn. Maar geen probleem, we zijn op vakantie, hebben geen haast, dus ook een file brengt ons niet van onze melk.

Vandaag verplaatsen we ons van Växjö naar Linköping. Het wordt een autorit van 3 uur. Dus op tijd vertrekken vandaag. Het is te zeggen… we gingen rap efkes naar de ICA Maxi supermarkt voor een picknick. Die “maxi” mag je gerust letterlijk nemen. Ik heb nog nooit in m’n leven zo een gigantische supermarkt gezien. Vier rayons alleen maar met koffie: ene met oploskoffie, ene met gemalen koffie, ene met bonen enz… Een koelkast met soorten kaas zo ver je kan kijken. Bergen (letterlijk!) vers fruit en groenten. We vragen ons af hoe ze hier alles verkocht krijgen zonder al te veel overschot weg te gooien.

Het kost ons behoorlijk wat tijd om in deze overvloed aan producten een eenvoudige picknick samen te stellen.

Voor de autorit kiezen we de route via Vättern, het tweede grootste meer van Zweden. Eventjes kunnen we het meer bewonderen want de autostrade loopt vlak naast het meer.

Voor de namiddag hadden we een wandeling in natuurpark Tinnerö gepland. Maar het weer is een beetje kwakkelweer vandaag. We picknicken aan de parking van de wandeling terwijl het lichtjes miezert. We twijfelen, maar met onze regenjassen op zak nemen we toch het risico. Uiteindelijk blijkt het echt wel mee te vallen en hebben we de jassen niet echt nodig.

We doen - beetje tegen de goesting van onze twee adolescenten - een tochtje van 5,5km naar een meertje waar bird watchers hun hartje kunnen ophalen. Het zit er vol met watervogels. We denken ook de Nils Holgerson witte gans, Maarten, te herkennen. Een meer, een mangrove met dood hout en watervogels, allemaal dankbare onderwerpen voor enkele mooie foto’s.

Vanavond logeren we in Linköping, onze laatste hotel-stop voor we enkele dagen in een appartement in Stockholm verblijven. We doen het rustig aan, diner in het hotel en nog een kaartje leggen in de bar. 

We sliepen afgelopen nacht in een hotel in Karlskrona. Dit is een stadje dat vooral vanuit militair standpunt belangrijk is. Het ligt op een strategische plaats voor een militaire marine-basis. Wanneer we door het havenstadje kuieren zien we dan ook een gedeelte van de haven die afgesloten is met prikkeldraad. In de verte zien we enkele indrukwekkende militaire schepen liggen. In ditzelfde haventje is er ook een marine-museum. Wanneer de kinderen mogen kiezen tussen een natuurwandeling of een bezoek aan het museum, is de keuze snel gemaakt. We betalen een eerlijke inkomprijs, en al snel bevinden we ons in de romp van een echte onderzeeër, een duikboot die nog tot 1998 operationeel is geweest. Buiten aan de kade liggen drie grote schepen die je ook kan bezoeken, waaronder een torpedo schip en een groot zeilschip dat gebruikt werd voor opleidingen. Bijna drie uur zijn we bezig met alles te bekijken. 

In de namiddag zetten we dan koers naar Växjö. Deze autorit stuurt ons voor een kleine 100km naar het noorden. De herinneringen van onze eerste scandinavië reis komen weer boven. We rijden eindeloos lange wegen glooiend doorheen gigantische berkenbossen. Wat ons ook opvalt is dat we meer en meer de typische scandinavische bouwstijl zien. Je weet wel... zo van die rode huizen met witte randen.

We passeren in de rit naar Växjö het natuurgebied Åsnen. Hier stoppen we voor een korte wandeling. Natuurparken hier hebben niet echt gigantische wandelmogelijkheden. Qe kiezen een wandelpad van 2,2km. Wim had in de auto gelezen dat we een mini strandje zouden tegenkomen, en dat laat Thijs geen twee keer zeggen. Z'n zwembroek zat pakkesklaar in de valies. Dus kon Thijs tijdens onze wandeling een korte plons in het meer van Åsnen nemen.

Het weer vandaag kon eigenlijk niet veel beter. We stonden op met nog wat wolken, maar rond de middag was er een open hemel. Tijdens de wandeling zelfs geen wolken te bespeuren, en met een kleine 20 graden was het een perfecte temperatuur om te wandelen. Van ons mag het weer gerust nog twee weken zo blijven, maar dat is misschien wat teveel gevraagd, we zullen zien.

Deze ochtend veel werk voor de boeg. Al was het maar voor twee nachten, een appartement opruimen blijft altijd veel werk. Maar met wat team work slagen we er in om tegen 10.30u onze trouwe vierwieler te laten bollen richting Zweden.

Om van Kopenhagen naar Zweden te rijden nemen we de Øresundsbron. De tunnel en brug combinatie die in 2000 werd gebouwd om de twee steden gemakkelijk te verbinden. Gemakkelijk is het wel. Voor je het weet bol je Zweden binnen.

Onze eerste stop in Zweden is Ystad. Een klein gezellig stadje aan het water. Je vindt er oude, kleine, kleurrijke, pittoreske huisjes. We gebruiken dit decor voor een snelle lunch, de overschot van het brood van ons appartement hadden we in wat grote stukken gesneden. Dit gaat ook. We kuieren nog kort even langs een zeilschip dat ligt aangemeerd.

Volgende stop is Ales Stenar. Dit is een stenen formatie in de vorm van een schip. Het zou volgens de wetenschappers ongeveer 1400 jaar oud zijn. Zeker mooi om wat foto’s te nemen, alleen is het niet gemakkelijk om foto’s te nemen waar geen andere mensen op staan.

De stenen formatie ligt boven op een klif. Aan die klif zien we een hele hoop valken tegen de wind in stil hangen in de lucht. Ik vermoed dat ze op deze manier proberen te jagen. Wel heel gemakkelijk om foto’s te trekken van deze kleine prachtige roofvogel.

Wanneer we terug aan de auto zijn is het half vier. Hoog tijd om richting Karlskrona te vertrekken. Hier hebben we een hotel geboekt voor vanavond. Maar het vraagt nog een autorit van bijna drie uur om in Karlskrona te geraken. We cruisen doorheen het Zweedse landschap. In deze streek zijn dit vooral heel veel weilanden in een licht glooiend reliëf. Dorpjes en huizen zijn eerder zeldzaam. 

Nogmaals zien we de kracht van de kaarsjes van de Bomma. Wanneer we door dit weidse landschap rijden, zien we links en rechts van ons dikke donkergrijze regenwolken, maar boven onze autoweg een strook van witte wolken en geen regen. 

Hier in Karlskrona heeft Wim een restaurant gereserveerd. We kuieren eerst nog even door het stadje, maar onze grommende magen leiden ons eerder linea recta naar het restaurant. We vieren onze jarige met een gezellig diner. 

We worden wakker onder een grijze hemel. Het regent een beetje, maar het valt nog best wel mee. Na een goed ontbijt in ons appartement trekken we onze jas aan en zetten we pas richting het metrostation. Ik had gisterenavond al tickets gekocht voor een bezoek aan Rosenborg Castle. Door het slechte weer zijn er veel toeristen die binnenactiviteiten zoeken. De toegangsplaatsen zijn er beperkt, dus we moesten zeker op voorhand tickets online reserveren.

Het kasteel bezoeken is echt meer dan de moeite. Het kasteel werd gebouwd als zomerverblijf voor Koning Christian IV. De inrichting in het kasteel bevat nog veel meubilair en decoraties van deze periode, maar ook schatten van het Deense koningshuis doorheen de afgelopen 400 jaar. Heel knap om de gouden meubels en specialiteiten te bekijken. Als laatste onderdeel van het bezoek mogen we ook de schat-kelder bezoeken. Hier staan waardevolle gouden bekers, zwaarden, ornamenten en koninklijke kronen ten toon. We nemen rustig de tijd, en geven onze ogen goed de kost. Het is indrukwekkend om zoveel goud, weelde, rijkdom en eigenlijk overdaad bij elkaar te zien. Een geslaagde activiteit op deze regenachtige dag. 

We hebben ruim twee uur rondgewandeld in het kasteel. Wim en ik zouden er gerust nog een hele middag kunnen blijven, Thijs heeft het wel helemaal gezien. We zoeken een cafeetje voor een kleine lunch en overleggen wat we in de namiddag nog zouden doen. Het blijft wat miezeren, niet echt uitnodigend voor een buitenactiviteit. De keuze valt op een bezoek aan het Deens Nationaal Aquarium "Den Blå Planet"

Na een metrorit naar de andere kant van de stad, blijkt dat het aquarium is volgeboekt tot 17u. Het is nu iets voor 16u, we kopen dan maar tickets voor de toegang van 17u. We zijn hier duidelijk niet alleen. Om de tijd te doden, doen we een wandelingetje langs het water. We ontdekken een soort van houten staketsel gemaakt als zwemplaats in de zee. Thijs heeft al lang spijt dat hij z'n zwembroek niet bij heeft. We houden het bij enkele foto's, en kuieren terug naar het aquarium. 

Het aquarium is mooi en netjes verzorgd, maar niet echt heel bijzonder. Gewoon wat je van een deftig aquarium mag verwachten. We proberen hier en daar wat foto's te nemen, en bewonderen al de kleurenpracht van de vissen. Het bezoek neemt toch ruim 1,5 uur in beslag. Het is al over half zeven als we met de metro terugkeren naar het appartement. En eerlijk, we voelen alle vier dat we toch flink wat gestapt en geslenterd hebben vandaag. Met pijnlijk voeten en benen kopen we nog snel wat avondeten in de Lidl, en eten rustig op ons appartementje.

Morgen verlaten we Denemarken en rijden we via de Øresundsbron naar Zweden. Dit is de grote nieuwe brug tussen Kopenhagen en Malmö.

Onze eerste dag Kopenhagen vandaag. Eerste werk deze ochtend... onze weer-app checken. Als de voorspelling juist is zou het de ganse dag droog blijven, pas tegen de avond regen. Deze voorspelling zet aan ons tot een dagje met een flinke stadswandeling. Bedoeling is om vandaag zoveel mogelijk must-see plekjes te bezoeken. Als het weer dan morgen tegenvalt kunnen we op zoek naar een binnenactiviteit.

Zo gezegd, zo gedaan. Wim en de kinderen zorgen voor ontbijt, ik maak een soort van planning voor de stadswandeling. Omdat Kopenhagen toch wel behoorlijk uitgestrekt is, nemen we een dagpas voor de metro zodat we stukken stadswandeling kunnen combineren met enkele keren de metro om grote afstanden te overbruggen. Dit blijkt een prima plan, want alle plaatsen bezoeken met enkel een wandeling zou echt veel te veel zijn om te stappen. 

De belangrijkste plekjes die we gezien hebben zijn: Kleine zeemeermin, Amalienborg, Frederiks Kirke, Nyhavn, Rosenborg, Tivoli park en Christiansborg.

Lotte had al vanaf het begin een leuk spelletje bedacht: ieder standbeeld dat we tegenkomen zou ze nadoen voor een foto. Uiteindelijk hebben we hier en daar wel eentje overgeslagen, maar al bij al was de missie best wel geslaagd. Enkele foto's hieronder, maar in totaal heeft ze toch 10 standbeelden nagebootst. Voor het beeld met de leeuw had ze wel assistentie van Thijs nodig.

Rond de middag vinden we een plekje voor authentiek Deens Smørrebrød. Dit zijn schijfjes roggebrood belegd met allerlei combinaties met vis en groentjes. Een heerlijke lokale optie voor de lunch.

Wanneer we vanavond de krant lezen, zien we dat er in Noorwegen en Zweden lelijk stormweer heerst. We zien zelfs een foto van een ondergelopen autoweg in Malmö. Dat is hier echt niet ver vandaan. We zien Malmö van hieruit liggen aan de overkant van het water. Bomma Essen ging voor ons goed weer bestellen en een kaarsje branden. Dank je wel, Bomma! Dit heeft duidelijk gewerkt, want behalve een erg stevige wind hebben wij goed weer gehad. We hebben geen druppel regen gezien vandaag. Duimen dat we ook de volgende dagen gespaard mogen blijven van het slechte weer. 

Als eerste reisdag rijden we vandaag vanuit Essen naar Kopenhagen. Dit loopt in verschillende etappes.

Eerst de autorit van Essen naar Puttgarden in het noorden van Duitsland. We vertrekken rond 3u30 en rijden vlotjes Nederland en Duitsland door. Geen enkele file, enkel wat slecht weer in Nederland. Mooi op tijd komen we aan bij de ferry in Puttgarden.

De overzetboot als tweede etappe, is zoals verwacht een beetje wiebelig. Het waait best wel hard, de zee heeft witte schuimkoppen. Dan weet je genoeg. Je ziet mensen zwalpen van de ene steunpaal naar de andere. Lotte en ik zoeken ons een stevig plaatsje op het buitendek, in de frisse lucht is dit best goed te doen. De overtocht duurt maar 45 minuten, en we komen er alle 4 gezond en wel weer uit.

Voor deel drie van de dag rijden we een omweg naar het eiland Møn. Hier bezoeken we Møns Klint. Krijtrotsen waar we een wandelingetje van een kleine 5km maken. Langs de bovenkant van de klif heen, via trappen dalen we af en langs het keienstrand onderaan de rotsen gaan we terug. Een mooi plekje aan de Deense kust. Uiteraard worden vandaag al de eerste keer de zakken vol geladen met stenen.

Laatste deel van de dag is dan nog een autorit van 2 uur naar ons verblijf in Kopenhagen. We arriveren vlotjes bij ons appartementje en genieten nog van een gezellig diner in een restaurantje om de hoek.

Al bij al een vlotte dag, alles loopt zoals gepland. De wind en het beetje regen nemen we er wel bij vandaag. Hopelijk wordt het nog wat beter weer de komende dagen.
 

Als eerste reisdag rijden we vandaag vanuit Essen naar Kopenhagen. Dit loopt in verschillende etappes.

Eerst de autorit van Essen naar Puttgarden in het noorden van Duitsland. We vertrekken rond 3u30 en rijden vlotjes Nederland en Duitsland door. Geen enkele file, enkel wat slecht weer in Nederland. Mooi op tijd komen we aan bij de ferry in Puttgarden.

De overzetboot als tweede etappe, is zoals verwacht een beetje wiebelig. Het waait best wel hard, de zee heeft witte schuimkoppen. Dan weet je genoeg. Je ziet mensen zwalpen van de ene steunpaal naar de andere. Lotte en ik zoeken ons een stevig plaatsje op het buitendek, in de frisse lucht is dit best goed te doen. De overtocht duurt maar 45 minuten, en we komen er alle 4 gezond en wel weer uit.

Voor deel drie van de dag rijden we een omweg naar het eiland Møn. Hier bezoeken we Møns Klint. Krijtrotsen waar we een wandelingetje van een kleine 5km maken. Langs de bovenkant van de klif heen, via trappen dalen we af en langs het keienstrand onderaan de rotsen gaan we terug. Een mooi plekje aan de Deense kust. Uiteraard worden vandaag al de eerste keer de zakken vol geladen met stenen.

Laatste deel van de dag is dan nog een autorit van 2 uur naar ons verblijf in Kopenhagen. We arriveren vlotjes bij ons appartementje en genieten nog van een gezellig diner in een restaurantje om de hoek.

Al bij al een vlotte dag, alles loopt zoals gepland. De wind en het beetje regen nemen we er wel bij vandaag. Hopelijk wordt het nog wat beter weer de komende dagen.
 

Het is nu 17 juli, nog 20 dagen vooraleer we effectief op reis vertrekken. Dit jaar kiezen we opnieuw voor een Scandinavische bestemming, nl. voor Zweden. Met de huidige hitte-toestanden in Zuid-Europa ben ik daar helemaal blij mee.
We hebben het plan gemaakt om eerst 2 weken een auto-reis door het zuiden van Zweden te maken, en aansluitend doen we een kano-tocht van 7 dagen in de provincie Värmland (tegen de grens met Noorwegen, vlakbij Fredrikstad). De streek waar de kanotocht zal doorgaan is op onderstaande kaart aangeduid met een groene stip.
Voor de twee weken auto-trip hebben we relatief weinig voorbereidingswerk. We maken een roadbook, noteren mogelijke uitstappen en interessante plekjes.
Maar voor de kano-tocht is een flink pak voorbereiding nodig. Het is de eerste keer dat we met z'n vieren gaan (wild)kamperen. De kinderen hebben al kampeer-ervaring geleerd bij de scouts, maar voor Wim en mezelf is het de allereerste keer. Laten we zeggen dat er toch een stukje gezonde stress bij komt kijken. Hebben we alle materiaal mee? Hebben we voldoende eten mee? We zullen ter plekke wel ondervinden of onze voorbereiding voldoende was.

volledige reisplan op Google

route van de kanotocht

Door de stommiteit van gisteren blijven mijn ski's netjes in de locker van de ski-kelder. De kinderen gaan met z'n twee op stap.
Vanaf 's morgens hangen er weeral wolken aan de Italiaanse kant, dus blijven Thijs en Lotte wijselijk aan de Zwitserse kant. Dit vinden wij ook gewoon het leukste gedeelte van het skigebied: goede pistes en heerlijke lange afdalingen.
Ook vandaag niet helemaal gespaard van blessures. Thijs maakt een totter en klaagt van z'n nek. Tijd om stillekesaan huiswaarts te keren.

Terwijl de kinderen genieten van de laatste ski-dag, gaan wij met z'n drieën wat rondkuieren in het dorpje. Wat winkeltjes kijken, een koffie drinken en een broodje eten. Na de middag duik ik nog even in de wellness: bubbelbad, dampbad en sauna doen deugd.

Nu alles nog ingepakt krijgen en op tijd gaan slapen, want morgen staat er weer een flinke rit op het programma.

Zoals gisteren gepland, vertrekken we vandaag uiterst links op de pistekaart en skiën we het ganse gebied door. We vertrekken met prachtig weer aan de Zwitserse kant, maar boven de Italiaanse kant zien we wolken hangen.
De eerste etappes gaan bijzonder vlot. Zonnig weer, en weeral een prachtig zicht op de Matterhorn wanneer je de Zwitserse pistes afdaalt.
Maar eens we de lange lift nemen tot aan de Kleine Matterhorn, de toegangspoort tot Italië, duiken we de wolken in. Eventjes zien we bijzonder weinig, maar we kennen de pistes van de vorige dagen, dus we kunnen ons nog redelijk goed oriënteren. We volgen de paaltjes die de piste afbakenen en komen zonder problemen op piste nr. 7. We zitten perfect op de vooropgestelde route.
Niet veel later zitten we onder de wolken, en beslissen we om een Italiaanse middaghap te eten. We zitten net onder de wolken, dus is er een heel klein beetje sneeuw, maar wel bijzonder mooie uitzichten.
Na de middag skiën we nog helemaal tot in het dorp van Breuil-Cervinia. De mist blijft echter hangen, dus we besluiten kortste weg terug naar Zwitserland.
Ook voor de laatste afdaling blijft het zicht nu echt heel slecht, en helaas struikel ik met m'n ski's over een hoopje sneeuw. Tijdens de val voel ik dat mijn kuitspier wordt geraakt. Het doet behoorlijk veel zeer, maar gelukkig zijn we niet ver van een bakjes lift. Op een heel traag tempo geraken we aan de bakjes en met een taxi-autootje naar het hotel. Morgen skiën zit er helaas niet meer in. Maar met de nodige spierzalf en wat pijnstillers lukt het wel om te stappen. Heel groot zal de schade wel niet zijn.

Moeke en vake gaan vandaag verder met de verkenning van het dorp. Er was nog één kant van het dorp die ze nog niet bezocht hadden. Dat is dus voor vandaag. Na de wandeling is het heel erg goed vertoeven op het terras van het sport-pavilion. Heerlijk in het zonnetje genieten van een biertje en wat snackjes.

Voor vanavond hadden we afgesproken om samen bij de MacDonalds te gaan eten. Het is eens wat anders dan een kaasfondue.

Het enige deel dat we nog niet hadden gedaan was de Italiaanse kant. Die staat vandaag op het programma. De combinatie ski-bus en liften loopt bijzonder vlot. Om 10.45u staan we boven aan de Kleine Matterhorn en trekken we onze ski's en snowboard aan.
De Italiaanse kant van het gebied is fijn om te skiën. Grote, brede pistes en de sneeuwkwaliteit is prima. We staan ook hier weer verwonderd te kijken naar het landschap. Er hangen vrij lage wolken waardoor we het merendeel van de dag boven de wolken skiën. Dat geeft prachtige uitzichten met alle vierduizenders die hier boven de wolken uitsteken.

's middags eten we een warme hap in een Italiaanse ski-bar. De prijzen zijn zowaar de helft van hun Zwitserse collega's.

Na de middag blijven we nog zo lang mogelijk aan de Italiaanse kant, maar om 15.50u gaat de laatste lift terug naar boven. Die mogen we niet missen want dan geraken we niet terug in Zwitserland.
Pas rond 17u zijn we terug in het hotel na een lange, maar zeer fijne ski-dag.

Ook het wandelteam was bijzonder succesvol vandaag. Zij wandelen helemaal van aan onze verblijfplaats tot Winkelmatten. Een gehucht van Zermatt dat wel een flink eind hogerop ligt. Hier ligt dan ook merkelijk meer sneeuw dan in het centrum van Zermatt.

's Avonds eten we gezellig samen moekes zelfgemaakte quiche, en nu op tijd bed in. Morgen wil Lotte graag het ganse ski-gebied doorkruisen van uiterst links op de kaart tot uiterst rechts. Benieuwd of dat gaat lukken, want dat is toch een behoorlijke tocht.

De weersvoorspellingen voor deze week lopen wat uiteen. De ene geeft sneeuw en bewolking vanaf woensdag, de andere geeft goed weer. We plannen deze week een bezoekje aan Matterhorn Glacier Paradise. Hiervoor ga je met de kabelbaan tot helemaal boven, jawel tot op 3.883m, en daar bezoek je het panoramisch uitkijkpunt en een ijsgrot.

Omwille van de onduidelijke weersvoorspelling nemen we geen risico's en plannen we vandaag deze uitstap. Voor mij een welgekomen afwisseling met het skiën want de spieren in mijn benen voelen goed de inspanning van de voorbije twee dagen.
De kinderen komen hier om te skiën en gaan vandaag met z'n twee de pistes op.

Ik ga over Glacier Paradise geen grote uitleg schrijven, de foto's zeggen genoeg. Het was er ronduit prachtig!

Voor het avondeten had moeke een specialleke. Ze had speciaal van thuis een fondue stel meegebracht. Hier in de winkel vonden we lekkere kaas. Eén en één is twee... en zo kwam er vanavond een heerlijke kaasfondue op de tafel :-)

Vandaag deel twee van het skigebied op het programma. De start van de dag verloopt een beetje stroef. We geraken niet goed wakker, zitten laat aan het ontbijt, en nemen pas rond 10u de bus naar de andere kant van het dorp. Daar nemen we de kabelbaan helemaal naar het dak van het skigebied, de Kleine Matterhorn op 3.883m hoogte.

Het eerste stuk skipiste is super ijzig. We zitten duidelijk op een gletsjer en het ijs is niet bedekt met sneeuw. Na een heel moeilijk eerste stukje waar werkelijk alle skiërs in de problemen kwamen, lukt de rest van de dag echt wel goed. Vanaf dat we ietsje lager zitten, zijn de pistes prima van kwaliteit en heel rustig.

We blijven tot 16.30u op de pistes, en nemen daarna de overvolle ski-bus terug naar het hotel.

De wandelaars hadden vandaag een wandeling uitgezocht langs het riviertje, maar al vrij snel gaat de wandeling flink bergop, een beetje te lastig bergop. Dus keert ons wandelteam op hun stappen terug.

Voor de avond hadden we gereserveerd in een restaurant. Gezellig plekje, vlotte bediening. Kortom een geslaagde avond.

Vandaag onze eerste ski-dag. Eigenlijk kan je het skigebied opdelen in drie grote delen. De flank van de Gornergrat trein, de flank van de Kleine Matterhorn en het Italiaanse gedeelte.

Vandaag doen we de flank van de Gornergrat. We nemen rond 10u de trein met bestemming Gornergrat. De hoogste tandradspoorweg van Europa. Het station doet ons denken aan Thomas de trein waar een vier verschillende sporen binnenlopen in een grote hangar. De treinrit zelf is wondermooi. We zien wilde geitjes in het bos, een bevroren waterval en prachtige uitzichten met de Matterhorn in de hoofdrol.

De eerste kennismaking met de pistes is een grote meevaller. Het is er rustig. De pistes liggen wijd verspreid over de flank waardoor het nergens echt druk is. Geen lange wachtrijen aan de liften. Ook de sneeuw is van prima kwaliteit.

Het gaat al tegen 16.30u tegen dat we de dalafdaling hebben afgewerkt. Voor we naar het hotel gaan, duiken we nog even in de après-ski bar om onze eerste topdag af te sluiten.

Ondertussen hebben ons ma en pa hun verkenningstocht in Zermatt ook gedaan. De winkelstraat, het pleintje van de kerk en daarna een heel eind naar het uitkijkpunt boven Zermatt. Flink gewandeld!

Als avondeten smullen we van heerlijke Kaiserschmärren die moeke vers heeft gebakken in het keukentje van het appartement.

De route planner geeft 960km van Essen naar Täsch. Een flinke rit hebben we voor de boeg.
We vertrekken rond 1.00u 's nachts. Ik heb eerst nog wat proberen te slapen, en dan goed wakker en uitgerust achter het stuur.
Alles verloopt super vlot. Nergens is er file.
En Lotte houdt goed haar belofte om te blijven babbelen de ganse nacht door. Tot ongeveer 4.30u, dan gaan ook bij Lotte de oogjes even toe. Thijs lag al snel na ons vertrek flink te dutten op de achterbank.
Dankzij het vlotte verkeer halen we het snelste tijdschema en komen we reeds om 12.00u aan in de parking van Täsch. Een chique moderne mooie propere overdekte parking waar de auto heel de week zal blijven staan.
We nemen de shuttle trein verder door naar Zermatt en gaan vanaf het station te voet met onze bagage naar het hotel. Het is maar een paar honderd meter stappen en we gebruiken het bagage-karretje van het station om deze afstand af te leggen.

De eerste kennismaking met Hotel Alpen Resort is reuze. Zeer vriendelijke ontvangst met een glaasje cava en een bediende die per se onze bagage naar de kamer wil brengen.

Na een korte rustpauze gaan we nog het gehuurde ski materiaal ophalen en ga ik nog snel voor sluitingstijd de skipassen kopen. Zo kunnen we morgen zonder zorgen vertrekken naar de pistes.

Op onze laatste vakantie dag krijgen we met het weer werkelijk een godsgeschenk. Staalblauwe hemel en rond de 20 graden.

Er staat nog 1 wandeling op ons lijstje die we per se nog willen doen. We rijden opnieuw met de auto de Ofenpass over en net voorbij de top parkeren we. Van daar gaat de wandeling richting zuid-westen. Wim had info gevonden dat er hier in een heel ver verleden een ijzer-mijn is geweest. We vinden gemakkelijk de restanten van deze mijn. Enkele ingangen zijn afgesloten met deurtjes, maar 1 ingangetje is wel vrij. Boven vinden we enkele heuvels met steentjes die duidelijk daar gestort zijn als afval van de mijn. Uiteraard een ideale biotoop voor Wim 😉.

Na de lunch gaat de wandeling verder. Het grootste klimwerk hebben we gehad, maar om de een of andere reden missen we het wandelpadje zoals de gps aangeeft. Dus bunkeren we door de lage begroeiing richting de wandelweg. Onderweg komen we - zeer onverwacht - nog een ingang van de mijn (of grot) tegen. De ingang is bijzonder smal, maar Thijs kan zich niet houden. Hij kruipt door het gat en ontdekt een ruime ondergrondse kamer. Na de verkenning en garanties van Thijs dat het veilig is, kruipt ook Lotte door het gaatje naar de ondergrondse ruimte. De kodak van Wim gaat mee onder de grond en de kinderen houden er een korte foto-shoot. Beetje spannend en plezierig tegelijk. Na enkele leuke momenten in het grotje, kreffelen de kinderen er weer uit en gaat de wandeling verder.

We wandelen nog verder richting zuid-westen en zijn verbaasd over de italiaanse rotsmassieven die voor ons opduiken. Toppen van boven de 3000 meter en in ware Dolomieten stijl (ruw, spits en ruig).

De terugweg wandelen we eerst richting de top van de Ofenpass waar we ineens uit het niets in een indrukwekkende rotskloof terecht komen met fantastisch mooie rotsformaties. Nog een leuke verrassing op het einde van de wandeling.

Uiteindelijk wandelen we vandaag 12,5km met 535 hoogtemeters. Maar we deden er wel meer dan 6,5 uur over met alle belevenissen onderweg. Qua lengte en hoogtemeters zeker niet de grootste inspanning die we ooit in de bergen gewandeld hebben, maar deze wandeling staat wel bij de toppers wat betreft uitzicht en beleving. De zichten vandaag waren ooh... zo... mooi... en de kinderen hebben zich wel geamuseerd in dat grotje.

We hadden een geweldige dag vandaag !!!

En ik wil zelfs meer zeggen... het was een fantastische reis. We hadden mega-veel geluk met het weer. Twee top-activiteiten met de fiets: de beklimming van de Stelvio en het mountainbiken van Thijs. En een stevig aantal prachtige wandelingen. Weer een reis met mooie herinneringen.

Vandaag doet het weer wat het belooft. Een bewolkte dag, maar de temperaturen zijn best ok. Ergens tussen de 15 en 20 graden. Meer dan genoeg om een inspanning te doen.

In de voormiddag bezoeken we nog snel een weverij waar ze textiel weven met weefmachines van al meer dan 100 jaar oud. In de handweverij kan je normaal gezien weefsters aan het werk zien. Helaas zijn ze niet bezig als wij ze komen bezoeken. Maar er speelt wel een film waarin duidelijk wordt getoond hoe het weven in z'n werk gaat. We zijn onder de indruk van de complexiteit van de weefmachines, en vragen ons af hoe lang een weefster moet studeren om hiermee te kunnen werken. In het winkeltje van de weverij kan je de afgewerkte producten kopen: handdoeken, lakens, dekens, sjaals, handtassen, pennenzakken. De prijs van deze artikelen is echter gigantisch, en dus laten we deze lokale economie toch aan ons voorbij gaan. Voor een simpel pennenzakje betaal je al snel 80 CHF, een sjaal begint vanaf 350 CHF.

Na de middag splitsen we op. De fietsers zijn wat op hun honger blijven zitten de voorbij dagen dankzij de regen. Dus Wim, Thijs en Lotte gaan vanmiddag nog een toer fietsen. Mijn fiets hebben we gisteren teruggebracht naar de verhuurder, ik kies vanmiddag voor een stevige wandeling in Taufers (net over de italiaanse grens).

Bij de fietsers gaat het allemaal wat moeizamer vandaag (dat hebben ze me verteld). De drive en de adrenaline van de Stelvio lijken een beetje weggeëbd. Ze starten aan ons huisje en nemen een alternatieve route naar de Ofenpass. Die alternatieve route blijkt toch de nodige hoogtemeters te kennen, ze worden al van in het begin getest op een behoorlijke klim. Nadien zetten ze verder richting Ofenpass. Thijs doet z'n uiterste best om de klimtijd zo kort mogelijk te houden, zo kan hij later op Strava kijken hoe hij scoort op het bewuste strava segment. Het segment start in Tschierv en gaat naar de top van de Ofenpass. Dat is een afstand van 5,21km en 442m klimmen. Thijs fietst dit stuk op 31:36 oftewel aan 9,9km/u. Knap gedaan, Thijs! Weet dat Simon Geschke en Greg Van Avermaet op strave 20 minuten noteren voor dit segment.

Mijn wandeling start in Taufers en gaat langs twee mooie ruines van Burg Reichenberg en Rotund. Het is een behoorlijk pittige klim naar deze ruines, maar wel de moeite waard. Aan de tweede ruine staat er ook een kudde geiten of gemsen (geen idee). Het zijn rustige dieren en ik kan ze redelijk goed benaderen. Het levert enkele mooie foto's op. Na de ruines stijg ik nog een beetje verder omhoog, om langs een bosflank de afdaling richting Taufers in te zetten. Terug aan de auto staat mijn teller op 9km en 700 hoogtemeters.

Damn! We worden wakker vandaag met weer regengekletter op het dak. Snel kijken we naar de wetterradar, bergfex en alle andere weersvoorspellingen en ze zeggen allemaal hetzelfde. Zeer veel regen vanaf 11u. Daar gaan onze plannen om vandaag te gaan fietsen.

Dan maar een backup plan.

Mijn gehuurde fiets moet vandaag terug worden ingeleverd. Dat doe ik dus maar beter recht na het ontbijt, zo hebben we geen stress om die vandaag nog op tijd afgeleverd te krijgen. Halverwege voormiddag vertrekken we met de auto richting Reschensee. We bezoeken heel kort de verzonken kerktoren. Ooit... lang geleden (2013) zijn we hier met de kinderen al eens gestopt, maar daar herinneren ze zich helemaal niks meer van. Terwijl we rond de kerktoren wandelen en enkele foto's nemen begint het wat te regen.

Ons eigenlijke doel van vandaag is niet de Reschensee, maar wel een klein italiaans dorpje Laas. Dit dorpje is gekend voor Laaser marmer. Hier wordt al eeuwenlang het zuiverste marmer van Europa gewonnen. De site waar ze deze marmer uit de berg halen en naar beneden transporteren kan je bezoeken. Dat gaan we dan ook doen vandaag. Om 14u worden we verwacht aan het station van Laas. Daar kijken we samen met 20-tal andere mensen eerst een video. Roland, de gids, geeft uitleg over hoe de marmer geologisch is ontstaan, hoe het wordt gewonnen, hoe het wordt getransporteerd en waar het allemaal wordt gebruikt. Laaser marmer wordt op zeer veel plaatsen gebruikt, vooral ook door kunstenaars omdat het een zeer zuiver marmer is, mooi egaal wit. Ook de typische witte kruisjes op de kerkhoven met duizenden gesneuvelde soldaten zijn gemaakt van Laaser marmer.

Na de video worden we met drie kleine busjes naar boven gebracht. Het laatste gedeelte tot aan de marmer-groeve leggen we te voet af. Eerst een klim door het bos, daarna door een mijn-tunnel via een trap met 365 treden (zucht). Aan de ingang van de groeve legt de gids in alle detail uit hoe de marmer hier wordt uitgesneden uit de berg. Letterlijk uitgesneden met een gigantische kettingzaag. Wanneer de gids gedaan heeft met z'n uitleg nodigt hij ons uit om nog even rustig rond te kijken, en "we mochten gerust een steentje oprapen en meenemen". Dat laten we ons geen twee keer zeggen 🤨. Met best wel wat marmer-steentjes in onze rugzak volgen we de gids terug naar de auto.

Tijdens de afdaling stoppen we nog een keer om de machinekamer van het oude transportsysteem te bekijken. Ze hebben hier een soort van kabelbaan gebouwd waarmee de marmer-blokken naar beneden werden getransporteerd. Indrukwekkend als je weet dat ze hier blokken tot 30 ton naar beneden zeulen.

De gids neemt ruim de tijd, beneden kuieren we nog door de opslagplaats van de marmer-blokken en geeft de gids nog een uitleg bij het werkhuis waar vandaag de marmer wordt verwerkt tot tegels, werkbladen en andere bestellingen. Wanneer hij de rondleiding afrondt is het al ruim 18.30u, we zijn dus al 4,5 uur met Roland op stap.

Hij nodigt ons nog uit om bij een kameraad in een soort van souvenir-winkeltje een Marillen-bier te komen proeven. We nemen deze uitnodiging met veel plezier aan. Uiteraard steunen we graag de lokale economie in dit winkeltje. Het gaat dan al tegen 19.30u tegen dat we terug in onze auto stappen en richting Müstair rijden.
Ondanks de regen hebben we er toch weer een leuke, leerrijke dag op zitten. En niet te vergeten... we zijn weer wat stenen rijker.

We hadden het gisteren al op de weersvoorspelling gezien. Vandaag geen goed weer. De regent tikt al zachtjes op het dak als we wakker worden. Als we naar buiten kijken zien we welgeteld 2 bomen boven ons huisje, al de rest zijn wolken. Het zal de hele dag druilerig blijven. Ideaal weer voor een dagje cultuur.

Eerst bezoeken we het klooster in Müstair. Het Benediktinerinnenkloster St. Johann staat op de Unesco werelderfgoedlijst, en dat is niet voor niks. Karel de Grote zou de abdij gesticht hebben. Het oudste gedeelte is gebouwd in 780. In de kerk zijn er goed bewaarde fresco's uit de Karolingische tijd (800). Het zijn dus historisch belangrijke schilderwerken, vandaar Unesco. We volgen twee aparte gidsbeurten. De eerste gids vertelt ons (in het Duits) alles over de kerk van het klooster en het museum. We leren er alles over die bewuste oude fresco's alsook over het leven in het klooster (vooral van vroeger). Er is een kamertje (= cel) ingericht zoals de zusters tot in 1981 sliepen. Geen 5-sterren luxe, zoveel is duidelijk. De huidige verblijven van de zusters mogen we uiteraard niet bezoeken.

Na de kerk volgen we nog een tweede gids die ons alles verteld over de Heiligkreuzkapelle. Deze kapel hoort bij het klooster, maar werd pas later gebouwd. Het speciale aan deze kapel is dat er het oudste houten dragende gebinte van Europa te vinden is. De gids vertelt ons vanalles over het hout en ook over de fresco's die er zouden geweest zijn. Maar we kunnen het allemaal niet zo goed volgen. Haar uitleg is moeilijker te begrijpen (ook in het duits) dan de eerste gids. Het is een mooie kapel, en door de restauratie die ze gedaan hebben krijg je er een goed beeld van hoe de kapel er in 1600 zou hebben uitgezien. Toch duurt de gidsbeurt hier wel erg lang.

Het is ondertussen rond 16.30u als we de kapel verlaten. Er staat op onze planning nog een ander museum. In Santa Maria, het dorpje naast Müstair, is een (klein) oorlogsmuseum. Bij de planning gisterenavond gaf vooral Thijs aan dat hij daar wel graag naartoe wilde gaan. Dus... stappen we de auto in, rijden 10 minuutjes en vinden het "Museum Stelvio Umbrail 14/18". De eigenaar of vrijwilliger (denken we) staat buiten te wachten tot de eerste bezoekers toekomen, en dat zijn wij. Het museum bestaat uit slechts drie kamers. De eerste kamer geeft een grote 3D kaart (maquette) van de streek. Hij legt ons in duidelijk (goed verstaanbaar) Duits uit waar de front-lijnen en de verdedigingslinies van de Oostenrijkers, Italianen en Zwitsers juist lagen. De flanken van de Umbrail en Stelvio - waar we al gewandeld en gefietst hebben - speelden de hoofdrol in zijn verhaal. In een tweede kleine kamer heeft hij het logement van een officier helemaal nagebouwd aan de hand van tekeningen van soldaten die ze hebben teruggevonden. Heel mooi gedaan, met veel oog voor detail. In de derde kamer kijken we nog naar een video met authentieke beelden uit de eerste wereldoorlog, gefilmd hier ter plaatse bij de Italiaanse soldaten.

Heel indrukwekkend allemaal, maar na drie gidsbeurten in het Duits rijden we met een ietwat vermoeide geest terug naar ons huisje.

Ook voor vandaag was de weersvoorspelling weer behoorlijk goed. Prima wandelweer, dus trekken we onze wandelkleren aan en maken de stappersrugzakken klaar.

Er staat nog 1 wandeling op ons verlanglijstje die we echt heel graag willen doen. Ook Nicole (MTB-gids van Thijs gisteren) heeft deze wandeling duidelijk aangeprezen. Het wordt een tripje naar Lai da Rims, een prachtig bergmeer in het waterbekken van de Adige. Eigenlijk ligt het aan de flank ten noordwesten van de Umbrail-top (je weet wel... de Umbrail-pas hebben we met de fiets gedaan onderweg naar de Stelvio).

Om aan de wandeling te starten nemen we de auto tot aan een busparking. Daar stappen we over op een lijnbus die ons een drietal kilometer hoger op brengt. Bijzonder indrukwekkend hoe de chauffeur met een uit-de-kluiten-gewassen lijnbus over een smalle grindweg de berg op geraakt. Vanaf de halte van de bus gaat de wandeling verder naar het meertje. We starten op 1800m hoogte en zullen klimmen tot aan het meer op 2400m hoogte. Om precies te zijn telt de wandeling 637 hoogtemeters. Maar om die hoogtemeters te doen, zullen we slechts 4,5km wandelen naar het meertje. Het gemiddelde stijgingspercentage zou dan iets van een 14% zijn, en ik kan u wel verzekeren... het was bij momenten verdorie echt heel steil.

Voor Lotte was dit allemaal geen probleem. Die stapt in een record tempo naar boven. Van alle wandelaars die op de bus zaten, komt Lotte vrolijk als eerste boven aan het meertje. Voor Lotte echt aan het meertje komt, passeert ze een soort van grasvlakte. Daar zit het vol met marmotten. En die lijken helemaal geen schrik te hebben van mensen, ze gaan redelijk ongestoord hun gangetje. Lotte heeft er een leuk filmpje van gemaakt.

Het meertje zelf is prachtig gelegen in een bergkom. Het weer is goed maar ook wel bewolkt. Wanneer de zon door de wolken komt, kleurt het meer azuurblauw. En dat is echt wel heel mooi.

Hoewel er een behoorlijke koude wind is - vandaar de regenjassen - nemen we toch ruim de tijd om er te genieten van het uitzicht en om te lunchen. Na de lunch krijgen we nog bezoek van twee paarden. Die komen in de eerste plaats rustig grazen en van het water drinken. Maar ze lijken ook wel te weten dat toeristen vaak iets lekkers in hun rugzak hebben zitten. Ze komen echt wel heel dicht bij om alle toeristen te inspecteren. We maken nog snel een familiefoto, maar steeds met een waakzaam oog op de paarden gericht. We vertrouwen ze toch niet helemaal.

Over dieren gesproken, ook vandaag zien we behoorlijk wat dieren. Marmotten en paarden had ik al vernoemd. Maar tijdens de klim krijgen we ook weer de kans om twee baardgieren (= lammergieren) bezig te zien. We proberen van alle dieren foto's te nemen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Zeker de gieren zitten vrij ver weg of vliegen behoorlijk hoog.

De afdaling verloopt vlot en zonder noemenswaardige gebeurtenissen. Hier gaat Thijs dan weer in vliegende vaart naar beneden en komt geruime tijd voor ons aan de bushalte. We wachten samen met de andere wandelaars tot de bus ons komt ophalen.

Voor Thijs komt vandaag hoogtepunt nummer 2 van deze reis. Als hij op school een A-attest haalde mocht hij hier op reis een mountainbike downhill excursie volgen van één dag. En belofte maakt schuld, dus... reserveren we een MTB gids (Nicole) van Ride La Val om Thijs één dag te gidsen in het downhill rijden.

Terwijl Thijs geniet van z'n cadeau, doen wij een uitstapje naar Livigno. Via de tunnel geraak je gemakkelijk van aan de Ofenpass tot in Livigno. De autorit gaat eerst langs de oever van het meer van Livigno. Halverwege kunnen we stoppen voor enkele mooie foto's. Vooral de weerspiegeling van de bergen in het water is echt prachtig. Wanneer we in het centrum een parkeerplaats zoeken is het ons al snel duidelijk hoe groot deze plaats eigenlijk wel is. Noem het gerust een klein stadje. We kuieren eerst rustig tot aan het meer. Het waterniveau staat zeer laag, wat maakt dat je een heel eind kan wandelen over de (uitgedroogde) bodem van het meer (uitleg over de lage waterstand). Het geeft wel een grappig effect op onze gps. Na het water kuieren we verder naar het centrum van het stadje. Het is hier belastingvrij, dus een waar winkelparadijs. De promenade met de winkels is dan ook echt heel druk. Het lijkt wel een soldendag op de Meir. Het is al een eind over middaguur, dus zoeken we een plekje om te eten. Wanneer we een terrasje vinden met kaasfondue moeten we niet echt twijfelen. Thijs is niet zo zot van kaasfondue, dus komt goed uit dat we dit nu met z'n drie kunnen doen. Na het eten doen we nog enkele tax-free inkopen en keren we terug naar Mustaïr, benieuwd hoe de dag van Thijs is geweest.

In ons huisje krijgen we volgend verhaal... (geschreven door Thijs)

Vandaag ben ik samen met Nicole op de bus gestapt richting de Ofenpas. Daar stapten we van de bus en kreeg ik een korte uitleg over hoe ik correct op de fiets moet gaan staan. Hierna zijn we er meteen ingevlogen met het fietsen. We reden een aantal opeenvolgende trails en waren dus al snel aan het dalen, gelukkig hadden we e-bikes waardoor we met gemak terug een stuk de berg op konden rijden over een grindweg. Dan zijn we weer beginnen afdalen naar een klein bergcafeetje. Hier hebben we dan iets gedronken. We zijn dan weer stevig beginnen dalen maar daarvoor moesten we eerst een stukje door een koeien wei, hier was de moeilijkheid om niet door de vlaaien te rijden. Als we deze wei uit waren, kwam er een pittig stuk met veel boomwortels en grote rotsen. Maar dat was geen probleem want boomwortels vindt ge op de Wildert ook genoeg 😊. We vonden dan een bankje met een mooi uitzicht op Fuldera, hier hebben we onze lunch gegeten en even uitgerust voordat we aan de vele opeenvolgende trails richting Mustaïr begonnen. Eenmaal aangekomen in Mustaïr had ik wel wat last van krampen in mijn handen en vingers. We vulden onze drinkenbussen bij en begonnen de klim aan de overkant van het dal. Hier gingen we al snel van de baan af om via een grindweg nog een heel eind naar boven te rijden. Eenmaal boven namen we nog een korte drinkpauze om aan de laatste afdaling te beginnen bij deze pauze dacht ik ineens oei, ik heb nog geen foto's of filmpjes van vandaag. We hebben dus in de laatste afdaling nog enkele filmpjes gemaakt en dit waren ook de leukste en meest technische stukken van de dag. Op het einde van deze voorlaatste trail waren enkele kleine jumps. Na deze voorlaatste trail hebben we nog een laatste trail gereden langs het riviertje terug naar Mustaïr. Toen we aankwamen in Mustaïr heb ik Nicole bedankt voor deze super toffe dag en ben ik thuis toch maar effekes op bed gaan liggen om uit te rusten want het is niet alleen een toffe maar ook wel een intensieve sportdag geweest. Nu geef ik het woord toch maar terug aan mama.

Dit zijn de leuke filmpjes die Nicole van Thijs maakte.

Vandaag laten we de fietsen toch maar in het stalletje staan en kiezen we voor een wandeling. Het weer doet ons erg twijfelen. De voorspellingen zijn eigenlijk niet zo goed. Ze voorspellen regen en kans op onweer. Maar omdat het vandaag een feestdag is, hebben we weinig alternatieven. Alle musea en winkels zijn immers gesloten.

We rijden eerst met de auto naar het dorpje Lü op een hoogte van 1900m. We hebben een rondwandeling gepland van 13km (maar met een backup plan moest het weer toch niet meezitten).

De eerste 8km gaan we op een redelijk constante klim bergop. We zijn vooral erg verbaasd over de ongereptheid van deze bergen. Je geniet hier van de natuur in z’n puurste vorm. Geen palen, geen elektriciteitsdraden, geen skipistes, enkel rotsen, fauna en flora. Andere wandelaars hebben we niet gezien, maar als je goed zoekt kom je wel nog twee mopperende pubers tegen die vandaag eigenlijk niet zo heel veel goesting hadden in de wandeling (sorry kinderen…)

Er hangen wel wat grijze wolken maar de voorspelde regenbuien en kans op onweer blijven gelukkig uit. Op het hoogste punt van de wandeling zitten we op 2650m. Ondanks de wolken hebben we hier toch nog een ferm zicht richting de Umbrail pas, de Stelvio en z’n gletsjers. Er zijn ook twee bergmeertjes waar de keien over het water moeten stuiteren natuurlijk 😉

De laatste 5km hebben we nodig om terug af te dalen tot aan de auto. De wandelweg is niet echt moeilijk. We houden een vlotte kadans en bereiken na 5,5 uur wandelen, picknicken, foto’s trekken en stenen zoeken terug de auto. Onze effectieve stap-tijd was 3,5 uur. Dat vind ik nog niet zo slecht voor 13km wandelen met een hoogteverschil van 750m.

Na de climax van gisteren nemen we vandaag een relatieve rustdag. We slapen al wat langer, nemen rustig de tijd om te ontbijten. De rest van de voormiddag blijven we wat rondhangen in ons huisje. De kinderen liggen wat te chillen, Wim rommelt en sorteert wat spullen en Marijke draait een wasmachine met stinkende fietskledij.

We kunnen geen hele dag blijven niksen (volgens de kinderen kan dat wel 🤦‍♀️), dus na de middag doen we toch onze wandelschoenen aan. Aan de overkant van het dal hebben we een ruïne ontdekt. Dat is ons doel van de wandeling. De klim begint in het dorpje. Op een afstand van 1km klimmen we ongeveer 200m omhoog. Een behoorlijk steil wandelpadje dus. Al snel bereiken we de vlag aan de ruïne. Veel is er echter niet te zien. Nog 1 stukje van een muur. Maar we zitten wel op een hoogte waar we een mooi zicht hebben op het dorp Mustaïr. Vanaf hier kunnen we ook heel mooi het klooster zien, en achter het klooster zie je ook ons vakantiehuis (wit huis met lichtgrijs dak, juist achter het rode dakje).

Op de terugweg zijn we precies met twee jonge kinderen op stap. Eerst komen we een stukje los poeder-zand tegen, waar de kinderen zich kostelijk mee vermaken. Daarna komen we nog een speeltuintje tegen, en ook daar zijn ze niet te houden.

Nog een laatste ommetje door het dorp doet ons uiteindelijk op een terrasje belanden voor een grote ijscoupe, en nadien weer rustig terug naar huis. Plannen maken voor morgen.

De beklimming van de Ofenpass gisteren ging echt goed, dus we zijn klaar voor het echte werk. Vandaag doen we de Stelvio.

Lotte is als eerste in de keuken en maakt voor iedereen lekkere pannenkoeken met spek en kaas als ontbijt. Behoorlijk stevig maar uiterst noodzakelijk voor de inspanningen van vandaag. Om 9u staan we klaar om te vertrekken. Een absoluut record deze reis.

De eerste kilometers naar Santa Maria zijn een goede opwarming. Daar draaien we de Umbrail-pas op. Vanaf hier begint het echte klimwerk. De Umbrail-pas gaat over 13,5km tot aan de Zwitsers-Italiaanse grens. Het gemiddelde klimpercentage is 8,6%. We zitten dan op een hoogte van 2501m, en wonderwel gaat het met ons alle vier prima. Ieder rijdt z’n eigen tempo. Er passeert heel wat duur en snel verkeer op deze pas. Regelmatig worden we voorbij gezoefd door dure BMWs, Porsches en andere sportauto’s en brommers. Het is soms wel verschieten, maar niet echt gevaarlijk.

Na de Umbrail-pas draaien we links de Stelvio op. We moeten dan nog een goeie 200m klimmen tot aan de top. Een pittig stuk met een behoorlijk stijgingspercentage, maar iedereen geraakt ook hier (beetje op karakter) zonder problemen boven. Thijs beëindigt zijn klim in ware Sagan-stijl met een wheelie naar de top. Apetrots op ons gezinnetje! Wat een ongelofelijk gevoel als je hier aankomt.

Boven aan de Stelvio vind je een heleboel souvenirwinkels waar ze ook Stelvio-wielershirts verkopen. Als beloning trakteren we onszelf op een shirtje. De vriendelijke winkeldame is onder de indruk van ons gezinnetje en geeft ons alle vier nog een prachtige Stelvio-drinkenbus cadeau. Een prachtig gebaar maar wel een uitdaging om alles nog in onze rugzak te krijgen. Na het shoppen doen we ons nog tegoed aan een heerlijke braadworst want het ruikt hier ongelofelijk goed.

Na de lunch trekken we onze fluo-vesten aan en beginnen we aan de afdaling. Door de fluo zijn we echt goed zichtbaar, een beetje extra gevoel van veiligheid. We hadden bij de verkenning gezien dat de afdaling behoorlijk druk verkeer kan geven, maar op het moment dat wij hem rijden valt dat reuze mee. Ook de kinderen rijden de afdaling tot in Prato op een bijzonder gedisciplineerde en veilige manier.

Na deze afdaling rest ons nog een flinke tocht terug naar Mustaïr. We zitten nu in Prato op 900m hoogte en moeten nog 20km rijden en opnieuw 300m klimmen. Lijkt niet zoveel, maar na de inspanning van vandaag toch behoorlijk lastig. In de vallei is het dan ook nog eens een pak warmer. Op het allerlaatste beetje karakter slagen we ook in deze slotklim en bereiken we na 65km moe maar uitermate voldaan terug ons huisje.

Gisteren was een wandeldag. Dus vandaag komen de fietsen weer van stal. Letterlijk, want onze fietsen staan veilig opgeborgen in het stalletje van ons huis.

Vandaag de ultieme test. We gaan de Ofenpass met de fiets rijden. Het is een klim van 18km. Ons huis ligt op 1264m en de top van de Ofenpass ligt op 2149m. We klimmen dus 885m op een afstand van 18km. Dit is nog niet zo zwaar als de Stelvio, maar toch al een goede oefening.

We nemen een extra uitgebreid ontbijt met flink wat spek en eieren. We zullen de calorieën goed kunnen gebruiken. Alle drinkenbussen worden gevuld, zonnecrème gesmeerd, druivensuiker mee... en hier gaan we dan.

Op 1u en 26 minuten rijden we de klim naar boven. Het is de eerste keer dat de kinderen een klim van deze afstand rijden. Dan is dit een bijzonder knap tempo. We stoppen slechts een enkele keer om op elkaar te wachten, maar niet omdat iemand stikkapot zit. Iedereen zoekt natuurlijk z'n eigen tempo.
Thijs is de klimgeit van onze groep. Hij gaat er telkens als een speer vandoor.
Lotte doet het op een rustiger tempo, maar als jongste van zowat alle fietsers hier in de streek doet ze dat prima.
Wim kan op de hartslagmeter z'n inspanning onder controle houden en op die manier prima doseren om de klim tot een goed einde te brengen.
Marijke heeft een geweldige e-bike, maar beperkt de ondersteuning tot het minimum om natuurlijk ook de klim-ervaring als fietser niet te ontlopen. Ook een evidentie dat de rugzak met onze spullen meegaat op de e-bike.

Boven aan de top nemen we eerst de traditionele selfies bij het bord van de Ofenpass, en we zetten ons op een zonnig terrasje voor een welverdiende lunch met prachtig uitzicht op de Stelvio-gletscher.

Na het eten volgt dan natuurlijk de afdaling. We doen het rustig aan. Er zijn natuurlijk enkele haarspeldbochten te nemen. Dat doen we heel rustig en we zorgen dat we goed aan de kant blijven rijden zodat auto's en brommers gemakkelijk kunnen passeren. De afdaling is exact dezelfde weg als de klim, dus diezelfde 18km doen we op 32 minuten terug naar beneden.

Deze test vandaag was meer dan geslaagd. De eerste evaring met het rijden van een echte alpenpas is zeker niet tegengevallen. De volgende rit zal waarschijnlijk de Stelvio worden. Hoewel we goed beseffen dat die nog wel een klasse zwaarder zal zijn, we zijn er klaar voor!

Gisteren fietsen, vandaag weer wandelen. We proberen onze activiteiten een beetje af te wisselen. De weersvoorspellingen zijn best wel ok, dus we stellen onze wandel-gps in op een tochtje van 7km aan de Pass dal Fuorn (Ofenpass voor de liefhebbers van het Duits).

De wandelrugzakken zijn snel ingepakt, waterzakken gevuld, nog even naar het buurtwinkeltje voor wat broodjes en worst, en dan zijn we weg. Met de auto rijden we 20 minuutjes tot aan het vertrekpunt van de wandeling. We zitten dan op 1800m en we stijgen vandaag tot 2300m. De klim vandaag is minder zwaar dan de wandeling van twee dagen geleden. Mij gaat het alleszins een stuk beter af.

Even start de wandeling in het bos, maar al snel bereiken we de bomengrens en wordt het landschap ruiger. We genieten van de typische vergezichten met de ruwe grijze rotsmassieven. Onze picknick houden we boven aan de wandeling. Tijdens het eten krijgt Lotte enkele gemsen in het vizier. Snel halen we de verrekijker boven. Helaas ligt de grote gems levenloos op de grond, en blijft het kleintje als een weesje achter. Dat is de natuur zeker.

Na de middag gaat de wandeling hoofdzakelijk in dalende lijn. Tijdens deze afdaling zien we op een grote rotsflank een kudde edelherten (Red Deer in het Engels, Tschierv in het Reto-Romaans). Het zijn enkel vrouwtjes en kleintjes, geen grote geweien te zien.

Wanneer we stilstaan om naar de edelherten te kijken, komt er een klein vlindertje vriendjes maken met Thijs. Het nestelt zich op Thijs z'n handpalm en komt er niet meer af voor de komende kilometers.

Wanneer we terug beneden komen aan de parking, worden we aangesproken door een boswachter. Hij vertelt ons dat er een baardgier laag over vliegt. Helaas veel te moeilijk om te fotograferen. Maar we zien hem wel enkele keren van dichtbij. Wat een machtig groot dier.

Deze dag voegt weeral een mooie wandel-ervaring toe aan onze herinneringen. Prachtige berglandschappen gezien, en toch wel verschillende wilde dieren kunnen spotten.

Vanaf vandaag huren we de e-bike. Het ophalen van de fiets loopt allemaal heel vlotjes. We lunchen nog rustig in ons huisje en na de middag vertrekken we voor een eerste fietstocht hier in Zwitserland.

Wim heeft een rustige tocht van ongeveer 35km uitgezocht. We vertrekken richting Taufers, naar de italiaanse grens dus. Van daar gaat het richting Mals, naar het dal van de Reschensee. In dit dal rijden we nog eventjes zuidwaarts, om dan terug te keren naar Val Mustaïr. Tot nu toe reden we vooral bergaf, dan weet je wat er op de retour te wachten staat. Wanneer we terug aan ons huisje zijn, staan er toch 43km op de teller en 550 hoogtemeters. Ideaal als eerste oefentocht.

Al bij al een mooie tocht door enkele pittoreske romaanse dorpjes. Op de terugweg wel behoorlijk veel grindweg, wat het voor de drie koersfietsen zeker niet gemakkelijker maakte. Gelukkig geen platte banden.

Vanavond vieren we de verjaardag van Wim. De meisjes hebben een (ruime) feestmaaltijd gemaakt: mini-loempia / blinis met gerookte zalm en cottage cheese / mini-pizza met kruidenkaas, prei en spek / gebakjes als dessert

Bij het zoeken naar een geschikte activiteit voor vandaag had Lotte een geweldig idee. Waarom gaan we niet de Stelvio al een keer verkennen met de auto. En Wim had een ideale instapwandeling gevonden om het gebied rond de top van de Stelvio te ontdekken. Zo gezegd, zo gedaan...

De klokken van het klooster vlakbij ons huis maken ons rond 7u al wakker. Voor de eerste keer de wandelrugzakken inladen is altijd een beetje zoeken. We hebben heel wat tijd nodig voor ontbijt en de voorbereidingen. Maar we weten dat dit de komende dagen wel vlotter zal lopen als alles op z'n plaats zit.

Met de auto rijden we exact de route zoals we die ook willen fietsen naar de Stelvio. Bijzonder interessant. We ontdekken waar de steile stukken zijn, en waar we iets of wat kunnen recupereren.

Boven aan de Stelvio vinden we een zeer toeristische bedoening. Veel kraampjes met souvenirs en het ruikt er geweldig naar de kraampjes met braadworst. Beloningen genoeg als we hier met de fiets boven geraken. Dat helpt voor de motivatie 😉.

We vinden een parkeerplaats voor de auto. Die blijft vanmiddag hier boven aan de top van de Stelvio staan. Wij nemen de bus om af te dalen tot aan het dorpje Trafoi. Daar nemen we een stoeltjeslift naar het vertrekpunt van de wandeling op 2100m hoogte. We wandelen dan de weg terug naar de top van de Stelvio. We klimmen tot 2850m hoogte. Een wandeling van 8,5km met 750 hoogtemeters is meer dan voldoende als instapwandeling. Tijdens de wandeling hebben we een prachtig zicht op de Stelvio pas, en op het massief met de Stelvio-gletscher (of wat er nog van overblijft).

Voor mij persoonlijk was het een pittige instapwandeling. Thijs en Lotte hebben absoluut geen problemen. Die jeugdige conditie is echt iets om jaloers op te zijn.

Niet erg, een lekker diner in een restaurant niet ver van ons huisje maakt al weeral heel veel goed.

Nu nog wat administratie (verslagjes schrijven, foto's kopieren) en dan weer vroeg onder de wol.

Een voorspoedige vertek-dag vandaag. Om 5.30u rijden we thuis de oprit af. Uiteraard beetje later dan gepland, maar met heel veel goesting. Over de hele rit van 960km hebben we slechts 1x een kwartiertje stil gestaan. Zalig om op een maandag te vertrekken, weinig toeristen op de baan.

Na 11u bollen en de nodige pauzes bereiken we rond 18.30u onze vakantiewoning. We verblijven twee weken in hetzelfde huisje. Of moet ik zeggen huis? Het blijkt een zeer ruime woning, grote keuken en zitruimte en zeer royale slaapkamers en badkamer. Hier komen we niks te kort!

Ieder jaar doen we een poging om een reisbestemming te zoeken ver weg van alle drukte en met weinig toeristen in de streek. Dat is dit jaar weer aardig gelukt. Om in Val Mustaïr te geraken moeten we na de afrit van de autostrade nog ruim 110km rijden met inbegrip van 3 passen die we over moesten: de Flüelapas en de Ofenpass / Fuornpass. Wanneer we dan toekomen in het dorpje Val Mustaïr lijkt het of we het einde van de wereld hebben gevonden. Het dorpje is gebouwd rond de Benedictijner abdij, maar we vinden er ook wel enkele winkeltjes en restaurantjes. Komt helemaal goed hier.

Deze avond nog wat voorbereiden voor de eerste echte activiteiten morgen. Onze gps’en klaarmaken, rugzakken voor de eerste keer samenstellen, … en dan op tijd naar bed. Het was een lange dag.

Tot morgen!

De laatste dag van onze vakantie.

Wandelteam neemt de bus naar Aminona. Twee dorpjes verder en het meest oostelijke stuk van het skigebied. Aan de foto’s kan je duidelijk zien dat er in de dorpjes niet veel sneeuw meer ligt. De overmatige zon van de afgelopen week is duidelijk zichtbaar. Waar er in het begin van de week nog flink wat sneeuw lag, is die nu helemaal verdwenen.

Ook voor de skiërs is het de laatste dag. We hebben een route voorbereid en we zijn van plan om iedere flank van het gebied nog een keer te doen. Om 8.50u staan we aan de kabelbaan en we zullen uiteindelijk 5,5 uur skiën om via 15 afdalingen een afstand van 55km af te leggen (liften inclusief). We zijn blij met onze prestatie maar ook wel moe van deze ski-week. Onze vermoeide beenspieren geven duidelijk aan dat het nu wel goed is geweest. Tijd om het gehuurde materiaal terug in te leveren en de valiezen in te pakken.

Vanmorgen opgestaan met toch wel een pijnlijke pols en flinke blauwe plek van de off-piste kuren van gisteren. Vandaag toch maar weer gewoon braaf de pistes volgen. We blijven vooral aan de westkant van het skigebied. Hier liggen nog verschillende pistes die er nog niet gedaan hebben. En eerlijk gezegd… de mooiste zichten van de hele week zien we hier op deze flank.

Voor de lunch had ik gisteren een tafeltje gereserveerd boven op de top van de Bella Lui. We genieten op 2500m hoogte met z’n tweetjes van een echte Zwitserse kaasfondue “with a view”. Maar 1 woord: genieten!

Na het eten nemen we nog uitgebreid tijd voor een fotoshoot en dan de laatste dalafdaling van de dag.

De wandelaars hebben ook weer flink hun best gedaan. Eerst een eindje met de bus en dan verder te voet naar Barzettes. Het eerstvolgende dorpje op de flank. Het wordt echter niet zomaar een wandeling. Ze passeren verschillende pistes, soms met een tunnel maar soms ook om te voet over te steken. Zo neemt ons wandel-team ook een stukje deel aan het ski-gebeuren.

Sta me toe te beginnen met het wandel-team vandaag. Iedereen voelt zich goed en is uitgeslapen. Ideaal voor een flinke winterwandeling. De bus brengt onze wandelaars enkele haltes verder bergop. Van op deze hoogte vertrekt een mooie wandeling over besneeuwde wegen terug richting Montana. De foto’s liegen er niet om.

De skiërs hebben ambitieuze plannen. We proberen enkele off-piste trails te volgen. Voor Lotte allemaal prima. Marijke heeft er wat meer last van en kan tot dusver nog niet echt genieten van het off-piste gedoe. Elk om beurt totteren we wel een keer in de sneeuw. Gelukkig zonder al te veel schade.

Vandaag de derde dag ski, dat is altijd een risico. Vooral ik heb last van stramme spieren. Bij Lotte is er niet veel van te merken. Lotte springt vlotjes uit bed en moet wat achter mijn veren zitten. Dank zij de drive van Lotte staan we wel weer om 8.20u aan de kabelbaan. Dat maakt dat we weer heel vroeg op de piste staan en heerlijk kunnen genieten van vers geprepareerde pistes. Wij zijn zo goed als alleen op de piste en kunnen dus rustig onze gangen gaan. Heerlijk!

We verkennen vandaag de oostelijke kant van het skigebied. Ook hier vinden we weer prachtige, brede en goede pistes. Een pluim voor dit skigebied.

Alleen de wegwijzers mogen wat duidelijker. Twee dames alleen in een skigebied, zorgt af en toe wel voor wat oriëntatie problemen. Gelukkig steeds zonder grote gevolgen.

We hebben vandaag afgesproken om samen beneden in het dorp te eten. We skiën tot 12u en gaan dan samen met moeke en vake lunchen in het dorp. Na de lunch is het tijd om wat souvenirs te shoppen.

Al bij al een rustige dag vandaag. Maar wel weer zonovergoten. Een beetje sluierbewolking in de namiddag, maar voor de rest overmatig veel zon.

Vandaag staat voor het ski-team een tocht naar de top van het skigebied op het programma. We nemen de kortste route naar de Plaine Morte. Op 2927m hoogte staan we aan de voet van de gletsjer. In de winter zie je daar niet zoveel van natuurlijk. Een grote sneeuwvlakte, maar erg onder de indruk zijn we niet. De afdaling naar beneden is echter wel adembenemend mooi. Met een prachtig zicht op de Matterhorn, Dent Blanche, Grand Combin en de Mont Blanc. Deze 4000ers liggen magnifiek te blinken in de zon.

Na de gletsjer afdaling verkennen we nog verder de oostkant van het skigebied. Daarna nemen we nog een paar gekende pistes. Zo komen we uiteindelijk aan 9 afdalingen. Goed voor 32km ski-plezier.

Lotte heeft vandaag haar papegaaien-skipak aan, en oogst hiermee toch veel bekijks en vrolijke gezichten.

Na de middag keren we terug naar het hotel. Daar ontmoeten we ook het wandel-team. Die hebben een interessant wandelgebied gevonden aan de golf van Crans. Weeral een flinke winterwandeling met een heerlijke koffieshop tussendoor. Ook de wandelaars genieten van de omgeving en van het uiterst zonnige weer.

Vanmorgen vroeg uit de veren. Lotte had gisteren al het plan om de eerste bakjeslift naar boven te nemen. Die start om 8.15u.
Met de juiste motivatie slagen we erin om vroeg op te staan, zitten we als één van de eersten aan het ontbijt, en staan we om 8.20u aan de kabelbaan. Wat een succes voor een eerste ski-dag!

Op de piste is het op dit uur nog heel rustig. En eigenlijk blijft het de hele voormiddag opvallend rustig op de piste. Vers geprepareerd, weinig volk en een staalblauwe hemel. Wat wil je nog meer…

Tijdens de voormiddag worden we nog getrakteerd op een vliegshow. Een stuk of acht stuntvliegtuigjes maken formaties en voeren loopings uit. We staan vol bewondering te kijken. Er is hier vandaag een wereldbekermanche ski, we vermoeden dat deze show hier iets mee te maken heeft.

Na een intensieve ski voormiddag lunchen we boven op de top van Les Violettes. Na onze rösti nemen we de laatste afdaling voor vandaag. Spieren voelen moe aan, en pistes worden lastiger. We nemen liever geen risico’s.

Het wandelteam plande vandaag een wandeling naar Crans. Het werd een fikse tocht van 7,5km. In Crans ontdekken ze de grandeur van de streek. Er is namelijk een mooie winkelstraat met alle dure winkels. Het bewonderen van deze winkels bleef echter beperkt tot vitrine-kijken.

In het hotel komen ski- en wandelteam weer samen en genieten we samen van een duik in het zwembad.

Vanmorgen vroeg uit de veren. Lotte had gisteren al het plan om de eerste bakjeslift naar boven te nemen. Die start om 8.15u.
Met de juiste motivatie slagen we erin om vroeg op te staan, zitten we als één van de eersten aan het ontbijt, en staan we om 8.20u aan de kabelbaan. Wat een succes voor een eerste ski-dag!

Op de piste is het op dit uur nog heel rustig. En eigenlijk blijft het de hele voormiddag opvallend rustig op de piste. Vers geprepareerd, weinig volk en een staalblauwe hemel. Wat wil je nog meer…

Tijdens de voormiddag worden we nog getrakteerd op een vliegshow. Een stuk of acht stuntvliegtuigjes maken formaties en voeren loopings uit. We staan vol bewondering te kijken. Er is hier vandaag een wereldbekermanche ski, we vermoeden dat deze show hier iets mee te maken heeft.

Na een intensieve ski voormiddag lunchen we boven op de top van Les Violettes. Na onze rösti nemen we de laatste afdaling voor vandaag. Spieren voelen moe aan, en pistes worden lastiger. We nemen liever geen risico’s.

Het wandelteam plande vandaag een wandeling naar Crans. Het werd een fikse tocht van 7,5km. In Crans ontdekken ze de grandeur van de streek. Er is namelijk een mooie winkelstraat met alle dure winkels. Het bewonderen van deze winkels bleef echter beperkt tot vitrine-kijken.

In het hotel komen ski- en wandelteam weer samen en genieten we samen van een duik in het zwembad.

De voorbereidingen en het vertrek van onze ski reis lopen gesmeerd vandaag. Eerder deze week werden alle reistassen en ski gerief zorgvuldig geselecteerd, gecontroleerd en ingepakt. Vrijdag voormiddag nog even met de auto naar de carwash, en langs de bandencentrale voor een gehuurde dakkoffer. We reizen immers met vier volwassenen in één auto en dan is de gewone kofferruimte niet voldoende. Zeker niet wanneer ook ski-latten en ski-schoenen mee moeten.
We vertrekken om middernacht met als doel de grote winter-drukte op de weg voor te zijn. Dat is ons aardig gelukt. We doorkruisen België in 2,5 uur rijden en ook in het noorden van Frankrijk is er haast geen kat op de baan. Vanaf Basel zijn er iets meer wagens, maar van een echte drukte is geen sprake. Enkel in Lausanne schuiven we een kwartiertje aan.
Na amper 11 uur rijden komen we aan in Crans-Montana.
We parkeren de auto veilig aan het hotel en gaan eerst op zoek naar een kleine lunch. Verder verkennen we het dorpje, zoeken een geldautomaat en ontdekken enkele mooie plekjes in het dorp. Crans-Montana ligt erg mooi gelegen met een uitgestrekt zicht over het dal van de Wallis.
In de late namiddag het gekende ritueel van de eerste dag op skivakantie: afhalen van het gehuurde skimateriaal voor Lotte. Ook hier gaat het al bij al nog redelijk vlotjes.
Verder niks speciaals gedaan. De autorit en een nachtje zonder slaap laat zich nu toch voelen. Na een heerlijk diner in ons hotel gaan we vroeg naar onze kamer. Nog even de ski- en wandel-plannen voor morgen overlopen en dan kruipen we snel onder de wol.

Vandaag zou een rustige dag worden. We hebben nog een flinke rit te rijden van het mountain resort naar Keflavik. Daar hebben we een hotelkamer zodat we morgen vroeg naar de luchthaven kunnen.

We hebben niet echt veel gepland vandaag. Alles wat we wilden zien hebben we gedaan. We zetten koers richting Selfoss en bezoeken onderweg de Kerið krater. Een korte stop maar wel een juweeltje om eventjes te bekijken. 

In de auto zijn de kinderen meestal met hun gsm bezig. Dat levert vandaag wel het idee van de dag. Lotte ziet op social media dat de Fagradalsfjall terug actief is. De beslissing is snel genomen. Dat wordt de wandeling voor de namiddag. 

Wanneer we er parkeren is er heel veel mist. We twijfelen of het de moeite gaat zijn, maar wat hebben we te verliezen… De wandelaars die we onderweg tegenkomen bevestigen dat we vooral moeten volhouden, dat het werkelijk de moeite is. 

De wandelroute (A) die we volgen is slecht, of beter gezegd niet, aangegeven. We moeten volledig op onze wandel-gps vertrouwen. We zitten op een flank met losse stenen, veel vulkaan-as, geen wandelpad, heel veel mist en we horen ergens vlakbij het gedonder van de vulkaan. Dat is voor ons doen toch wel behoorlijk avontuurlijk. Ik vertrouw het niet helemaal, de kinderen vinden het geweldig spannend. Het lijkt of de lava elk moment rond je oren kan vliegen. 

En dan ineens … zien we vaag door de mist de actieve vulkaan z’n lava spuwen. Niet te beschrijven wat voor een gevoel dat geeft!

We vinden een mooi plekje op de flank van waar we de vulkaan echt goed kunnen zien. De rode hete lava stroomt slechts 200m voor ons uit. 

Er worden ontelbaar veel foto’s gemaakt. Het is werkelijk een unieke ervaring. Iets dat we altijd zullen koesteren en waarschijnlijk nooit meer zullen meemaken. Een apotheose om van te dromen!

Met heel veel moeite (we willen eigenlijk echt niet weg hier) keren we pas na 6 uur terug naar beneden. Omdat de wandeling in de mist een uitdaging is, vormen we een wandelgroep met een Italiaans koppel en twee Parijse dames. Een gezellige bende en er wordt goed gebabbeld onderweg. Ook de kinderen genieten van een goed gesprek in het Engels met de Italianen. 

Laat, moe, maar voldaan eten we nog een warme maaltijd in restaurant Rain in Reykjanesbær. Nu nog naar het hotel, valiezen organiseren voor de vlucht, huurauto inleveren, douchke pakken en dan snel gaan slapen. De wekker staat om 4u morgenvroeg.

Onder dit motto eindigen we onze rondrit door IJsland in Kerlingarfjöll. De geothermische activiteit hier in de streek zorgt voor een bijzonder kleurenspel in de bergen. 

We worden helaas wakker in een dichte mist. Niet meteen het gedroomde weer waarin je een bergwandeling wil gaan maken. En al zeker niet als je gaat voor vergezichten. Toch laten we ons niet ontmoedigen en blijven we koppig bij ons plan. We nemen na het ontbijt onze 4x4 en hobbelen het stenen pad op richting Hveradalir, de parking waar de wandeling vertrekt. Windstopper en mutsen komen goed van pas. Er staat een koude wind en dikke mist. Maar al snel klaar de mist een beetje op. De zon probeert wat door de wolken te breken. Dat lukt niet helemaal, maar op de momenten dat ze schijnt is het zicht prachtig. 

Het is een speciale ervaring, hier wandelen. Je beleeft als het ware de activiteit van de bergen. Ik kan het niet goed omschrijven maar er zijn zoveel riviertjes en warm water bronnen en stoomgaten dat het wel lijkt of deze bergen om je heen tot leven komen. 

Komt er nog eens bij dat er de Mænisjökull gletsjer ligt boven het geothermische gebied. Een warme (soms kokende) berg met een ijskap er over? Heel speciaal.

Wim en ik vatten deze wandeling samen in twee woorden: buitenaards en surrealistisch. 

Halverwege de namiddag keren we terug naar het mountain resort, we houden een korte siësta en daarna doen we nog een kleine wandeling naar een hot spring op een kilometertje hier vandaan. De kinderen en ikzelf trekken onze zwemkleren aan en nemen samen met enkele andere wandelaars plaats in het natuurlijke warm water bad.

Vandaag staan er heel wat kilometers op de planning. We maken de transfer van het noord-oosten naar de highlands in het binnenland. Een autorit van 330 km.

We vertrekken langs het noorden. Zo passeren we eerst nog de Godafoss. De zoveelste waterval, maar ook wel weer heel mooi. Ook behoorlijk druk want deze ligt vlak naast de hoofdweg. Heel gemakkelijk en populair om te bezoeken. 

Na een wandelingetje tot aan de waterval en terug rijden we verder naar Akureyri. De grootste stad van het noorden van IJsland. Het blijkt een vrij moderne stad en er heerst een drukte van jewelste. Toch als je het vergelijkt met het weinige volk dat we tot nu toe zijn tegengekomen. 

We kuieren wat rond, eten op een (uiterst zonnig) terras een warme lunch en vertrekken dan richting binnenland.

Wanneer we de hoofdweg verlaten komen we een wegwijzer tegen. Je ziet ze hier wel vaker, maar vandaag wil ik de foto toch met jullie delen. Je moet het bord al behoorlijk grondig bestuderen vooraleer je alles hebt gesnapt. Wij moeten richting Kjalvegur volgen. 

We beginnen aan de grindweg naar de bergen. Deze grindweg is maar liefst 106 km! In het begin gemakkelijk, comfortabel en goed te rijden. Makkie…

Na 70 km stoppen we eventjes bij Hveravellir, een geothermisch veld met warm water bronnen. Leuk om door te wandelen, en ze stinken minder hard dan diegene van vorige week aan Mývatn. Wie in deze streek komt, zeker de moeite om eventjes te stoppen. 

De laatste 40 km van de rit zijn een uitdaging. De grindweg wordt moeilijker, en als chauffeur vereist het toch de nodige concentratie om de grootste stenen en putten op de juiste manier aan te rijden. Helemaal op het einde krijgen we nog een kleine rivier-kruising cadeau ook. Het is maar een klein riviertje maar wel plezant om te doen met de auto.

We komen aan in Kerlingarfjoll Mountain Resort, een mooie uitvalsbasis om morgen een wandeltocht in de bergen te maken. Mountain Resort klinkt chique, maar we verblijven in een hotel specifiek gericht op wandelaars in de bergen. Eerder een veredelde berghut, zeg maar. Op de foto zie je de rode driehoekige huisjes. Daar slapen Thijs en Lotte. Wij slapen in het hoofdgebouw. 

Na de wel zeer gevulde dag van gisteren gaat het vandaag iets rustiger. 

We rijden eerst een heel eind langs een grindweg naar twee watervallen, Dettifoss en Selfoss. De Dettifoss staat bekend als één van de meest krachtige watervallen van Europa. Om de twee watervallen te bekijken doen we een wandelingetje van 4 km. 

Het is vandaag zonnig weer, we mogen dus genieten van enkele mooie regenbogen die verschijnen bij de waterval.

Na de watervallen rijden we verder door naar het noorden, op weg naar de Ásbyrgi kloof. Deze kloof heeft de vorm van een hoefijzer en werd in de ijstijd gevormd door de vloed van een gletsjer-rivier. We wandelen eerst een stukje in het dal van de kloof, nemen dan wat ladder- en klauterwerk naar boven en vervolgen de wandeling verder boven aan de kloof. Bij het einde van de kloof keren we terug. Aan de auto staat onze wandel-gps op 8,5 km. De wandeling was een aangename afwisseling met onze vorige wandelingen. Hier stappen we eens niet tussen de rotsen maar wel tussen weelderig groen met kleine (blauwe) bessenstruikjes, berken en wilgen boompjes. We hebben gisteren van de gids geleerd dat de zwarte en blauwe bessen perfect te eten zijn. Thijs en Lotte smullen onderweg van deze blauwe lekkernijen. 

Om terug naar ons verblijf te keren, vervolgen we de weg langs de noordkust. We passeren Húsavík, één van de meest pittoreske dorpjes die we tot nu toe gezien hebben. Met een gezellig haventje en een oud houten kerkje.

Tegen 19u zijn we thuis, samen koken en dan weer alles inpakken. Morgen verlaten we ons appartement in het noorden en trekken we weer richting binnenland.

… dat waren de instructies die de kinderen kregen. Dit nemen we allemaal mee vandaag, we hebben voor vandaag een verrassing voor jullie.

In de voormiddag bezoeken we eerst Dimmuborgir. Dat was geen deel van de verrassing, maar nog een must-see op ons lijstje. Het is een lava veld met zeer opmerkelijke rotsformaties en grotten. Een zeer gemakkelijke wandelpad leidt ons door het lava veld, we zijn verwonderd hoe deze grillige vormen in de lava zijn kunnen ontstaan.

We picknicken stipt om 12u, in de auto want buiten is het niet de doen omwille van die irritante midges. Om 13u begint dan eindelijk de verrassing. We worden opgewacht door een gids met een 4x4 busje. Hij brengt ons naar de Lofthellir Ice Cave die we samen met de gids zullen bezoeken. Het wordt een ware speleologie tocht. Maar voor we daar geraken moeten we een goeie 10 km door een lava veld met het 4x4 busje. We hobbelen, bobbelen en worden flink door elkaar geschud. Dit rit neemt bijna een uur in beslag. 

Wanneer het busje niet meer verder kan, moeten we nog 20 minuten wandelen door het lava veld om tot aan de ingang van de grot te komen.

Ter plaatse staat er een trailer, waar we onze wandelschoenen ruilen voor laarzen met spikes, we trekken onze regenpakken aan en zetten helmen op. 

We klimmen, klauteren en glijden door de ijsgrot als echte speleologen. In de grot vertelt de gids natuurlijk over het ontstaan en de eigenheden van deze grot. De kinderen hebben heel veel plezier bij het klauteren, en gaan ook zelf vlotjes in het Engels in gesprek met de gids. Ik moet toegeven, ook ik amuseer me bij het kreffelen door de grot, het is echt geweldig om te beleven. 

Na het bezoek keren we heel de weg weer terug, wandelen en de rit met de 4x4. Onze gids hebben we helemaal voor ons alleen. Hij is afkomstig van deze streek en kan ons heel veel vertellen over IJsland. We stellen veel vragen over dingen die ons tijdens de reis al zijn opgevallen maar waarvoor we geen verklaring hadden. Hij vertelt met veel plezier over het leven hier in IJsland. Zeer leerrijk allemaal.

We zijn pas rond half zeven terug aan de auto. Onze ice cave uitstap heeft 5,5 uur geduurd!

We eten snel een warme maaltijd in het dichtstbijzijnde restaurant want we hebben voor vanavond nog tickets voor Mývatn Nature Baths, een groot buitenbad met water van 36 tot 42 graden. Het water is geothermisch verwarmd en is helemaal troebel van de mineralen. Het zou zeer gezond zijn voor de huid. We zullen zien wat effect het heeft op ons velletje. Van deze zwempartij zijn geen foto’s. We hebben onze gsm niet meegenomen in het water. 

Rond half tien keren we terug naar ons verblijf, het wordt al donker als we aankomen. Weer een spectaculaire dag om van te dromen vannacht. 

We nemen vandaag afscheid van de prachtige Stóravík cottage en zetten koers naar het noorden.

Vandaag geen grindwegen of off-road toestanden, wel een goeie hoofdweg en in full speed richting Mývatn. De weg slingert over de zoveelste gigantische lava vlakte, maar dat verveelt niet. Iedere vlakte is anders en bij iedere vlakte zijn we onder de indruk van de immense omvang. 

180 km later komen we aan in Mývatn. Wanneer we uitstappen op de parking van de supermarkt ontdekken we de gevreesde kleine vliegjes. Ze worden “midges” genoemd, ze doen helemaal niks maar zijn enorm irritant. Mý is het ijslandse woord voor midge en Vatn is het IJslands voor meer. Dus helemaal onlogisch is het allemaal niet. Soit… moet wel gezegd, die kleine monstertjes zijn enorm irritant. Ze kruipen liefst in je ogen, neus, mond of oren en ze zijn met heel veel. Thijs wordt er helemaal knettergek van. Gelukkig hadden we van die netjes bij om over je hoofd te trekken (lagen nog in de kast van onze eerste reis naar Lapland/Noorwegen). Het ziet er super belachelijk uit, maar we zijn hier in de streek niet de enigen die ze gebruiken. 

Onze eerste activiteit na de autorit is een bezoekje aan Hverir, een geothermale plek met kokende modderpoelen en fumaroles. Wel knap om te zien, maar stinken! Wim vindt het allemaal wel ok, maar bij de kinderen en mezelf is het toch op karakter om er helemaal door te wandelen. 

En of stinkende kokende modder nog niet genoeg is, we gaan nog verder in de hete omgeving en bezoeken de Krafla lava velden. De Krafla vulkaan is in 1984 de laatste keer uitgebarsten en de lava velden zijn nog steeds warm. Een korte wandeling (met onze modieuze netjes op ons hoofd) door de lava velden geeft ons een mooie indruk. Op vele plaatsen zie je de hete rook nog opstijgen. Heel indrukwekkend allemaal.

Het is nu halverwege de namiddag. Nog te vroeg om naar het verblijf te gaan, dus besluiten we nog een ritje rond het Mývatn meer te rijden. Aan de zuidkant kuieren we nog door Skútustaðagígar, zogenaamde pseudo-vulkanen. We krijgen uiteraard deskundige uitleg van Wim wat dat dan betekent. 

Na deze rondrit doen we nog wat inkopen voor avondeten en ontbijt, en zetten we koers richting ons verblijf: Klambrasel, een appartementje als deel van de woning van een afgelegen boerderij. De boer woont hier ook. 

Ik noem het afgelegen aangezien de dichtstbijzijnde bewoonde wereld 30 km van ons vandaan is.

We worden vandaag weer wakker onder een staalblauwe hemel en Lotte voelt zich al weer wat beter. Belooft weer een mooie dag te worden. 

Na het ontbijt nog even picknick kopen bij de bakker en dan hop… naar de Hengifoss. Een prachtige waterval met rode horizontale lijnen in het gesteente. Een mooie wandeling van een dikke 2 km bergop. Boven aan de waterval doen we een picknick (with a view). Na de afdaling terug op de parking ontdekken we een gezellige paarse food truck en kopen we een schapen-melk-ijsje. 

Volgende stop is de Hafrahvammagljúfur (kloof). Hiervoor moeten we een heel eind rijden. Een prachtige weg door een gigantische vlakte met zicht op de Vatnajökull (weet je nog… die grootste gletsjer van Europa). 

We moeten nog een stuwdam over, maar daar worden we tegengehouden. Je mag enkel over de dam als de vriendelijke medewerker zegt dat het mag. We moeten ongeveer een half uur wachten. Wat er juist aan de hand is is een groot mysterie. We vragen het aan de medewerker maar het enige wat hij wil zeggen is “construction works”. En hij laat duidelijk verstaan dat we niet meer moeten vragen. Bij het doorrijden wordt ons ook nog eens duidelijk gemaakt dat we niet mogen stoppen en absoluut geen foto’s nemen. Heel mysterieus.

Niet veel voorbij de dam komt de volgende uitdaging. Om naar de kloof te rijden moet je een bergpad doen van een niveau off-road zoals we nog niet hebben gehad. De putten en rotsen zijn behoorlijk groot en onze trouwe vier-wieler hobbelt veilig en zelfzeker over de weg. Quote van Lotte: “ik voel me precies een opblaaspop in een test wagen die ze door elkaar rammelen”. Thijs vond het allemaal heel plezant. Er werd behoorlijk wat gegibberd op de achterbank.

De kloof die we bezoeken is zeker mooi, maar staat niet helemaal in verhouding tot de moeite die we moesten doen om hier te geraken.

Heel de rit nam dusdanig veel tijd in beslag dat we heel laat in Egilsstaðir terug waren. Nog net op tijd om een tafeltje te vinden in een restaurantje voor een burger. Het gaat tegen 22u tegen dat we terug in het huisje zijn. 

Nu snel valiezen inpakken, opruimen en plannen voor de komende dagen., want morgen doen we de transfer naar het Mývatn gebied. Nog een drukke avond dus.

Vanochtend worden we wakker onder een grijs wolkendek. De weer app beloofd wel opklaringen in de namiddag maar daar zijn we lang niet zo zeker van. En Lotte voelt zich niet zo goed vandaag. Twee factoren die onze dagplanning zullen beïnvloeden. Na lang twijfelen trekken we naar Borgarfjörður om papegaaiduikers te spotten. Hiervoor heb je geen zon nodig en hoef je geen lange wandeling te doen. 

Onderweg naar Borgarfjörður komen we een gek groen hokje tegen. Dankzij de blog van Kato wist ik dat dit de moeite was om eventjes te stoppen (dank je wel Kato, voor alle nuttige informatie!). Het blijkt een volautomatische snoep en drank automaat te zijn. Hij wordt aangestuurd door een zonnepaneel, en er is zelfs een wasbakje met stromend water. Zomaar… in the middle of nowhere? Wat ons ook opvalt is dat het pleintje er rond zeer netjes is aangelegd en onderhouden. We vragen ons af wie deze taak op zich neemt. 

Na een autorit van een goeie 70 km, komen we aan bij de “Puffin colony”, maar helaas geven veel puffins niet thuis. Blijkt dat ze rond de middag vooral op het water zitten. En we gaan ook richting midden augustus, wanneer de jongen dan groot genoeg zijn trekken de puffins naar open zee.

Gelukkig hebben we al heel veel puffins gezien aan de Dyrhólaey klif enkele dagen geleden. Toch had Wim nog geen foto kunnen maken van een puffin met visjes in z’n bek, en jawel… dat is vandaag dus wel gelukt! We hebben er dus wel degelijk gezien en gefotografeerd maar je had er wat geduld voor nodig. 

Na het bezoek aan de puffins voelt Lotte zich nog steeds niet echt geweldig en we besluiten dan ook om vandaag geen wandeling te doen, maar wel een autotocht door de prachtige bergen van Austurland (oostelijke kant van IJsland). Deze bergen zijn het “hikers paradijs” als je hun website mag geloven. Er zijn tal van wandelroutes, allemaal met goede wegwijzers. Wij doen dus een bergpad met onze auto, enkel voor 4x4 en na een tijdje besef ik ook waarom. Grind worden stenen en we hebben de 4wd kracht wel nodig om op deze stenen pad de steile hellingen te nemen. Heel plezant voor de chauffeur 😊.

Op relatief korte tijd (45 min heen en dezelfde weg terug) rijden we 20 km door het berglandschap. We ontdekken een zeer kleurrijke bergketen. Deze autotocht is toch wel de moeite. We vinden ook de Hvítserkur, een heel speciale berg van licht gesteente (ryoliet) met aders van zwarte basalt. Deze vind je niet in de standaard reisboekjes, maar onze privé-geoloog wist het allemaal te vertellen. 

Thuisgekomen eten we de typische IJslandse lamssoep (goed gevulde soep met veel vlees en groentjes). Nadien demonstreert Thijs nog even dat hij geen problemen heeft om in de ijskoude rivier te duiken. Na de koude duik kan hij lekker opwarmen in de hot tub aan het huisje. 

Wanneer we wakker worden hangt alles weer onder een dikke mist, maar al snel trekt alles weg en mogen we vandaag ook weer genieten van een prachtige zonnige dag.

Slechts één activiteit op het programma. Eentje waarbij we absoluut mooi zonnig weer willen. De Stuðlagil kloof. 

Het is een uurtje rijden vanuit ons huisje. We zetten de auto op de eerste parking die we tegen komen. Van hieruit is het nog ongeveer 5 km wandelen tot aan de kloof. Een gemakkelijke grindweg leidt ons naar de Stuðlagil canyon. Tijdens de wandeling speelt Wim reisgids en vertelt hij ons over het ontstaan van de kloof, de bouw van de stuwdam verderop de rivier en bediscussiëren we de milieu-impact van deze menselijke activiteiten tov de ongerepte natuur. 

Onderweg komen we eerst de Stuðlafoss waterval nog tegen. Een korte halte hier voor een fotoshoot. 

Na 5 km ontdekken we de pracht van de Stuðlagil kloof. Het staat beschreven als één van IJslands “hidden gems”, maar we hadden op Instagram al foto’s gezien. Deze is ene die je moet gezien hebben in IJsland.

We klauteren langs de rotsen tot onderaan in de kloof. Daar nemen we uitgebreid tijd voor een fotoshoot. We hebben alle tijd vandaag, dus we kijken niet op een fotootje meer of minder.

We worden vandaag wakker in een dikke mist. Zelfs het kleine berkenbosje en de naburige huisjes zijn haast niet te zien. We beginnen het stilaan wel te kennen, het onvoorspelbare IJslandse weer. Een weerbericht volgen heeft hier geen enkele zin. We maken ons klaar voor een lange autorit richting Egilsstaðir met hier en daar een tussenstop. 

Maar onderweg veranderen de plannen. Na een kwartiertje rijden zijn we door de mist en vinden we prachtig zonnig weer aan de Hoffell gletsjer. Ideaal om hier een wandeling te maken. We rijden met onze auto een grindweg op tot aan het gletsjermeer en van daaruit wandelen we hoog langs een rotsflank tot op de hoogte van het gletsjerijs. Prachtige zichten op de Hoffelljökull. We genieten er van de rust en de stilte. Behalve een schaapje hoor je er werkelijk niets. De wandeling duurt tot 14u, beetje langer dan we hadden ingeschat.

Na een snelle lunch in Höfn spenderen we de rest van de dag om de autorit van 200km naar Egilsstaðir te doen. Onze geplande route door de fjorden blijkt een tegenvaller. Het is er ongetwijfeld prachtig maar we rijden van de ene mistbank in de andere. Je ziet bij momenten echt niet veel. Enkel de branding van de zee is te zien wanneer we er vlak naast rijden. Het is al behoorlijk laat en we nemen dan ook de kortste route naar Egilsstaðir, die gaat via een “mountain road” door het binnenland. Een steile, kronkelende grindweg door de bergen. Hier hebben we geen last meer van de mist en krijgen we toch nog enkele mooie watervallen en uitzichten.

Netjes voor sluitingstijd van de supermarkt komen we aan in Egilsstaðir. We installeren ons na de boodschappen in onze prachtige cottage met zicht op de rivier.

Opnieuw een vlotte ochtend, om 9u bolt de auto richting onze eerste activiteit van de dag. Het weer is opperbest. Mooie blauwe lucht en een stralende zon. Ideaal weer om te starten met een flinke wandeling aan de Skaftafelljökull. We bevinden ons hier in het Vatnajökull nationaal park. De Vatnajökull is de grootste gletsjer van Europa.

De wandeling gaat eerst naar de voet van de Skaftafelljökull gletsjertong. Nadien wandelen we door naar de Svartifoss waterval over zwarte basalt rotsen. Heel mooi allemaal. Thijs doet een poging om met z’n gsm een foto te trekken door het oog van onze verrekijker. Het resultaat zie je onderaan tussen de foto’s.

Terug aan de auto staat onze teller op 8,5km wandeltocht op exact 2u tijd. Niet slecht, toch?

We eten een broodje in het Skaftafell visitor center en rijden nadien door naar gletsjer nummer 2, de Svínafellsjökull. Via een grindweg kunnen we met de auto tot dichtbij de gletsjer komen. Nog een korte wandeling en we geraken tot aan het ijs van de gletsjer. Knap (en ook wel zorgwekkend) om te zien hoe het ijs hier smelt en druppelsgewijs in het meertje terecht komt.

Nu we de gletsjertongen gezien hebben, rijden we een eindje door, via de hoofdweg langs het Vatnajökull gebied. Achter iedere bocht zien we wel een nieuwe gletsjertong verschijnen. Prachtige route!

Na 45km komen we aan de gletsjermeren. Eerst bezoeken we het Fjallsárlón meer. Een korte rondwandeling en een fotoshoot tussen de ijsrotsen, en een mooi vergezicht op de gletsjer. Leuk plekje om even te stoppen.

De voorlaatste stop is aan de Diamond Beach. Een plekje dat je ook weer in alle boekjes en op Instagram veelvuldig tegen komt. Het is een zwart strand waar het vol ligt met aangespoelde brokken ijs uit het Jökulsárlon gletsjermeer. Zwaar onder de indruk van de blinkende heldere ijsblokken gaan gsm’s en fototoestellen weer vollenbak in actie.

Na een zeer uitgebreide fotoshoot steken we de brug over naar de andere kant van het strand, namelijk de doorgang van het Jökulsárlon meer naar de zee. Hier zien we opnieuw een prachtig schouwspel van ijsblokken in het meer. En we ontdekken ook snel de aanwezigheid van enkele zeehonden. De beestjes laten zich rustig fotograferen.

Amper een kwartiertje rijden van het meer, vinden we Hali Country Hotel, onze verblijfplaats voor vannacht.

Het is 9u en iedereen is klaar. We geraken meer en meer in het juiste ritme. Minimale bagage mee op de kamer voor 1 nacht, niet veel inpakwerk na het ontbijt. Dit zorgt ervoor dat we vandaag vroeg aan onze dag kunnen beginnen. En dat is nodig, want er staat veel op het programma.

We starten met een bezoek aan Seljalandsfoss. Een prachtige waterval waar je ook achter het water kan wandelen.

Daarna rijden we door naar… wat denk je… de volgende waterval, Skógafoss. Een waterval die je in alle boekjes ziet. Dat merk je ook aan het aantal bezoekers hier. Het is behoorlijk druk hier. Toch doen we een poging voor de eerste gezinsfoto van de reis.

Nog voor de middag nemen we ook stop nummer 3, aan de Dyrhólaey klif. Hier zou je veel kans hebben om papegaaiduikers te spotten. En ja hoor… met heel veel zitten ze samen op een rots aan de vuurtoren. Het knuffel-gehalte van deze beestje is betoverend. O zo schattig. We (en vooral Wim) nemen uitgebreid de tijd om foto’s te maken van deze guitige snoetjes.

Het is ondertussen al over 14u, hoogtijd voor een middagpauze. Dat doen we aan Reynisfjara Black Sand Beach. Een zwart strand, witte golven, en een basalt rots om te poseren voor de foto. Mooi plekje!

We kijken even op onze klok en constateren dat we mooi op schema zitten voor het bezoek aan onze laatste halte, de Fjaðrárgljúfur. Een minder bekende kloof. Het is er dus opmerkelijk rustiger dan bij de andere stopplaatsen van vandaag. Maar daarom niet minder mooi.

Na de kloof rest ons nog een autorit van anderhalf uur door gigantisch uitgestrekte lava velden. Wim doet het gidswerk in de auto en vertelt ons hoe en wanneer deze vlakten zijn ontstaan. Met dank aan wikipedia en het 4G netwerk hier in IJsland. Die eindeloze vlakte geeft ons een aparte maar unieke beleving. Het lijkt wel het einde van de wereld. Met slechts één weg die lijkt door te gaan tot in het oneindige.

Overnachten doen we vanavond in Adventure Hotel Hof. De perfecte uitvalsbasis om morgen een dag te plannen in het tekenen van de IJslandse gletsjers.

Alles verloopt deze ochtend volgens plan. Op tijd ontbijten, uitchecken en dan de weg op richting Landmannalaugar. Het eerste stuk gaat nog over asfalt, maar al snel komen we op de F208 grindweg. Met onze 4x4 gaat het best gemakkelijk. Er zijn een aantal pittige bochtjes en hellingen, allemaal heel plezant om te doen met onze monster-truck. Het uitzicht tijdens deze tocht is adembenemend en ook wel bevreemdend. We rijden door een gigantische lava woestijn. Alles wat je ziet zijn zwarte rotsen en uitgestrekte vlaktes, geen enkel teken van leven behalve misschien een klein beetje mos hier en daar.

Vlak voor de Landmannalaugar hut moeten we met de 4x4 een rivier kruisen. Een heel spannende ervaring voor een beginnende 4x4-chauffeur. Thijs heeft een filmpje gemaakt vanuit het achterraam van de wagen. https://1drv.ms/v/s!AhZLuSpJZ7j0gYVaV_G4Dz8BMhbR8g

Oké, na de spannende rit tijd voor de wandeling. Wanneer we vertrekken regent het behoorlijk. Het is te zeggen, een flinke miezer is een correcte benaming. We starten met regenjassen en de regenhoezen rond de rugzakken voor een tocht van 8km door de highlands.

We ontdekken al snel waarom deze highlands in alle reisboekjes staan. We zien een prachtig kleurenspel in de flanken van de bergen. Het gaat van okergeel, bruin, rood, grijs, zwart, blauw tot groen. Werkelijk prachtig!

De wandeling klimt naar de top van de Brennisteinsalda. Een pittige, steile klim. Maar we worden beloond want zelfs de zon komt even tevoorschijn en de zichten worden nog mooier. Ik doe een poging om een paar foto’s te delen, maar de echte zichten kan je nooit zo mooi op foto vastleggen.

Na de wandeling keren we met onze auto terug via dezelfde rivier crossing en via dezelfde grindweg.

Onderweg willen we nog stoppen bij een goed verborgen maar wel heel mooie Instagram-bekende kloof, Sigöldugljufur. Helaas regent het echt wel goed door. Maar dat houdt ons niet tegen. We doen onze regenjassen en regenbroeken aan en wandelen de kleine kilometer van de auto tot aan de kloof. En of het de moeite was! Na een lange dag, genieten we uiteindelijk van een warme maaltijd en een goed bed in Hotel Lækur in Hella.

We verlaten vandaag de hoofdstad Reykjavik, maar niet zonder eerst de bekende Hallgrímskirkja te bezoeken. Die ene grote kerk die je op alle foto’s ziet. Binnen is de kerk heel strak, haast klinisch. Zonder versieringen of tierlantijntjes. Wel krijgen we de kans om de orgelist aan het werk te zien. Wat een kunstenaar! Met armen en voeten speelt hij een drie-stemmig stuk op het gigantische orgel dat maar liefst 5.275 pijpen telt. Heel veel respect voor deze muzikant!

Na Reykjavik zetten we koers naar Þingvellir (Thingvellir). Hier werd in het jaar 930 het eerste parlement georganiseerd. Alle stamhoofden van IJsland kwamen samen om de wetten te bespreken. Het is een unieke plaats, niet alleen politiek en cultureel, maar ook vanuit geologisch standpunt. Het ligt op de breuklijn tussen de Noord-Amerikaanse en Euraziatische plaat. We doen een korte wandeling door de kloof van die breuklijn naar de Öxarárfoss waterval.

Genoeg geschiedenis voor vandaag. We rijden verder door naar de volgende stop, de geisers in Strokkur. Echt heel indrukwekkend. We zijn allemaal zwaar onder de indruk en onze vier gsm’s maken het ene filmpje na het andere van de uitbarstingen. Hij spuit bij momenten tot wel 20 meter hoog. Geen idee of dit gaat werken, maar hier is een poging om een filmpje met jullie te delen, via deze link: https://1drv.ms/v/s!AhZLuSpJZ7j0gYUpHLFqn75G15NmkQ

Na de geiser bezoeken we ook nog de Gullfoss waterval, eentje die in alle toeristische brochures wordt bejubeld. Ze is ook wel echt heel mooi.

Na de waterval rijden we nog 1,5 uur naar hotel Hrauneyjar. Het lijkt eerder op een arctische nederzetting in the middle of nowhere. Van hieruit hebben we morgen een goede uitvalsbasis om het hooggebergte Landmannalaugar te verkennen. Morgen wordt een wandeldag.

Vandaag de tweede dag in Reykjanes, het schiereiland ten zuiden van Reykjavik. We vertrekken goed op tijd met twee toeristische bestemmingen op het programma.

De eerste is een bezoek aan Raufarhólshellir Lava Tunnel, de vierde langste lava tunnel van IJsland, volgens Wikipedia. We ontmoeten een bijzonder vriendelijke gids, roepnaam Frodo. We krijgen een duidelijke en humoristische uitleg over het ontstaan van de lava grot, de mineralen en het vulkanisme in IJsland.

Nadien gaat onze rit verder naar Reykjadalur Hot River. De kinderen hebben aanvankelijk niet veel zin om te wandelen. Maar eens Lotte het heerlijke warme water van de “hot river” gevoeld heeft, verandert de stemming in gunstige zin. Wat oorspronkelijk bedoeld was als een kort wandelingetje werd uiteindelijk een stevige tocht van 8,5km door een prachtig landschap met de hete rivier als hoofdrolspeler. We komen ook langs een bronnetje waar je het water letterlijk kokend uit de grond ziet komen. Met het weer vandaag hadden we veel geluk. Tijdens onze uitstap hebben we steeds goed weer gehad. Wat miezer tijdens de wandeling, maar meer ook niet. Op de terugweg in de auto wel een fikse regenbui.

Ook ons avond wandelingetje naar restaurant Kröst verliep wel in de gietende regen. Helemaal doorweekt zoeken we ons een tafeltje in deze hippe plek. Een echte aanrader, een gevarieerd aanbod, niet al te duur en suuuper lekker!

Onze eerste dag in Reykjavik. Het belooft vandaag goed weer te worden, dus we twijfelen niet en zetten meteen aan richting Fagradalsfjall, de nieuwe vulkaan die in maart van dit jaar is uitgebarsten, Die willen we zeker gezien hebben en hoe beter het weer hoe meer kans op succes.

Na een ritje van 45 minuten parkeren we aan Geldingardalir. Bij het begin van de wandeling krijgen we toch wel wat regen en kunnen we de regenhoezen van de rugzakken een eerste keer testen. Dit duurt echter niet heel lang, en de rest van de dag blijft redelijk droog.

We volgen de wandelweg, eerst tot aan tong van de lava velden onderaan. Daar ontdekken we hoe prachtig en veelzijdig deze lava is. Er zijn plekken waar de lava bijna glad is, er zijn van die prachtige lava-touwen te vinden, en we ontdekken prachtige kleurschakeringen van zwart, blauw, rood. Op aanraden van een vriendelijke IJslandse dame verzamelen we toch enkele kleine lava steentjes als souvenir.

Na onze picknick, klaart het weer nog wat verder op en nemen we de wandelweg naar de top van de Langihryggur. Van hieruit heb je een prachtig zicht op de krater. We kunnen hem goed zien, maar helaas geen spectaculaire uitbarsting op dit moment. Maar dat maakt een bezoek aan deze plek niet minder magisch. We vinden geen woorden om te beschrijven hoe het voelt om een lava veld van deze omvang te aanschouwen. En hierbij goed te beseffen dat deze materie in enkele dagen tijd van heel diep uit Moeder Aarde naar boven is 'opgehoest'.

En we zijn vertrokken... voor een eerder gestresseerde reis.

Aankomst, parkeren, inchecken in Schiphol verliep vlekkeloos.
De vlucht op zich was ook prima in orde, aangenaam en rustig. Thijs had nog heel wat slaap in te halen van scoutskamp, en dat heeft hij dan ook gedaan tijdens de vlucht,

De aankomst in Keflavik verliep heel wat moeizamer. Door alle extra corona controles en de aankomst van vier vluchten tegelijk zorgde voor grote chaos in de aankomsthal, met een wachttijd van meer dan 2 uur en een hoop frustratie tot gevolg. Wanneer we dan eindelijk door de controle waren en de nodige corona-test hebben laten afnemen, konden we onze huurauto (lees: monster-truck) ophalen. Daarna nog snel even langs een supermarkt, en nu in quarantaine op hotel tot we de uitslag van de test kennen.

Nog iets meer dan 1 week, en dan vertrekken we. Er kruipt dit jaar wel wat extra spanning in de voorbereiding van onze reis. Gaan we mogen vliegen? Zullen we negatief testen? Is onze vaccinatiekaart en corona certificaat voldoende voor de ijslandse controle? Doorheen al die onzekerheden, proberen we toch de reis zo goed mogelijk voor te bereiden. Kleren controleren, nog degelijke outdoor kleding en schoenen kopen zodat we voorbereid zijn op dagen waar alle weertypes aan bod kunnen komen (regen, wind, zon, ...). De route die we gaan volgen ligt al een tijdje vast. Hieronder een schematisch overzicht hoe onze trip door IJsland zal verlopen. We volgen de route in tegenwijzerzin.