Corsica 2025

Ons reisplan is helemaal klaar: Google Maps

De 13-daagse reis begint met een vlucht van Charleroi naar Figari, een luchthaven in het zuiden van het eiland. We verblijven eerst een paar dagen in Porto-Vecchio. Daarna zetten we, via Bonifacio, koers naar Ajaccio en verder door naar het centrale gedeelte van Corsica. Om niet te ver van de wandelingen te logeren, hebben we gekozen voor drie verschillende verblijven in het centrale gedeelte van Corsica (Porto-Ota, Calacuccia en Corte). Ons plan is om daar een aantal dagtochten te doen, waarvan we werden getipt via vrienden, collega’s en reisblogs op het internet. Als afsluiter rijden we door naar het noorden van het eiland om de landtong boven Bastia te verkennen. Op de dertiende dag geven we de huurwagen weer terug, en vliegen van Bastia terug naar Charleroi.

We beginnen rustig op het gemakske aan onze vakantie. Het reizen naar Corsica loopt in de voormiddag. Al om 5u45 bollen we richting luchthaven van Charleroi. We vertrekken belachelijk vroeg, maar we willen de files op de Antwerpse en Brusselse ring voor zijn. Ruim op tijd komen de bij de luchthaven. Aan de check-in en bagagecontrole is letterlijk niemand. Zelfs het boarden in het vliegtuig gaat sneller dan gepland. Het vliegtuig kan daardoor 20 minuten vroeger vertrekken dan gepland. Dat is plezant, zijn we ook vroeger in Figari.

Ook de auto huren in Figari gaat bijzonder vlot. We huren bij Sixt een Peugeot 2008, een spiksplinternieuwe wagen met nog maar 2700km op de teller.

In de namiddag doen we het op ons gemak. We stoppen even in Palombaggia aan het mooie witte strand met tropisch blauw water. Mooi helder azuurblauw water wanneer de zon vollenbak schijnt. Als de zon achter de wolken kruipt, krijgt het water een iets grijzere kleur.

Na een korte bezoekje aan het strand (en de strand bar 😉) bollen we rustig verder tot in Porto-Vecchio. Portivechju in het Corsicaans. Het is aan de wegwijzers al snel duidelijk dat de Coriscanen op hun eigen taal en eigenheid gesteld staan. Op vele wegwijzers is de Italiaans/Franse naam met graffiti overspoten.

We checken goed op tijd in bij ons hotel. Beetje uitpakken, eventjes rusten en dan wandelen we naar het centrum van Porto-Vecchio.

In het kleine, oude centrum van Porto-Vecchio vinden we kleine gezellige winkelstraatjes vol met souvenier winkeltjes en winkeltjes met lokale specialiteiten, en heel veel restaurantjes.

We bezoeken ook nog even de Eglise Saint-Jean Baptiste, oftewel de kerk van Sint-Jan de Doper. Bij een prachtig mooi Mariabeeld branden we nog een kaarsje voor Bomma Essen.

Wim had via de reviews van Google een restaurantje gevonden “Casa di Carlita”. Een vriendelijke dame heeft haar living omgetoverd tot Italiaans restaurantje en kook in haar open keuken. We eten ons buikje (veel te) vol met de lekkerste pasta die we ooit gegeten hebben.

Op moment van schrijven zitten we nog in de tuin van ons hotel met een digestive en uitzicht op het biljartvlakke water van de baai van Porto-Vecchio.

Rustige ochtend. Ons hotel ligt, zoals ik gisteren vertelde, aan de baai van Porto-Vecchio. Ontbijten doe je hier buiten op een zuiders terras in een prachtige tuin aan het water.

We nemen rustig de tijd, maar bereiden ons wel voor op onze eerste wandeling op Corsicaanse bodem. Rond 11u zijn de rugzakken ingeladen en vertrekken we.

De autorit van een half uurtje gaat over kronkelende wegen tot en met een bospad met de nodige putten en bulten. Soit, veilig en wel geraken we aan de startplaats van de wandeling.

We doen een wandeling naar Punta di a Vacca Morte en verder naar Cartalavonu voor enkele uitzichtpunten over Lac de l’Ospedale. Allemaal prachtige plekjes op een wandeling met stralend weer. Boven aan de Punta vinden we veel hagedisjes die proberen van de warmte van de zon te genieten op de rotsen. Later staan we met verwondering te kijken naar de rijke flora wanneer we door het bos terugwandelen. We vinden cyclamen, heel veel helleborus en nog veel andere interessante planten en bloemen.

Wat ons ook opvalt is dat er op veel plekken bosgrond is omgewoeld. We zijn er zeker van dat dit het werk is van wilde zwijnen. Zeker nadat je “Asterix op Corsica” gelezen hebt. Stiekem hopen we wel ergens een zwijn te zien, maar eigenlijk ook weer niet. Voor alle duidelijkheid, we hebben geen enkel zwijn gespot vandaag. Wel enkele koeien die stonden te grazen in het bos.

Wanneer we terug aan de auto zijn telt onze gps 8km en een hoogteverschil van 376m. Een perfecte instapwandeling!

Voor het diner keren we terug naar het oude stadje in Porto-Vecchio. Na een aperitief op het stadspleintje vinden we een plekje bij Furana a Prova, lekkere en zeer verfijnde gerechten.

Vanavond hebben we dan weer ons plekje gevonden aan het water in de tuin van het hotel. Met een vestje is het best goed te doen om nog even buiten genieten van de rust en het kabbelende water.

Toch zullen we vroeg ons bedje opzoeken, want morgen staat er een pittig (wandel)programma op onze planning.

Onder het motto “soms moet je uw grenzen opzoeken” kiezen we vandaag voor een wandeling waarvan we weten dat ze zwaar zal zijn.

De Aiguilles de Bavella vormen een indrukwekkende rotsformatie met steile scherpe pieken. Ze worden ook de Dolomieten van Corsica genoemd.

We maken er een rondwandeling van 11km en 769 hoogtemeter die algemeen wordt omschreven als “zware wandeling”.

De wandeling begint met een klim van 2,5 km waarin we 650 meter zullen stijgen. Dat is 26% gemiddeld stijgingspercentage en dat is toch behoorlijk veel. De wandelpad gaat over een grote rotsflank. Dus het is klimmen en klauteren van de ene grote steen naar de andere. Zeker voor mijn kleine beentjes zijn de stenen soms te groot en is het regelmatig op handen en knieën te doen. We doen er uiteindelijk 3 uur over om boven te geraken. Dat is eigenlijk veel te traag, maar we hebben het toch maar gedaan.

Boven aan de top, aan een geweldig indrukwekkende rotswand lunchen we. Maar de inspanning heeft al mijn eetlust weggenomen. Dus van eten komt niet veel in huis. Het is ondertussen al 13.30u en we moeten nog 10km wandelen. Als dat maar goed komt.

De afdaling gaat even steil weer naar beneden. Dus ook over de afdaling doen we wel een tijdje. Eens beneden gaat de wandeling verder langs een glooiende bospad. Leuk stappen in een bos vol lage begroeiing met veel bloemen, maar voor de vergezichten moet je het hier niet zoeken.
De bospad gaat kilometers lang licht glooiend met af en toe wat geklauter. Wat ons opvalt is dat je hier in de bossen heel vaak een koekoek hoort. Het zijn er niet veel, maar als je er ene hoort dan hoor je hem kilometers ver.

Het einde van de wandeling (“het boeket” zoals onze Zwitserse wandelvrienden het zo mooi omschreven vandaag) is nog een pittige klim van een 150m terug naar de parking. Pfff… mijn energie is weg, helemaal leeg en uitgeput kom ik aan de auto. Voor Wim ging het allemaal gemakkelijker, hoewel ook Wim z’n spieren de inspanning voelen.

Om 18.30u zijn we pas terug aan de auto. Na een wandeling van maar liefst 8u staat er uiteindelijk 12,87km op mijn gps met 810 meter klimmen. Deze moeilijkheidsgraad van wandelingen is dus duidelijk een beetje te veel. Om je grenzen te leren kennen, moet je af en toe er ook eens over durven gaan, toch?

We rijden met de auto nog een dik uur terug naar het hotel over hele bochtige wegen. Er is letterlijk geen meter rechte weg.

Gelukkig hebben we voor vanavond een tafeltje in het restaurant van het hotel geboekt. Nu nog wandelen naar het oude stadje zou echt niet meer gaan. We genieten van een heerlijk diner, en dat maakt al weeral heel veel goed na de inspanning van vandaag.

Ik vrees alleen dat we morgen behoorlijk stijf zullen zijn. Gelukkig is het morgen een rustige auto-dag, want we verhuizen naar Ajaccio.

Vandaag verlaten we Porto-Vecchio. De wekker staat redelijk op tijd, want we moeten onze valiezen nog pakken en we willen om 10u doorrijden. Maar oei oei oei… wat zijn we stijf van gisteren. Dat is geen verrassing zeker. Eens we in gang zijn gaat het wel, maar als we een tijdje gezeten hebben is het eventjes lastig om terug recht te staan en te wandelen.

Alles geraakt gemakkelijk ingepakt en we nemen nog rustig de tijd voor een uitgebreid ontbijt in de tuin van het hotel.

Wanneer we vertrekken begint het te regenen, en tijdens de rit naar Bonifacio krijgen we toch een serieuze regenbui. Maar eens we een parkeerplaats hebben gevonden stopt het wonderwel met regenen. Bomma Essen ging kaarsjes branden, en die hebben toch weer wonderen verricht.

We kuieren een uur of twee door Bonifacio. Eerst langs de witte krijtrotsen. We hebben dan een mooi uitzicht op het stadje dat boven op de kliffen gebouwd is. Mooi, maar niet zonder risico aangezien de kliffen in de loop der jaren beginnen afbrokkelen.
Wanneer we langs de poort van de burcht het stadje binnengaan, ontdekken we een levendig oud stadje met kleine straatjes, veel winkeltjes en een zeer bijzonder kerkhof. Die ene foto met kleine huisjes zijn eigenlijk grafhuisjes van families. In elk huisje liggen tot 8 mensen uit 1 familie begraven. Een bijzondere plaats.

Rond 14u zijn we terug aan de parking en zetten we koers richting stopplaats nummer twee: de Menhirs van Cauria. Dit is een archeologische site waar je een wandelingetje kan maken naar een aantal menhirs en een dolmen. Tijdens het gemakkelijke wandelingetje komen we ook enkele oude dikke kurk-eiken tegen. Wat zijn dat mooie bomen met een prachtige grillige vorm.

Na de stop in Cauria moeten we nog 100km rijden tot in Ajaccio. Hier is ons hotel voor vanavond. Voor die 100km hebben we wel meer dan 2 uur nodig. Het is niet normaal hoe veel bochten die Corsicanen in hun wegen hebben gemaakt. Het lijkt wel eindeloos te duren, die autoritten.

De overnachting in Ajaccio was slechts een tussenstop richting Porto. We plannen dus ook geen bezoek aan de stad. Ook al omdat we niet echt geweldige bezienswaardigheden vinden in deze stad. Alles staat in het teken van Napoleon, aangezien Ajaccio de geboorteplaats van de Franse generaal. Maar de toeristische info geeft niet veel meer dan enkele standbeelden en een museum.

We beslissen dus om na het (ruime) ontbijt meteen koers te zetten naar Piana. We hebben weer een rit van 2u voor de boeg. En geloof het of niet… geen enkele meter rechte weg.

De “Calanques de Piana” wordt onze stop vandaag. De calanques zijn kreken en hoge kliffen met een intens oranje/rode kleur. Ze liggen in de Golf van Porto. Het is een geologische formatie van rode porfier, een magmatisch gesteente (de oorsprong van Corsica is vulkanisch). Het gebied wordt beschermd door Unesco en staat op de lijst van werelderfgoed.

Rond de middag zijn we op de parking waar onze wandeling begint. Onze spieren zijn nog niet volledig hersteld van de uitspatting van eergisteren. Dus we kozen voor een korte wandeling van 5km met 366 hoogtemeters. Deze wandeling in de Calanques is werkelijk a-dem-be-nemend. De rode rotsformaties in combinatie met de azuurblauwe zee zijn fantastisch mooi en geven ons prachtige panorama’s. We nemen dan ook rustig de tijd om uitgebreid te genieten en veel foto’s te trekken.

Na de wandeling is het nog een klein half uurtje rijden naar onze studio in Porto. De panoramische weg loopt midden door de rode rotsen. Mooi, maar niet gemakkelijk om in de smalle blinde bochten tegenliggers te passeren.

Vanavond aperitieven we eerst rustig op ons eigen ruime terras met zicht op de bergen. Straks gaan we nog iets eten in het dorpje.

We kunnen maar niet genoeg krijgen van de Calanques. Daarom beslissen om vandaag een tweede wandeling te doen in dit bijzondere rode gebergte.

We maken vandaag ons eigen ontbijt in onze studio, maken onze wandelrugzakken klaar en … hop … we zijn weer vertrokken.

Half uurtje rijden tot aan de start van de wandeling naar de Capo Rosso, beetje ten westen van Piana. De wandeling gaat naar een oude toren “Tour de Turghiu”. Het wordt een wandeling van 4,5km van de auto tot aan de toren, en diezelfde 4,5km ook weer terug. In totaal dus 9km met toch een pittige 500 hoogtemeters. Op zich lukt het zonder problemen om de beklimming en afdaling te wandelen. Er lijkt een zekere gewenning te komen in onze benen.
Toch wordt het tegen het einde van de wandeling behoorlijk puffen, aangezien de zon vollenbak schijnt vandaag. Volgens onze weerapp was het 20 graden, voor mij voelde het als 48 graden. De ganse wandeling was in open gebied, geen greintje schaduw behalve hier en daar een enkel olijfboompje. Ook de beklimming langs de rotswand naar de toren was echt wel warm. Die stenen weerkaatsen de warmte prima.

Na de wandeling genieten we van een heerlijke ijskoude homemade ice tea op een terrasje aan de parking.

Op de terugweg kopen we alles om zelf heerlijke pizza’s te maken in ons huisje. Lekker rustig op ons terrasje, terwijl we nog wat nagenieten van de mooie dag, bewonderen we het mooie schouwspel van de vele zwaluwtjes. Ik denk dat ze insecten aan het vangen zijn.

Tegen half negen kuieren we nog even naar het dorpje om naar de zonsondergang te kijken. En dan zit ook deze dag er weeral op. Morgen verlaten we de westkust en trekken we naar het hoge Corsica.

We maken ons ontbijt weer zelf. Daarna de grote opkuis van onze studio, want zelfs na 2 nachten heb je toch flink wat rommel terug in te pakken.
Rond half elf tanken we eventjes en zetten we koers naar Calamaccioli, hoger in de bergen.

We houden het rustig vandaag, want morgen staat er weer een pittige wandeling op het programma.

Rustig wil niet zeggen dat we helemaal niets gaan doen. We doen een gemakkelijk wandelingetje van 5km door de Spelunca kloof. De kloof verbindt eigenlijk twee dorpjes: Ota en Evisa. Maar door een zware storm in 2023 is de wandelpad halverwege afgesloten wegens te veel puin en brokstukken. We wandelen tot waar het is toegelaten, tot aan de Pont de Zaglia. Dat is een klein, maar mooi bruggetje uit 1797. We nemen rustig de tijd om foto’s te nemen. Een waterval en een oude brug zijn ideale onderwerp om te experimenteren met sluitertijd en andere instellingen van onze camera.

We lunchen op de stenen aan het riviertje. De overschot van de pizza’s van gisterenavond smaken ook koud nog altijd lekker.

Rond een uur of drie zijn we terug aan de auto en beginnen we aan een ritje van 1,5 uur richting Calamaccioli. Onderweg passeren we “Furesta d’Aitone”. Een bijzonder knap bos met extreem hoge, kaarsrechte dennen: Pin Lariciu. We stoppen even om wat rond te kijken, en jawel… wie horen we weer? De koekoek!
Ook zien we veel sporen van zwijnen. De grond ligt er op vele plaatsen helemaal omgewoeld.

Wanneer we het bos uit zijn naderen we de Col de Vergio met bovenaan de col een gigantisch beeld van Christus Koning.

Tijdens de afdaling van de col houden we ons bezig met de rijke dierenwereld. Langs de kant van de weg lopen er koeien, zwijnen en we spotten verschillende keren een Rode Wouw. Die is helaas moeilijk op foto vast te leggen.

Ons hotel voor vanavond is Casa Vanella. Een vriendelijke Corsicaanse man runt hier de zaak. Hij maakt voor ons een heerlijke, stevige maaltijd met lokale producten. We dineren met alle gasten samen aan een lange tafel. Het gesprek is voor ons vaak moeilijk te volgen. We zijn de enige niet-Franstaligen aan de tafel.

En nu… op tijd onder de wol, want morgen proberen we de wandeling naar Lac de Nino te volbrengen. Een tocht van 14km en 850 hoogtemeter. Of het gaat lukken zien we wel. Onze fysieke conditie en ook het weer zullen we moeten afwachten.

Het was een moeilijke afweging vandaag. We willen per se naar Lac de Nino. Iedereen is er enthousiast over. Er is een kortere steile wandeling en een langere minder steile. We kiezen na veel wikken en wegen voor de lange. Achteraf blijkt dit een prima keuze.

We staan goed op tijd op, en veel inpakwerk hebben we niet van 1 nacht. Dus goed op tijd zitten we aan het ontbijt.

Rond half tien staan we geparkeerd aan het begin van de (lange) wandeling. Onze gps geeft een route van 14km met een slordige 850 hoogtemeters. Maar het profiel van de wandeling toont aan dat de klim zeer gelijkmatig gaat: over een lengte van een dikke 7km 850 stijgen geeft een gemiddeld stijgingspercentage van 12%. We zien het helemaal zitten.

De klim gaat niet al te steil, ik voel al snel dat dit soort klim mij veel beter ligt dan de steile klauterpartijen over de rotsen. De wandeling vordert naar wens.

Onderweg naar boven passeren we nog een soort van beukenbos op 1500m hoogte. De oeroude, dikke beukenbomen trotseren hier weer en wind. Sommige zien er half dood uit, anderen leven dapper voort op een half uitgeholde stam. Bijzonder.

Als we na een kleine 8km de top bereiken zien we voor het eerst Lac de Nino. Wauw. Dit uitzicht is époustouflant, zoals ze hier zouden zeggen (adembenemend).

Iets voor twee bereiken we onze bestemming, en ploffen we neer op een grote steen voor onze lunch. We hadden deze ochtend een lunchpakket gekocht van de gastheer van Casa Vanella. Een heerlijk pakketje met broodjes, geitenkaas en gerookte worst, salade met rijst mais avocado en tonijn, appel peer en chocolade. Het smaakt heerlijk na onze klim.

Eigenlijk willen we hier niet weg. We zitten goed, het uitzicht is prachtig en de temperatuur is ideaal. Toch zien we ander weer opkomen.
Dikke wolken lijken zich klaar te maken om ons pretje te verstoren. We beginnen dus toch maar aan de afdaling vooraleer het weer hier omslaat.

Echter… onze zorg was nergens voor nodig. Wanneer we aan de rand van de wolken komen, blijken ze helemaal niet zo grellig en kunnen we gemakkelijk onze afdaling inzetten. Enkele tientallen meters lager is er van die wolken al geen sprake meer.

Aan dieren ook weer geen gebrek vandaag: opnieuw speelt een koekoek zijn gekende liedje, we ontmoeten verschillende groepjes met koeien onderweg, we horen zwijnen knorren in de bossen, aan de kleine beukenbosjes vlakbij het meer zien we enkele kleine zangvogeltjes en opnieuw demonstreert een Rode Woud voor onze neus zijn vliegkunsten.

Na een lange maar indrukwekkende wandeling komen we rond 17u45 terug aan de auto. We zijn dan 8u onderweg geweest. Onze gps telt 15,5km en maar liefst 992 hoogtemeters. Een prestatie om trots op te zijn, maar ook niet dat we het gevoel hebben dat we over onze grenzen zijn geweest.

Onze verblijfplaats voor vanavond ligt in Corte. Dat is nog een uurtje rijden via de Kloof de la Ruda. Een hele knappe rotskloof waar het autoweggetje doorheen slingert. Uiteraard weer met belachelijk veel bochten.

Rond 19u komen de aan in Chambres d'hôtes A Chjusellina. Een grote, ruime B&B aan een boerderij. We genieten hier van een heerlijk diner volledig gemaakt op basis van hun eigen producten: kaasbeignets als voorgerecht, kalfsstoofvlees met polenta als hoofdgerecht en kaas met vijgenconfituur als dessert. En uiteraard mag een Myrte likeur als digestive niet ontbreken. Dat smaakt ongelooflijk lekker na een dag als vandaag.

Ik moet wel toegeven… als we na het eten moeten rechtstaan en naar de kamer stappen doen onze spieren nu wel echt zeer. We zullen weer lekker stijf zijn morgenvroeg.