Schotland 2024

Onze trip naar Engeland doen we met de overzetboot van IJmuiden naar Newcastle. Dit rit van thuis naar IJmuiden gaat bijzonder vlot. We hebben nog tijd om de auto op te laden aan een snellader vlak voor we naar de check-in rijden.
Een klein half uurtje moeten we aanschuiven voor de paspoortcontrole en dan parkeren we onze auto in het ruim van het schip. We installeren onze minimale bagage voor 1 nacht in de kajuit en verkennen dan de boot. Het is goed weer dus profiteren we nog even van een terrasje boven in de “Sky Bar”. Nog wat rondneuzen in de tax-free shop en daarna diner buffet. Het moet gezegd, DFDS maakt werk van hun catering. Het buffet was echt goed, veel keuze en van zeer goede kwaliteit.

Redelijk op tijd kruipen we onder de wol en al bij al heeft iedereen redelijk goed geslapen.

Ook ontbijt nemen we nog op de boot. Rond 9u worden we verzocht om naar de auto te gaan. Ogenblikken later rijden we uit de buik van het schip op Engelse bodem.

Opgelet, nu eventjes concentreren om links te rijden. In het begin valt dat goed mee, je volgt gewoon de stroom van alle andere auto’s. Onze gps geeft gelukkig heel goed aan welke rijstroken te volgen, want die Engelsen kunnen wel hele ingewikkelde ronde punten maken.

Onze eerste vakantiedag is begonnen. We rijden een korte rit van Newcastle naar Beamish, een openluchtmuseum in het thema van Engeland in de 19de eeuw. Er is een oud mijn-dorp waar je het leven van de mijnwerkers in hun kleine huisjes kan zien (allemaal uitgebeeld met figuranten in klederdracht). Er is ook een dorp uit de jaren 1900 met winkels en het echte dorpsleven van toen uitgebeeld. Alles is met elkaar verbonden via oude authentieke Engelse bussen en trams. Leuk om een keertje te zien.

Na het bezoek aan dit museum zetten we koers naar het westen van Engeland, meer bepaald naar Grasmere in Lake District. Hier is ons hotel voor de komende dagen.

Victorian House, een heerlijk hotel, zalige bedden, stille nacht, goed ontbijt en supervriendelijke bediening. We kunnen er tegen voor een actieve dag vandaag.

Op de planning staat een wandeling aan Ullswater. Het tweede grootste meer van Engeland. De volledige rondwandeling staat in de gps als 7km. Maar er zijn onderweg enkele mogelijkheden om de wandeling in te korten. Zo kunnen we zien hoe lang ik het kan volhouden. Met die verdomde achillespees en de nasleep van een flinke verkoudheid (of covid?) is het een groot raadsel hoe ver we kunnen geraken.

Maar met goede (zeer) hoge wandelschoenen, compressiekousen en wandelstokken merk ik dat het wandelen redelijk goed gaat. In het klimgedeelte heb ik vooral last van te weinig zuurstof en energie en niet zozeer van m’n enkel.

Dus, je voelt het al wel aankomen. Wanneer we moeten kiezen om de verkorting te doen, ging het nog heel goed. Dus we beslissen om toch de volledige wandeling te doen. Al bij al een goede beslissing. Na de top gaat het via een relatief gemakkelijke en niet al te steile helling terug naar de auto.

We hebben vandaag - onder een stralende zon - kunnen genieten van een zeer afwisselende wandeling met mooie vergezichten.

In het zuiden van Lake District ligt een middeleeuws dorpje Cartmel. Cartmel staat bekend voor de middeleeuwse priorij, voor de sticky toffee pudding, maar vooral ook voor de paardenrace. We hadden in een reisboekje over deze paardenrace gelezen en we wisten dat er vandaag een race zou zijn. Lang op voorhand had ik al tickets gekocht voor dit evenement.

De weersvoorspellingen geven nogal wat regen in de namiddag, maar de tickets zijn gekocht. Dus zetten we, voorzien van regenjas en paraplu, koers naar Cartmel.

De piste is een ovaal van 1,8km lang. Binnen in de cirkel staat een hele kermis en een massa foodtrucks en drankstandjes opgesteld. Honger en dorst hoef je hier niet te lijden. Tenminste, als je niet te erg gehecht bent aan je portemonnee. Goedkoop is het zeker niet.

De meeste Britten die hier toekomen zijn gepakt en gezakt met tentjes, klapstoeltjes en een grote frigobox met picknick en eigen drank. Het wordt een soort van volksfeest waar grote gezelschappen en families rijkelijk en met een zekere overvloed aan spijs en drank komen picknicken.

Maar het meest interessante zijn de gok-standjes. Ontelbaar veel kleine mini-kraampjes waar mensen per race kunnen gokken op welk paard zal winnen. Deze standjes worden druk bezocht. Hier wordt veel geld, héél veel geld ingezet op de paarden.

We komen hier aan in de late voormiddag, tijd om alles rustig te verkennen. Om 13.45u start de eerste race. Je vindt gemakkelijk een plaatsje aan de rand van het parcours. We kunnen de race vanop de eerste rij zien.

Er zullen in totaal 7 races worden gereden. We proberen telkens een ander plekje uit te zoeken langs het parcours.

Wim probeert ook zelf een gokje te wagen, na enig overleg beslissen we om ons vertrouwen te geven aan paard nr 4 met als naam “Planned Paradise”. Helaas, paardje eindigt op een verdienstelijke derde plaats in een race van 2 miles, 5 furlongs en 34 yards lang. Aan jullie om uit te rekenen hoe ver de paardjes gelopen hebben. Die Britten kunnen er wat van met hun lengtematen.

Van regen hebben we de ganse dag helemaal niks gemerkt. Rond half zes begint het dan toch wat te regenen en hebben we eigenlijk het meeste wel gezien. We rijden terug naar ons hotel. Voor vanavond hebben we een tafeltje gereserveerd in The Jumble Room, ons aangeraden door Tripadvisor en enkele reisblogs die ik had gelezen. Nog een keer lekker op restaurant, vanaf morgen logeren we in een huisje en moeten we zelf weer koken.

[update om 23.45u] Net terug van het restaurant. The Jumble Room is echt het einde. Overheerlijk gegeten in een zeer klein maar uiterst gezellig plekje. Alle complimenten aan de chef kok. Alle prijzen en reviews zijn dubbel en dik verdiend.

Gisterenavond hebben we onze valiezen al voor het grootste deel ingepakt. Zo kunnen we deze ochtend na weeral een voortreffelijk ontbijt snel vertrekken (crispy croissant met avocado en een gepocheerd ei).

We rijden vandaag van Lake District naar Loch Lomond, een rit van 260km. Alles verloopt geweldig vlot tot we in Glasgow komen. Daar blijkt het links rijden in combinatie met het volgen van de gps een hele uitdaging. Na wat gesukkel en een alternatieve route geraken we uit de stad en bereiken we rond 14.30u Balmaha aan Loch Lomond.

We eten nog snel onze picknick en beginnen dan aan een kleine wandeling. Ik had een wandeling van 5km gevonden naar “Conic Hill”, een uitzichtpunt waar je een prachtig zicht hebt op Loch Lomond. Het weer is vandaag bewolkt, maar wel droog. Ideaal weer voor een wandeling. De bewolking hangt gelukkig hoog genoeg, waardoor we toch kunnen genieten van de mooie vergezichten.

Na 2km stijgen laat ik Wim en Lotte doorgaan naar de top, ik neem eventjes rust en vertrek al op het gemakske voor een stukje van de afdaling. Wat verder naar beneden halen Wim en Lotte me wel in.

De wandeling doet wat ze belooft. De uitzichten over de “Bonnie Bonnie Banks of Loch Lomond” zijn werkelijk prachtig.

Rond 17.30u zijn we terug aan de auto en zetten we koers naar ons verblijf voor de komende dagen, The Trossachs Collection. Wat bij booking stond beschreven als een chalet, blijkt een volledig huis te zijn met een grote living, ruime keuken, en een bovenverdieping waar je verstoppertje kan spelen. Hier gaan we de komende dagen onze draai wel kunnen vinden.

Vanavond koken we een lichte maaltijd. Na 4 dagen op restaurant, kunnen we gerust even met wat minder calorieën verder.

We staan vandaag op met grijs, miezerig weer. Niet echt ideaal om een natuurwandeling te doen, maar voor een stadsbezoek is wat bewolking en regen niet zo erg. De keuze is dus snel gemaakt, we maken er een dagje Glasgow van vandaag.

Om 9u zitten we in de auto, om 10u staan we geparkeerd in Duke Street Car Park. Het links rijden in de stad ging vandaag al stukken beter dan gisteren. Chauffeur en co-piloot geraken steeds beter op elkaar ingespeeld 😉

Ik had gehoopt om in Duke Street parking de auto te kunnen laden vandaag, maar helaas krijgen we de laadpaal niet geactiveerd. Spijtig, maar geen probleem. We vinden wel een andere oplossing.

We wandelen de stadswandeling zoals ik ze thuis had voorbereid:
Eerst Glasgow Necropolis, een Victoriaans kerkhof met oude grafstenen en mausoleums.
Daarna een korte wandeling door Glasgow Cathedral, een kathedraal gebouwd in 13de eeuw: vrij donker, zeer robust, weinig versieringen maar met heel veel bogen.
We vervolgen langs enkele Street-Art kunstwerken over Saint Mungo, de stichter van de stad.
We kuieren over George Square met de prachtige gevel van het stadhuis, en standbeeld die een grote verkeerskegel op hun hoofd hebben tegen de vogels en hun gevoeg.

Rond de middag zijn we in de Buchanan Street winkelstraat en zoeken we een plaatsje in een pizzeria voor een welverdiende lunch.

Na de lunch nemen we de metro naar de andere kant van de stad, meer bepaald naar het Kelvingrove park waar we het standbeeld van Lord Kelvin himself tegenkomen.
We slenteren verder door naar Glasgow University, een prachtig gebouw waar het overduidelijk is dat de makers van de films van Harry Potter hier de inspiratie haalden voor Zweinstein.
Nadien wandelen we door naar Ashton Lane, een heel klein maar gezellig straatje met enkele pubs en restaurantjes. We drinken er een typische Innis & Gunn, een lekker biertje dat 51 dagen heeft gerijpt in whisky vaten.

We hebben ondertussen bijna 9km gestapt en dat voelen we. Tijd om de metro terug te nemen en de kortste route naar de parking te zoeken.
We rijden nog even naar de parking van het Riverside museum om de auto daar op te laden (wel met succes). En na een laatste rondje sightseeing langs de grote gebouwen aan de oevers van de Clyde rijden we terug naar ons vakantiehuis voor een rustige avond.

De weergoden zijn ons toch wel goed gezind. We staan op vandaag met een beetje lage mist en alvast de eerste zonnestralen. Het wordt een zonovergoten dag: af en toe beetje bewolking, maar veel zon en een dikke 20 graden. Ideaal wandelweer.

Zo gezegd, zo gedaan. We rijden naar het vertrekpunt van de wandeling naar Ben A’an. Een top midden in de Trossachs, een bergstreek met een prachtig zicht op Loch Katrine. De wandeling stond normaal gepland voor 6,5km in een rondje. Maar ik lees bij de reviews dat mensen vorige week problemen hadden bij de afdaling omwille van teveel drassigheid en modder. We kiezen dus de veilige optie en wandelen naar de top en terug over dezelfde weg. Wij zijn hier niet alleen, hier is behoorlijk wat volk aan het wandelen, maar het stoort niet. Vriendelijke mensen allemaal.

Na een kleine 2km zijn we 370 meter geklommen en hebben we een prachtig uitzicht over het meer. De wandelpad is best steil met grote rotsblokken. Vooral bij de afdaling moet ik wel goed opletten hoe ik die grote treden neem, maar al bij al ging de afdaling redelijk goed.

In de namiddag doen we de Three Lochs Forest Drive. Dat is een offroad parcours dat je met de auto kan doen en waar je ook kan genieten van de typische Trossachs uitzichten met bergen en meren. De offroad klinkt spectaculairder dan het is. De grindweg is goed te berijden, af en toe wat hellingen op en af, maar in het algemeen een gemakkelijke weg.

Op de terugweg stoppen we nog even in het dorpje Aberfoyle. Aan het Scottish Wool Centre luisteren we naar de uitleg van een schapenboer en demonstreert hij de techniek van het schapen drijven met z’n hond en een groepje eenden als stand-in.

Na de demonstratie genieten we nog van drankje en een ijsje op een terrasje in de zon. We kunnen het haast niet geloven dat we hier in Schotland dankbaar zijn voor een beetje schaduw vandaag.

Ruim op tijd rijden we terug naar ons huisje voor een rustige avond. We chillen nog een beetje in de “lounge” op het erf naast ons vakantiehuis. Straks alles opruimen en inpakken, want morgen reizen we door naar de volgende halte.

De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn niet schitterend, dus we genieten van elk straaltje zon, want het zouden wel eens de laatste kunnen zijn ☀️

Na enkele dagen genieten van de luxe in Trossachs maken we vandaag de transfer naar de Westelijke Highlands. De transfer wordt een rit van 205km. Maar dat doen we niet zomaar in één keer. Onderweg hebben we verschillende stops gepland om toch enkele dingen van de streek te zien. Om alles te kunnen doen, vertrekken we goed op tijd. Om 9.20u is heel ons verblijf opgeruimd, staat de wagen gepakt en kunnen we vertrekken. Prima timing!

De eerste stop doen we aan de St Conan’s Kirk. Een bijzonder kerkgebouw met een bijzondere architectuur. We kuieren hier eventjes rond, en zetten dan koers naar de Cruachan Dam.

Hier had ik een ticket gekocht voor een gegidste rondleiding. Het water uit de dam stuurt een elektriciteitscentrale aan die in de jaren 60 werd gebouwd ondergronds in de berg. De gids geeft ons een half uurtje lang een zeer duidelijke uitleg. Nadien lunchen we in The Hollow Mountain Café en zetten we onze koers verder naar het westen.

Rond 14.30u bereiken we Oban, een stadje aan de westkust. We kuieren langs de zeedijk, nemen wat foto’s en dolen eventjes rond in de souvenir-winkeltjes. Na een dik uur is onze auto weer helemaal volgeladen en zetten we onze reis verder.

We passeren Connel Bridge onderweg naar onze laatste stop. Connel Bridge is een speciale constructie. Door de ongebruikelijke hoeken en hellingen heeft deze brug een zeer kenmerkend uiterlijk.

De laatste stop voor vandaag is bij Cuil Bay, een kiezelstrandje met een mooi uitzicht op de eilanden Balnagowan, Shuna en Lismore. Wim neemt er even rustig de tijd om wat stenen te verzamelen. Tegen 17.30u doen we de laatste etappe voor vandaag naar onze vakantiewoning in Kinlochleven.

Het appartementje is een pak kleiner dan ons vorige verblijf, maar alles is er netjes en proper. Meer dan voldoende dus.
Eten doen we vanavond in een restaurant The Tailrace Inn. Na nog een afsluitend IPA biertje sluiten we de dag weeral af.

Geen natuurwandeling vandaag, maar dankzij onze (op voorhand) geplande tussenstops hebben we toch een aantal interessante dingen gezien.

Oei… we zagen het gisteren al op onze weerapp. Maar de ochtend bevestigt de voorspellingen. Lage wolken en miezerig weer, op onze enige wandeldag in Glencoe. Glencoe is een absolute aanrader om wandelingen te doen. Het is een prachtig gebergte aan de West Highlands.

Tja, beetje regen schrikt ons niet af. Na het ontbijt doen we onze wandelschoenen aan, de auto in en hop naar de parking “Three Sisters view point” waar onze wandeling begint.

Aanvankelijk was het de bedoeling om hier een stevige wandeldag van te maken met een tocht van 12km en veel hoogtemeters. Maar helaas hebben de omstandigheden ons een beetje beperkt in onze planning. We besluiten om het eerste deel van de lange wandeling te doen tot aan de “Hidden Valley”. Heen en terug een tripje van rond de 4km met ong. 300 hoogtemeters.

Het regent bij momenten goed door. Onze regenjassen, schoenen en rugzakken worden behoorlijk getest op de waterdichtheid.
Maar het moet gezegd, ook met die lage wolken heeft het Schotse landschap wel iets. Het wordt allemaal wat mysterieus op deze manier.

Wanneer we na een (voor mij) pittige klim bij de Hidden Valley aankomen vinden we een mooie ruime bergkom met links en rechts een hoop riviertjes en watervallen. Het uitzicht hier is echt de moeite. De wolken trekken almaar hoger, dus hoe langer we hier zijn, hoe meer we van het landschap kunnen zien.

Lotte en Wim twijfelen erg hard om toch verder te stappen en de tocht van 12km te doen. Van mij mogen ze. Ik zou dan zelf wel terugkeren langs waar we gekomen zijn. Maar na lang aarzelen en veel overleg beslissen ze om toch maar niet te gaan. Het risico op opnieuw slecht weer en gladde steile wandelwegen nemen ze liever niet.

Wanneer we rechtsomkeer maken en aan de afdaling beginnen, klaart het hoe langer hoe meer op. Zo kunnen we toch nog genieten van enkele mooie uitzichten en watervallen. Hoewel we het redelijk koud hebben dankzij onze natte kleren.

Al ver op het einde van de wandeling maak ik nog een schuivertje. Ik voel heel goed dat m’n enkels meer dan voldoende werden belast vandaag. Gelukkig kom ik in een stukje zacht mos terecht en is er voor de rest niks aan de hand.

We rijden na de wandeling terug naar ons huisje in Kinlochleven. Aangezien we hier goed op tijd zijn, en ik er voor kies om m’n gemak te houden voor de rest van de dag, hebben Wim en Lotte de kans om hun eigen goesting te doen: Wim wandelt vooral in en rond het dorpje (naar de waterval, energiecentrale en de oever van Loch Leven). Lotte profiteert ervan om op haar tempo nog een extra wandeling/looptocht af te werken. Ze volgt de gpx voor de rondwandeling naar Loch Eilde Mor voor een extra 11km. Deels doet ze die lopend en deels wandelend. Op 1 uur en 58 minuten heeft ze deze tocht afgewerkt. Respect voor die jonge sportieve beentjes.

We verlaten vandaag ons appartementje in Kinlochleven en reizen door naar Fort William. Slechts een ritje van 40km, maar vanuit Fort William zitten we morgen op de ideale vertrekplaats richting Skye.

In de buurt van Fort William is er ook wel heel wat te zien.

We starten met een ritje op de kabelbaan naar Aonach Mòr, dat is een bergtop naast de Ben Nevis. Ben Nevis is met z’n 1345m de hoogste berg van Groot-Brittanië. Ik had ergens gelezen dat Ben Nevis 355 dagen op een jaar in de wolken ligt. En ja hoor… we kunnen deze statistiek in ieder geval bevestigen. We nemen de kabelbaan naar boven en stappen een klein eindje naar een uitkijkpunt, maar eigenlijk is er niet zo heel veel te zien omwille van de lage bewolking. We lunchen nog boven in The Snowgoose Restaurant aan het bergstation van de kabelbaan. Nadien pendelen we weer naar beneden. In de afdaling zien we enkele mountainbikers bezig met een indrukwekkende downhill.

Voor de namiddag hadden we een wandeling naar de Steal Falls gepland. Het weer is een beetje kwakkel, maar al bij al best nog ok. Af en toe een kleine regenbui, maar niks wat een regenjas niet kan oplossen. Een half uurtje moeten we met de auto langs ontelbare bochtjes en steile heuveltjes over een “single-track road”. Dat is een smal weggetje van de breedte van slechts 1 auto. Regelmatig zijn er uitwijkstrookjes. Helemaal naar de zin van onze chauffeur 😉
Aan het einde van de weg beginnen we aan de wandeling naar de Steal Falls. Zoals de vorige wandelingen is het een stenen pad met afwisselend gemakkelijke en iets lastigere stukken. Op een tochtje van 2km stijgen we zo’n 150 meter. Best te doen. Aan het einde van de wandeling worden we getrakteerd op een prachtig zicht met de waterval in een soort van bergkom. Na de nodige tijd voor foto’s keren we langs dezelfde pad terug naar de auto.

Via dezelfde single-track road rijden we terug naar Fort William en melden we ons bij de B&B. Een supervriendelijke dame ontvangt ons en wijst ons de superpropere kamer. Prima keuze, Braeburn Guest House.

Na een kleine rustpauze bezoeken we nog kort Neptune’s Staircase. Een trap van 8 sluizen over een afstand van 450 meter. De boten overbruggen hiermee een hoogte van 20 meter.

Daarna zoeken we in Fort William centrum nog iets om te eten. In het vijfde restaurant is er eindelijk een tafeltje vrij. Fort William blijkt een bijzonder drukke plaats. Ik waag me voor de eerste keer aan een bordje Haggis, en eerlijk… dat valt best mee van smaak.

Nu nog even de auto laden, want morgen staat er weer een stevige rit op ons programma.

Wat een prachtige dag vandaag! Hou u vast, het wordt een lang verslag…

We hebben een redelijk uurschema te volgen vandaag. Twee timings die we willen halen: 1. de Harry Potter stoomtrein en 2. onze overzet naar Isle of Skye.

Volgens de website van de Jacobite Steam Train passeert deze trein om 10.45u aan de iconische Glennfinnan viaduct. En dat plaatje wil ik absoluut gezien hebben. We vertellen dit tijdens ons ontbijt aan onze supervriendelijke gastvrouw van de B&B. Zij waarschuwt ons dat het daar superdruk is, en dat je ten laatste om 9.30u aan de parking moet zijn of je hebt geen plaats meer. Oh jee, we schakelen een versnelling hoger, snel tanden poetsen, rugzak inladen, afrekenen en proberen op tijd bij Glenfinnan te zijn. We arriveren er om 9.38u en we hebben nog plaats op de parking. Oef!

We wandelen samen met een hele hoop mensen richting de Glennfinnan viaduct. Het is hier echt belachelijk druk. Iedereen wil hetzelfde “unieke” plaatje met de stoomtrein. Je zal zien op de collage hieronder dat er nog mensen waren. Maar we trekken ons er niks van aan, en installeren ons braaf op de bergflank waar je het beste zicht hebt op de trein. We moeten hier nog ruim 40 minuten wachten in volle zon, maar dat hebben we er graag voor over. Om 10.45u begint het publiek zenuwachtig te worden, en jawel… daar verschijnt de stoompluim van achter de groene heuvel. De trein neemt heel rustig de tijd om over de brug te tsjoeken. We nemen ontelbaar veel foto’s. Het publiek sluit deze voorstelling zelfs af met een spontaan applaus.
Daarna vertrekt heel de massa weer te voet terug naar de parking en zetten wij ons in pole position om de “Road to the Isles” op te rijden.

We kregen van onze supervriendelijke gastvrouw ook de tip om niet de hoofdweg te volgen, maar wel het kleine (single-track) baantje langs de stranden. Dankzij de open lucht (beetje bewolking, maar vooral veel zon) heeft het water hier echt een azuurblauwe kleur. Het geeft de stranden een Caribisch uitzicht. Zijn we nog in Schotland? Vol bewondering en met heel veel kreten als “oooh” en “wauw” genieten we van dit landschap. Aan één van de laatste strandjes zetten we de auto aan de kant en gaan we het strand op voor nog meer foto’s. Ik maak hier ook vriendjes met een vriendelijke meeuw die probeert om kleine krabbetjes te vangen in het water. Hij laat zich rustig fotografen terwijl Wim en Lotte schelpjes zoeken.

Ruim op tijd rijden we naar de Ferry Terminal in Mallaig. Wanneer we aankomen zegt een steward ons dat de boot een half uur vroeger zal vertrekken. Al een geluk dat we hier op tijd aankomen. Slechts 5 minuutjes moeten we wachten en dan mogen we al op de boot rijden.

Tijdens de overtocht wacht de volgende verrassing: enkele dolfijntjes komen langs onze boot gezwommen en maken een paar sprongetjes vlakbij bij de boeg van de boot.
Wim kan er nog net een foto van trekken wanneer de dolfijn net weer onder water is.

Na de ferry zetten we koers op het eiland Skye. Ook hier weer heel veel “oooh” en “wauw”. Het landschap doet ons denken aan een mix tussen IJsland en de Lofoten Noorwegen. We volgen deze hoofdweg tot in Portree, het grootste (haven)stadje van het eiland. Hier laden we de auto, drinken een koffie en doen boodschappen voor de komende dagen.

Vanaf de winkel is het nog 20 minuten rijden tot aan ons huisje, of zeg maar huis. We komen aan bij “Medowmore” in Edinbane. Een groot huis waar de eigenaars wonen, maar waarvan wij een heel groot deel ter beschikking hebben. Een ruime keuken, living met prachtig uitzicht en ruime slaapkamers. Prima verblijf voor de komende dagen.

Vanavond kookt Lotte. Ze maakt haar favoriete gerechtje voor ons: wraps met salsa, gehakt en kaas. Dank je, Lotte! Het was heerlijk.

De weerman op tv voorspelde gisteren dat het vandaag mooi weer zou zijn. Maar als we onze gordijnen opentrekken zien we vooral grijze lucht en is het best wel fris. Maar het regent niet, dus we laten onze geplande wandeling doorgaan.

In alle reisboekjes lees je over dé grote wandel-attractie van Skye, nl. The Old Man of Storr. Dankzij een vulkanische plug, lang lang geleden, ontstond hier een opmerkelijke rotsformatie. De legende zegt dat The Old Man een reus is die hier in slaap is gevallen met z’n duim omhoog. Omdat het zo populair is, wordt er aangeraden om op tijd naar de parking te rijden als je nog een plaatsje wil hebben. Wanneer we rond 10.45u aan de parking komen is het inderdaad heel druk, maar we vinden gelukkig snel een plaatsje.

We wandelen de eerste 2km samen met een hele hoop andere toeristen tot aan de fameuze rotsen. Voor mij was deze klim meer dan voldoende. Maar voor Wim en Lotte staat een langere wandeling gepland. Zij zullen een rondwandeling doen van 9km waarbij ze nog verder wandelen naar een uitzichtpunt op de top van de Trotternish Ridge.

Vooraleer Wim en Lotte vertrekken nemen we nog heel wat foto’s bij de rotsformatie, want het is hier wel echt heel mooi.

Er staat hier boven ontzettend veel wind. Dat zie je goed op de foto’s. We hebben de kap van onze jas en trui goed dichtgemaakt, niet voor de regen maar wel voor de wind. Zeker voor Wim en Lotte wordt dat lastig koud als ze hoger op wandelen. Lotte verstopt zich graag achter een steenmannetje op zoek naar een beetje beschutting voor de wind. Maar die wind zorgt er wel voor dat de wolken worden weggeblazen. Hoe meer de dag vordert, hoe mooier het weer.

Na onze fotoshoot installeer ik me ergens tussen de rotsen en uit de wind om m’n lunchpakketje op te eten. Daarna wandel ik op het gemakske terug naar beneden.

Wim en Lotte zoeken via hun gps track de weg naar boven. Die gps heb je echt wel nodig, want de wegwijzers kennen de Schotten niet. In het beste geval staat er een steenmannetje dat de weg wijst. Onderweg nemen ze de tijd om stenen te zoeken (in de ijskoude wind) en zien ze op grote hoogte een zeearend.

Halverwege de namiddag vinden we elkaar terug aan de auto. De rest van de namiddag rijden we met de auto het noordoosten van eiland Skye rond. Een mooie panoramische autorit langs de kustlijn van Skye.

Nog even stoppen we aan The Fairy Glen. Dit plekje staat ook vaak genoteerd in de reisboekjes. Het is een bijzonder landschap met ongewone heuvels ooit veroorzaakt door een aardverschuiving. We kuieren een half uurtje door het landschap, maar echt zwaar onder de indruk zijn we niet na de prachtige uitzichten van eerder vandaag.

We zagen gisteren al op onze weerapp dat het vandaag een uitgeregende dag zou zijn. En dat klopt ook. Het ganse eiland Skye ligt een hele dag in een regenzone met daarbij nog eens heel veel wind (tot 6 Beaufort). In de rest van Schotland lijkt het wel goed weer te zijn, maar ja… dat hoort er nu eenmaal bij als je naar Schotland op reis gaat. Gelukkig hebben we gisteren al de wandeling naar de Storr gedaan.

We houden ons aan het geplande programma voor vandaag. Dat begint met een bezoek aan Dunvegan Castle. Het is er behoorlijk druk, we zijn niet de enige toeristen die een binnen activiteit zoeken. Het kasteel (nog steeds bewoond door het hoofd van de MacLeod clan) toont aan de hand van veel schilderijen en interieur de geschiedenis van deze clan en het leven op het kasteel. Wel interessant, maar eigenlijk is het er te druk om rustig rond te kunnen kijken.
Aan het kasteel is ook een grote mooie kasteeltuin, daar kuieren we nog een tijdje in rond. We zijn onder de indruk van de pracht van deze Engelse tuin. Het doet ons wat denken aan ons arboretum in Kalmthout.

Rond de middag zoeken we een restaurantje in Dunvegan dorp voor een snelle lunch.

Het blijft echt grijs weer met veel regen en wind. Toch doen we in de namiddag een poging om naar Neist Point Lighthouse te rijden. Een vuurtoren op een soort van schiereiland. Rond dit schiereiland zou je gemakkelijk dolfijnen en walvissen kunnen spotten. We hadden alles voorbereid (verrekijkers, Wim z’n telelens, …). Maar na een lange rit langs een single-track baantje, waar we ontelbare keren aan de kant moesten voor tegenliggers, komen we aan op de parking van de vuurtoren en is het echt slecht weer.

We laten ons gerief allemaal maar in de auto zitten, want veel zullen we niet zien. Maar toch zijn we nieuwsgierig naar de vuurtoren en beginnen we aan de wandelpad van 1,5km in de mist, regen en met heel veel wind. Het gebouw van de vuurtoren en de wilde zee rond het schiereiland zijn wel mooi, maar dieren zullen we in deze woeste zee niet zien. Wanneer we terug aan de auto komen, zijn we echt helemaal doorweekt. We leggen handdoeken op de autozetels en rijden kortste weg naar ons vakantiehuis om droge kleren aan te trekken.

De derde activiteit voor vandaag zou Coral Beach geweest zijn, maar het weer is ondertussen nog slechter geworden. Dus we blijven gewoon rustig in ons huis. Beetje chillen, kleren proberen te drogen en onze valiezen op orde maken voor het vervolg van onze roadtrip.

Back to the mainland. Vandaag verlaten we eiland Skye. Maar eerst nemen we nog afscheid van Hamish en z’n vrouw. Onze supervriendelijke gastheer van huis Medowmore in Edinbane. Er stonden zelfs koekjes en een fles wijn om ons te verwelkomen.

Na de grote opruim van het grote huis zetten we eerst koers naar Portree om nog even de auto bij te laden. Daarna in “rechte” lijn naar Eilan Donan Castle. Rechte lijn is zeer relatief in Schotland. Er is letterlijk geen enkele meter rechte weg, alleen maar een continue resem aan bochtjes en bergjes.

Bij Eilan Donan Castle doen we niet de moeite om binnen te gaan en een inkomticket te betalen. We wandelen tot aan de ingang van het kasteel en bewonderen het 13de eeuwse bouwsel langs de buitenkant.

We eten wel in de Eilan Donan coffee shop een snelle lunch: een toastie of panini met … chips. Jawel, die Engelsen eten liefst bij elke lunch chips. Geen frietjes hé, maar wel gewone zoute chips.

Na de lunch stellen we onze gps in op Ullapool, maar wel via de panoramische route langs Poolewe en Gairloch. De zichten zijn prachtig. We wanen ons opnieuw in de Lofoten.

Onderweg naar Ullapool stoppen we nog aan Gruinard Beach, een strand met “pink sand”. Ik had in een boekje gelezen dat dit strand een paradijs is voor geologen aangezien je hier een opmerkelijke combinatie van kleurrijke stenen kan vinden. Rara… wie zijn we kwijt op dit strand?

Wanneer we - na een rit van 281km - aankomen in Ullapool, zijn we aangenaam verrast door de sfeer in het vissersdorpje. We zien allemaal kleine witte huisjes, en de menukaarten van de restaurants en eetgelegenheden bestaan uit 80% vis. In het haventje worden de visvangsten vers geleverd.

Wel één probleem. We hebben honger. Het is al half acht en er is geen enkele tafel vrij in de restaurants. Gelukkig zijn er ook verschillende take-aways. We bestellen fish&chips in een meeneembakje en nestelen ons op het keienstrand tegenover ons hotel. Tijdens het eten zien Wim en Lotte een zeehondje passeren.

Wanneer ons eten op is, zetten we ons - verkleumd van de kou - binnen in de bar van het hotel waar een beetje later een accordeonist live muziek komt spelen. Met z’n digitale accordeon zorgt hij voor de klanken van een volledig orkest. We zijn zeer onder de indruk.

In Ullapool blijven we maar 1 nacht. Het hotel is zeer basic, maar meer heb je niet nodig voor 1 nacht. We hadden onze valiezen in de auto laten zitten en enkel een rugzak met de noodzakelijke dingen in het hotel. De auto opnieuw laden kost dus absoluut geen moeite. Nog even naar de winkel voor lunch en avondeten. Zo moeten we niet op zoek naar een eetgelegenheid en hebben we de planning volledig zelf in de hand.

We volgen de NC500. Een bekende panoramische route die heel het noorden van Schotland rondgaat. Panoramisch is het zeker wel. We rijden door een prachtig landschap dat ons weer opnieuw aan IJsland doet denken.

In een reisboekje ziet Wim een tip om even te stoppen aan een kloof met stenen wandelpad tot aan een waterval met de lyrische naam “Wailing Widow Falls”. Het plekje staat helemaal niet aangeduid met een wegwijzer, dus je moet het weten. Maar het is zeker de moeite voor een korte stop.

We cruisen verder door het fenomenaal mooie landschap tot aan Smoo Cave. Een zeegrot. Dus eigenlijk een grote holte uitgesleten door het zeewater. Ook hier houden we een korte stop.

Er staat vandaag opnieuw een rit van 266km op het programma. Dus heel veel tijd voor uitgebreide stops hebben we niet. Maar dat is niet zo erg. De hoofdattractie van de dag zijn de uitzichten tijdens de autorit.

We picknicken aan een laadpaal, want hier in de middle of nowhere wil ik echt niet met een platte batterij staan.

Na de picknick rijden we tot aan een kleine parking vlakbij Strathy Point Lighthouse. Eén van de noordelijke vuurtorens langs de ruige kliffen aan de noordkust. We wandelen een kort stukje van de parking tot aan de vuurtoren. Hier heb je een mooi uitzicht op de zee en de Orkney eilanden in de verte. We nemen hier uitgebreid de tijd om in het water te zoeken naar wild life. Walvissen en dolfijnen zien we niet. Wel een groepje zeehonden in de wilde branding tussen de kliffen.

Na de vuurtoren is het nog een dik uur rijden naar ons verblijf. Een B&B/camping waar de eigenaars ook enkele zeehondjes verzorgen om later terug in de natuur vrij te kunnen laten.
We worden ontvangen door een vriendelijke gastheer en krijgen een dubbelkamer met twee slaapkamers en een salon. Ruime plek voor ons drie.

Na de check-in rijden we nog even door Dunnet Head. Een vuurtoren op 5 minuutjes rijden, waar je - volgens de boekjes - papegaaiduikers zou kunnen spotten. Maar helaas, wanneer we er aankomen is er geen enkele papegaaiduiker thuis. We zoeken nog even in de spiegelvlakke zee naar een teken van andere dieren. Maar eigenlijk hebben we kou en honger. Dus gaan we snel terug naar onze B&B en eten onze avondmenu die we deze ochtend in de supermarkt hadden gekocht.

Vandaag was een dag met veel kilometers autorijden, maar met veel mooie vergezichten. Het is wel opmerkelijk hoe het landschap veranderde in de loop van de dag. We zijn gestart in de highlands met hoge, rotsachtige bergen, fjorden, haast geen begroeiing en geen enkel teken van menselijke activiteit. Naarmate we meer naar het oosten kwamen werd het landschap groener en veel vlakker met weilanden en dorpjes.

De derde dag NC500, en wel de dag met het meeste aantal kilometers voor de boeg. Vandaag doen we maar liefst 300km, aan een gemiddelde snelheid van 54km/u. Dus we zijn wel eventjes aan het rijden. Gelukkig vandaag wel veel gewone weg en niet zoals gisteren en eergisteren waar we mijlenver over single-track roads moesten rijden.

We proberen onderweg nog enkele interessante stops te doen.

De eerste stop is bij John o’ Groats. Hier vinden we een snelle laadpaal. Tijdens de laadbeurt maken we een strandwandeling. Er zijn naar het schijnt zee-rotsen die echt de moeite zijn, maar zo ver gaat onze wandeling niet. We houden het bij schelpjes zoeken, de branding en de kustlijn bewonderen, foto’s trekken van vogels, en turen naar de oceaan op zoek naar een walvis of dolfijn. Gisteren zijn we ook op verschillende plekken gestopt en gezocht, maar van walvissen of dolfijnen voorlopig geen spoor.

We stellen onze gps zuidwaarts in en vervolgen de NC500 richting Wick. De landschappen in deze streek zijn minder indrukwekkend. We rijden door een zacht glooiend landschap met vooral landbouw als hoofdactiviteit.

Wim leest in ons reisboekje nog een tip over Badbea. Dit zou een ruïne van een oude nederzetting van vluchtelingen zijn. We wandelen tot aan een hoop stenen, maar om hier een nederzetting te herkennen moet je toch wel heel veel verbeelding hebben. Toch zetten we ons hier een tijdje neer. De glooiende kliffen zijn begroeid met paarse heide, een mooi landschap. En we hebben zicht op de zee waar geen rimpel te zien is. Opnieuw speuren we naar dolfijnen, maar niks… helemaal niks. We geven stilletjes aan de moed een beetje op.

Volgende stop ligt aan Dunrobin Castle. Een eerder sprookjesachtig kasteel. We doen hetzelfde als eerder deze week. We bekijken het prachtige gebouw langs de buitenkant, maar betalen liever geen fortuin aan inkomgeld. We houden het hier bij een korte stop. Het wordt al wat later in de namiddag en we hebben nog wel een ritje te gaan.

Er is nog één stop die ik zeker wilde doen, en dat is Chanonry Point. Een uitkijkpunt aan het estuarium van de rivier Ness. Van aan deze vuurtoren kan je Fort George zien liggen. Maar nog belangrijker, ongeveer 1 uur na de eb, is de kans op dolfijnen hier zeer groot. De dieren komen dan smullen van de zalmen die proberen tegen de stroming van het opkomende water in te zwemmen. Lotte had opgezocht dat eb hier rond 17.00u zou zijn, en wij komen hier aan rond 17.45u. Perfecte timing! We zijn benieuwd.

Wanneer we over het keienstrand naar het uitkijkpunt wandelen, zien we al snel de dolfijnen-show. Halleluja! Na zeer veel pogingen is het ons eindelijk gelukt om dolfijnen te vinden.

Vlak voor onze neus doen de beestjes allerlei capriolen om aan voedsel te geraken. We kunnen niet goed inschatten met hoeveel ze zijn, maar ze zijn met een hele bende. Er zijn er grote bij, maar ook nog kleintjes die dicht bij hun mama blijven. We blijven hier ruim één uur hangen en kijken vol bewondering naar het spektakel. We nemen dan ook ontelbaar veel foto’s van de ijverige dolfijnen.

We hadden hier gerust nog langer kunnen blijven, maar we moeten voor 20u ingecheckt zijn bij de volgende verblijfplaats. Dus moeten we - met veel spijt - de dolfijnen vaarwel zeggen.

Net binnen tijd komen we aan bij de B&B, een prachtig ruim logement, midden in de bossen ten noorden van Loch Ness.

Vanavond vinden we gemakkelijk een plaatsje in Fiddler’s Highland Restaurant. Een restaurant waar de muren helemaal vol staan met flessen whisky. Hier kan je quasi alle whisky’s van Schotland proeven, vermoeden we. We genieten er van een heerlijke Spayburn Whisky Smoked Salmon. Delicious!

Wat oorspronkelijk een saaie autorit-dag zou worden, is vandaag toch uitgedraaid in een behoorlijk lange dag met de dolfijntjes als hoogtepunt.

Vandaag hadden we de weergoden om goed weer gevraagd, maar helaas. Een grijze dag en de bewolking hangt redelijk laag. Toch houden we ons aan onze planning en bereiden we ons voor op een wandeling in Glen Affric.

Na een stevig ontbijt van onze gastvrouw van de B&B “The Steading Highland Glen Lodge”, laden we onze auto weer in en rijden een half uurtje naar Glen Affric.

Het blijft bewolkt en een beetje miezerig. Maar koud is het niet echt. Met een jasje en een picknick vertrekken Wim en Lotte voor een tocht van 13km. Uiteindelijk zijn ze na 3,5 uur stappen terug beneden, maar beetje teleurgesteld over de wandeling. De uitzichten voldeden niet echt aan de verwachting en de wandelweg op zich was ook niet heel interessant. Tja kijk… het kan niet alle dagen feest zijn. Ze hebben zeker wel de nodige sport gehad voor vandaag.

Ik doe vandaag een andere wandeling, want die afstand en die hoogtemeters gaat voor mij niet lukken. Ik doe een tocht langs de oevers van Loch Affric en z’n bruine rivier. De bordjes op de parking leggen uit dat de bruine kleur van de rivier komt van de hoeveelheid “peat” (turf) in de grond. Tijdens de wandeling had ik wel het geluk om een reetje tegen te komen. Uiteindelijk telt mijn gps ook 8km, maar met weinig hoogteverschil. Deze wandeling was meer dan voldoende voor die verdomde achillespees.

Beetje teleurgesteld zetten we na onze wandelingen koers naar Inverness om de auto te laden. Tijdens het wachten nemen we rustig de tijd om even met Thijs te bellen.

Met een volle batterij rijden we naar onze volgende verblijfplaats: een chalet op de camping van Grantown-on-Spey. De chalet is behoorlijk ruim en nog spiksplinternieuw. Dat zit goed voor de volgende twee nachten.

Van hieruit ligt Cairngorms National Park op een steenworp. Prima locatie om morgen de laatste wandeldag aan te vangen.

Deze ochtend worden we wakker met een staalblauwe hemel. Maar … op z’n Schots … een uurtje later komt er weer bewolking opzetten. We zijn het ondertussen al gewoon, het veranderlijke weer.

Deze voormiddag bezoeken we een rendierkudde, de “Cairngorms Reindeer Herd”. De herders nemen ons mee naar de bergflank waar de kudde verblijft. Het is te zeggen, een deel van de kudde. Hier zijn alle mannetjes samengebracht, jong en oud. De vrouwtjes en de kleintjes zitten verderop in de vrije natuur.

Wanneer we door het poortje van de wei stappen vormen we met alle mensen en de rendieren samen een kudde. We stappen gezamenlijk een eind verder de weide in. Netjes op een rijtje rendieren en mensen door elkaar.

Wanneer er toch een rendier ons voorbij wil steken in het rijtje, doet hij dat heel voorzichtig. Hij kantelt z’n hoofd een beetje zodat hij niet met z’n gewei tegen ons aan botst. Later horen we dat de geweien heel gevoelig zijn, dus ze willen er niet graag mee botsen.

Wanneer we aankomen op een grote weidevlakte houden we halt. We staan in één grote groep, dieren en mensen door elkaar.
De herders vertellen ons (in heel keurig en goed verstaanbaar Engels) over de rendieren: over hoe hun geweien in de winter afvallen en vanaf maart telkens weer helemaal opnieuw groeien, hoe de geweien bedekt zijn met een fragiele vacht om de geweien te laten groeien, hoe de dieren leven in een kudde waar de grootste het gezag draagt, hoe rustig en vredelievend deze dieren zijn, hoe hun poten een klikkend geluid maken om elkaar goed te kunnen horen. Soit… een hele uitleg.

Na de uitleg mogen we de dieren een handje eten geven. Lotte en ik krijgen een handvol eten en heel snel staat er een rendier te smullen uit onze handen. Wim trekt liever foto’s.

Wanneer ze merken dat er geen eten meer is, verspreiden de dieren zich een beetje in de wei. We hebben nu uitgebreid de kans om dicht bij de dieren te komen en (veel) foto’s te trekken. Je mag ze niet aanraken, maar de dieren hebben er helemaal geen probleem mee als je dicht bij hen komt staan.
Eentje (Winny) is wel heel aanhankelijk en komt een tijdje bij ons gezelschap staan.

Tijdens de tijd die we hebben voor de fotoshoot nemen de herders ook nog ruimschoots de tijd om op onze vragen te antwoorden. Zeer vriendelijke mensen.

Tegen de middag wandelen we terug naar beneden. Lotte haar gsm staat goed vol met foto’s van rendieren.

Na de middag waren we van plan om nog een wandeling te doen aan Cairn Gorm. De hoogste berg van het nationaal park. Maar eigenlijk hebben we niet heel veel fut. Wim en ik wandelen een stukje de berg op, maar we keren na een half uurtje terug naar de auto.

De rest van de middag wordt een chill-momentje. We kijken naar de Olympische wegrit, en gaan in de late namiddag nog even naar het dorpje voor een (korte) boswandeling tot aan de rivier Spey. Maar we hadden ons even miskeken op de afstand. Er stond op een bord dat de wandeling 3 mijlen is, maar we hadden dit geïnterpreteerd als kilometer. Stoem… terug aan de auto hebben we dus 4,5km gestapt.

Vanavond ruimen we de bungalow weer op, morgen vertrekken we naar onze laatste verblijfplaats. Er staat weer een rit van 300km op het programma. Op tijd gaan slapen dus.

Stilaan komt het einde van de reis in zicht. Vandaag verlaten we de highlands en zetten we koers naar Edinburgh. Het zal een autorit worden van 300km. Dat doen we weer met enkele interessante tussenstops.

Voor de eerste stop plannen we een blitsbezoek aan King Charles in Balmoral. De King zelf is er niet natuurlijk, want dan is het domein niet toegankelijk. Ik had op voorhand al tickets gekocht. Dus heel vlot geraken we binnen op het domein. We krijgen een plannetje met een wandeling en een audio-gids. De wandeling begint in de Kitchen garden met allerlei groenten die hier biologisch geteelt worden. Daarna volgt een mooie bloementuin, allemaal keurig netjes onderhouden natuurlijk. Charles heeft duidelijk nog plannen om de tuin een stuk opnieuw aan te leggen. Op sommige plaatsen zijn stukken nieuw aangeplant of nog in opbouw.
Na de wandeling in de tuin stappen we door de balzaal, een mooie zaal prachtig gedecoreerd met zeker 10 rendier-koppen die ons nauwlettend in de gaten houden. In de zaal staat een tentoonstelling van schilderijen waarvan de meeste van de hand van HM King Charles himself. Hij heeft talent! Foto's trekken is hier ten strengste verboden.

Na dit korte bezoek zetten we onze rit verder naar Pitlochry. De rit op zich is zeer vermoeiend. We rijden 50 mijl (80km) langs een kronkelend baantje. Er is letterlijk geen meter rechte weg, scherpe bochtjes naar links, scherpe bochtjes naar rechts, heuveltje op, heuveltje af, en hellingen tot 20%. Pfioeuw... heel vermoeiend om te rijden. Maar het moet gezegd, wel een prachtige route. Dit deel van de highlands bestaat vooral uit hoge bergtoppen en zacht glooiende brede flanken die volledig begroeid zijn met heidestruiken. Deze heide staat momenteel allemaal in bloei, wat maakt dat we door een roze / purper berglandschap rijden. Wondermooi, en zeer speciaal.

Als chauffeur ben ik blij wanneer we in Pitlochry aankomen. We nemen een snelle ciabata lunch in het visitor centre van de Pitlochry Dam. Na het eten zoeken we de befaamde vis-ladder. Dit is een constructie in beton dat werd gemaakt om de zalmen stroomopwaarts langs de dam te laten passeren om verder op in de rivier te paren. We zien enkele grote zalmen in het water. Ze zwemmen via een buizensysteem onderwater stroomopwaarts. Dus je ziet er eigenlijk helemaal niks van. We hadden hier wat meer spektakel verwacht, maar alleszins goed voor die beestjes dat de bouwers van de dam hun biotoop niet om zeep hebben geholpen.

Volgende stop gaat naar Falkirk. Daar staat een roterende scheepslift, het "Falkirk Wheel". Het is de enige roterende scheepslift ter wereld. Als we toekomen is hij net aan het draaien. Het ziet er een supereenvoudig principe uit. Twee bakjes waar een schip in varen roteren aan de hand van een gigantische as en tandwielen over een halve cirkel in minder dan vijf minuten. Een indrukwekkend staaltje engineering.

Onze laatste stop vooraleer we Edinburgh binnenrijden is aan een uitkijkpunt bij de Forth bruggen. Dit zijn drie gigantische bruggen die het zeer brede estuarium van de Forth overbruggen. Zeker de oudste, rode treinbrug vinden we echt heel mooi en indrukwekkend.

Na deze korte stop helpt onze gps ons probleemloos de weg te vinden naar ons appartement midden in het centrum van Edinburgh. We laden snel de hoogstnoodzakelijke bagage uit, vooraleer ik de auto voor twee nachten ga stallen in een grote QPark. Die heeft, na de zware rit van vandaag, wel eventjes rust verdiend.
Hopelijk vinden wij vanavond ook de nodige rust, want ons appartement ligt aan een bijzonder drukke straat. Maar ja... wel gemakkelijk om morgen ons stadsbezoek aan Edinburgh te beginnen.

Edinburgh is voor ons wel een heel groot contrast met de voorbije 2,5 weken waar we zowaar vertoefden in niemandsland. Buiten enkele toeristen was er haast geen levende ziel te bespeuren. Hier kom je dan ineens in een drukke stad met veel verkeer, veel toeristen en op het moment van schrijven veel jongeren die 's avonds laat een stapje in de wereld willen zetten. Het contrast kan haast niet groter.
Het valt ons ook op dat er overal security agenten staan. In elk winkeltje, in elk café, in elk restaurant en op iedere hoek van de straat. We vermoeden dat dit te maken heeft met alle onrust en opstanden die er momenteel heersen in Engeland.

Wat een mooie dag om onze reis af te sluiten.

We laten de auto vandaag netjes in de parkeergarage staan. Die krijgt een dagje verlof vandaag.

We bezoeken in de voormiddag Edinburgh Castle. Eerst kuieren we wat rond binnen de muren van het kasteel. Je hebt hier een heel mooi zicht over de volledige stad. We worden zelfs getrakteerd op een regenboog.
In het kasteel bezoeken we eerst het War Museum waar ontzettend veel uniformen, zwaarden, geweren en andere attributen staan uitgestald. Indrukwekkend hoeveel materiaal hier wordt verzameld. Daarna lopen we tussen de menigte (ja… het is hier gigantisch druk) naar de herdenkingskapel en de Great Hall. De Great Hall is de ridderkamer. Hier staat een vriendelijke dame is middeleeuwse kledij om op vragen van de mensen te antwoorden. Ik wilde nog graag de schatkamer met de kroonjuwelen bezoeken, maar daar staat een gigantisch lange wachtrij, dus die slaan we dan maar over.

Wanneer we rond de middag het meeste van het kasteel gezien hebben, vervolgen we ons stadsbezoek via de “Royal Mile”. Dat is één straat waar alles van het historisch centrum zich situeert. Maar we onderschatten de drukte. Wat een massa volk. Hier voelen we ons niet echt op ons gemak. Er zijn ontelbaar veel straat-theater-artiesten, waardoor er continu groepen mensen de weg versperren. Gewoon rustig kuieren en gebouwen bewonderen zit er echt niet in.

Voor de namiddag had ik op voorhand al een activiteit gevonden en tickets gekocht. We bezoeken Mary King’s Close. Dit is een doolhof van middeleeuwse steegjes waar een gids (verkleed als personage) ons het verhaal vertelt over het leven in de 17de eeuw in deze steegjes. Een zeer aangename gids om naar te luisteren, ze vertelt in duidelijk Engels, met veel energie en heel begeesterd. Ook Lotte spreekt vol lof over deze activiteit. Zeker een aanrader! En een goede manier om de drukte even te ontvluchten.

Uiteraard kan je niet in dergelijke grote stad komen, zonder even tijd te spenderen aan shoppen. De rest van de namiddag gaan Lotte en ik wat winkeltjes afschuimen op zoek naar leuke souvenirs van Schotland.

Allemaal heel plezant tot nu toe, maar het beste van vandaag moet nog komen. Vanavond gaan we kijken naar de Royal Military Tattoo. Een wervelend muziekspektakel met maar liefst 12 piper bands en nog enkele dansgroepen en andere militaire muziekkorpsen. We hebben geprobeerd om ze te tellen, en we schatten het aantal muzikanten en dansers op meer dan 400! De show opent met de ontvangst van Prinses Anne. Zij zal samen met ons heel de show volgen. Nadien volgt het ene spektakel na het andere. De show ligt geen seconde stil. De muzikale acts vormen een mooi afwisselend geheel in een prachtig historisch kader. De lichtshow op de muren van het kasteel geven het geheel een zeer bijzondere sfeer. Wauw! We zitten met grote ogen te kijken en geniet van elke minuut van deze show.

Enkele filmpjes om jullie een idee te geven van de show:
Dansers
Majesticks drum band
grande finale
grande finale (pipers)

Ondanks de mindere weersvoorspelling voor vanavond, valt er uiteindelijk geen druppel regen. En met een avond-temperatuur van 18 graden zitten we zelfs een heel deel van de show in t-shirt te kijken. Een uur na de voorstelling begint het terug te regenen. Alsof de weergoden ons vanavond een cadeautje wilde geven, of hebben de kaarsjes van de Bomma dan toch hun werk gedaan?

Kortom, een mooie afsluiter van een prachtige reis!

Vanavond kruipen we redelijk laat, moe maar zeer voldaan in ons bedje. Morgen rijden we nog een rit van Edinburgh naar Newcastle, daar schepen we weer in en zetten we koers naar het Europese vasteland.